Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
(feit 1 in de zaak met parketnummer 03.252579.22)en [slachtoffer 2]
(feit 2 in de zaak met parketnummer 03.252579.22)hebben ingediend. Namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] is op de zitting (via videoverbinding) gehoord mr. J.M. Bekooij, advocaat, kantoorhoudende te Den Haag. De benadeelde partij [slachtoffer 2] is niet op zitting verschenen.
2.De tenlastelegging
(subsidiair)dan wel samen met anderen [slachtoffer 3] heeft mishandeld.
3.De beoordeling van het bewijs
(03.252579.22), de openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer 3]
(03.253269.22)en de diefstal van de microfoon (
03.167062.20).
(03.252579.22, feit 1). Daarbij heeft de officier van justitie onder meer gewezen op de aangifte van [slachtoffer 1] , de medische informatie over zijn letsel, de camerabeelden van de vechtpartij, de verklaringen van [slachtoffer 1] ’s vrienden [slachtoffer 2] en [getuige 1] , de verklaring van telefoonwinkelmedewerker [getuige 2] en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] . Ook de diefstal uit de auto (feit 2) acht de officier van justitie bewezen, gelet op de aangifte van [slachtoffer 1] , de verklaring van [slachtoffer 2] en de bekennende verklaring van de verdachte. Er was sprake van een oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, nu uit het dossier niet blijkt dat verdachte het plan had om de spullen terug te geven.
(03.253269.22, primair). De verdachte heeft een significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan dit geweld door met zijn medeverdachten achter [slachtoffer 3] aan te rennen, hem samen neer te halen, erbij te staan terwijl geweld wordt uitgeoefend en zich niet te distantiëren.
03.167062.20)acht de officier van justitie bewezen, gelet op de aangifte van [slachtoffer 3] en de bekennende verklaring van de verdachte.
(03.252579.22, feit 1)gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, omdat de verdachte heeft bekend aangever [slachtoffer 1] te hebben geslagen. Ook ten aanzien van de bewezenverklaring van de diefstal uit de auto
(03.252579.22, feit 2)heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank; met de kanttekening dat de verdachte heeft verklaard dat hij goederen uit de auto heeft weggenomen om te voorkomen dat de groep van [slachtoffer 1] wapens zou gaan halen.
(03.253269.22), omdat uit de bewijsmiddelen niet blijkt van een significante, wezenlijke bijdrage van de verdachte aan het geweld tegen [slachtoffer 3] . Uit foto’s blijkt zelfs dat hij niks doet. Het slechts getalsmatig versterken van de groep en zich niet distantiëren van het geweld is niet voldoende voor een bewezenverklaring van één van beide misdrijven.
03.167062.20). Verdachte heeft de microfoon immers niet afgepakt met het doel om deze zich toe te eigenen, maar om de vervelende situatie met [bedrijfsnaam 1] te beëindigen. Hij heeft de microfoon meteen daarna weer via de politie teruggegeven. Daarmee had verdachte niet het oogmerk om zelf als heer en meester te beschikken over de microfoon en dient verdachte van dit feit te worden vrijgesproken.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
- [slachtoffer 1] voor een bedrag van € 3.853,87 aan materiële schade en € 104.000,- aan immateriële schade;
- [slachtoffer 2] voor een bedrag van € 2.800,- aan materiële schade en € 17.500,- aan immateriële schade.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
primair en subsidiair ten laste gelegde feit met parketnummer 03.253269.22;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van
voorarrestis doorgebracht, bij de uitvoering van deze taakstraf
in minderingzal worden gebracht, naar rato van twee uren per dag;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij voor het overige in haar vordering niet-ontvankelijk;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
€ 500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag
vanaf 1 november 2017tot aan de dag der algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal
10 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij of zijn mededader heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- verklaart de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil.