ECLI:NL:RBLIM:2023:6826

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
22 november 2023
Zaaknummer
03.254658.22
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld in vereniging gepleegd tegen slachtoffers na schietincident in Blerick

Op 22 november 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1993, die wordt beschuldigd van openlijk geweld in vereniging tegen twee slachtoffers. De zaak is behandeld op de zittingen van 10 en 11 oktober 2023. De verdachte was betrokken bij twee incidenten, beide gerelateerd aan een schietpartij op 1 november 2017 waarbij een vriend van de verdachte om het leven kwam. In het eerste incident, op 2 november 2017, wordt de verdachte beschuldigd van het openlijk en in vereniging geweld plegen tegen een journalist, [slachtoffer 1], die verslag deed van de ongeregeldheden na de schietpartij. De rechtbank oordeelt dat de verdachte, samen met medeverdachten, [slachtoffer 1] naar de grond heeft getrokken en hem heeft uitgescholden, wat als openlijk geweld wordt gekwalificeerd. In het tweede incident, op 4 november 2017, wordt de verdachte beschuldigd van openlijk geweld tegen [slachtoffer 2], waarbij deze man werd klemgereden, zijn telefoon werd afgenomen en hij werd geslagen terwijl hij op de grond lag. De rechtbank acht beide feiten bewezen, maar spreekt de verdachte vrij van enkele onderdelen van de tenlastelegging, zoals het tonen van een mes. De rechtbank legt een taakstraf op van 60 uur, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn voor berechting en het blanco strafblad van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.254658.22
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 november 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.J.J.G. Stevens-Waltmans, advocaat, kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 10 en 11 oktober 2023. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn op beide zittingsdagen verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak wordt gelijktijdig, doch niet gevoegd, behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (parketnummer 03.252579.22), [medeverdachte 2] (parketnummer 03.253553.22), [medeverdachte 3] (parketnummer 03.253918.22), [medeverdachte 4] (parketnummer 03.659412.17), [medeverdachte 5] (parketnummer 03.255756.22),) en [medeverdachte 6] (parketnummer 03.659411.17), [medeverdachte 7] (parketnummer 03.254370.22) en [medeverdachte 8] (parketnummer 03.659413.17).

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1: (primair)op 2 november 2017 openlijk en in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] ,
(subsidiair)dan wel samen met anderen [slachtoffer 1] heeft mishandeld;
Feit 2: (primair)op 4 november 2017 openlijk en in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] ,
(subsidiair)dan wel samen met anderen [slachtoffer 2] heeft mishandeld.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Inleiding
Op woensdag 1 november 2017 vond er op klaarlichte dag rond 13:30 uur een schietpartij plaats waarbij de 22-jarige [naam 1] , een goede vriend van verdachte, om het leven kwam. Het nieuws van het schietincident en het overlijden van [naam 1] verspreidde zich als een lopend vuurtje door Blerick. De onrust nam toe. De politie kreeg te maken met een grote toeloop van familie, vrienden, kennissen en buurtbewoners in de nabijheid van de plaats delict. Dit resulteerde in gewelddadig gedrag richting de politie. Ook bij een groep jonge mannen, onder wie verdachte, leverde het veel emoties en woede op. Men ging zelf actief op zoek naar de daders van de schietpartij. Op de dag van het schietincident en de dagen erna was er veel media-aandacht voor het incident en daarbij ontstonden diverse ongeregeldheden. De rellen leidden tot diverse strafbare feiten. Dit leidt tot het onderzoek genaamd ‘Blerick’. De verdachte wordt ervan beschuldigd dat hij in de dagen na de schietpartij geweld heeft gepleegd tegen een journalist en tegen iemand die iets zou weten over de daders van de schietpartij.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van feit 1 primair en feit 2 primair.
De officier van justitie acht bewezen dat verdachte openlijk en in vereniging geweld heeft gepleegd tegen aangever [slachtoffer 1] . Dat dit geweld is gepleegd, blijkt uit de aangifte van [slachtoffer 1] , de verklaring van zijn chauffeur Voordouw, de foto’s van het letsel van [slachtoffer 1] en de foto’s van [bedrijfsnaam 1] waarop te zien is dat [slachtoffer 1] op de grond ligt en zijn hoofd beschermt. De verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] heeft achtervolgd en uitgescholden. Hij heeft een significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan het geweld door met zijn medeverdachten achter [slachtoffer 1] aan te rennen, hem samen neer te halen, erbij aanwezig te zijn terwijl er geweld werd uitgeoefend en zich daarvan niet te distantiëren.
De officier van justitie acht tevens feit 2 primair bewezen, met uitzondering van het onderdeel ‘het tonen van een mes’. Behoudens aangever [slachtoffer 2] heeft niemand anders over een mes verklaard en er is ook geen mes aangetroffen. De overige geweldshandelingen blijken uit de aangifte van [slachtoffer 2] en de verklaringen van enkele omstanders, terwijl verdachte heeft verklaard dat hij één van de jongens in de groep was.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor feit 1 en feit 2.
De verdediging heeft zich ten aanzien van feit 1 primair ten eerste op het standpunt gesteld dat niet kan worden vastgesteld of enig geweld is gepleegd. De verklaring van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris wijkt af van zijn verklaring bij de politie en zijn letsel past niet bij zijn aangifte. Ten tweede staat vast dat verdachte zelf geen geweld heeft gebruikt en blijkt ook niet dat hij een relevante bijdrage heeft geleverd aan eventueel geweld, omdat hij niet aanvallend maar vragend aanwezig was.
De verdediging heeft ten aanzien van feit 2 primair tevens aangevoerd dat er geen sprake is van een zodanige significatie en/of wezenlijke bijdrage van de verdachte dat hij ‘in vereniging’ openlijk geweld heeft gepleegd. Zowel de politie als de getuigen spreken over twee mannen, niet zijnde de verdachte. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte aangever [slachtoffer 2] heeft mishandeld, noch een mes heeft vastgehad, noch de telefoon heeft afgepakt.
3.4
Het oordeel van de rechtbank [1]
Feit 1
3.4.1
De bewijsmiddelen
Op 2 november 2017 heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan. Hij heeft het volgende verklaard: [2]
Ik ben werkzaam als verslaggever voor het bedrijf [bedrijfsnaam 2] . Naar aanleiding van het schietincident in Blerick kregen we de opdracht om verslag uit te brengen van de situatie in Blerick. Vandaag, 2 november 2017, had ik een afspraak om samen met mijn team twee raadsleden van de gemeente Venlo te interviewen. Na de interviews met deze raadsleden zijn we de Alberickstraat afgelopen richting de rotonde bij de Nieuwborgstraat om daar de plaats delict waar bloemen waren gelegd te filmen. [naam 2] , de cameraman, stelde zijn camera op en vervolgens hoorde ik het publiek, omstanders en bewoners, naar ons roepen: ‘Kanker op’, ‘onze wijk’ en dergelijke uitspraken. Ik probeerde hen uit te leggen dat we slechts een beeld wilden nemen van de bloemen. Hierop hoorde ik dat men zei dat het om hun vriend ging en dat wij uit hun wijk moesten opkankeren. Deze uitspraken kwamen in eerste instantie van een klein groepje. Naarmate het escaleerde werd dit een groep van rond de 15 personen. Ik hoorde dat de personen begonnen te schelden met woorden als ‘boerenzoon’. Ik zag op enig moment dat er een blikje met RedBull in mijn richting werd gegooid. Dit kwam tegen mijn borst/buik aan en viel op de grond. Hierdoor was mijn trui helemaal nat geworden. Vervolgens zag ik dat het groepje in onze richting kwam gelopen. De situatie werd steeds dreigender. Toen de groep vlakbij ons was, werden zij zelfs handtastelijk. Ik voelde en zag dat ik tot drie keer toe werd vastgepakt bij mijn kleding en dat ik geduwd dan wel dat er aan mij getrokken werd. Ik kan me niet meer herinneren welke personen mij vastpakten, maar hiervan zijn camerabeelden door ons opgenomen. Om de situatie te sussen kwam [naam 3] een paar keer tussen ons in. Uiteindelijk hadden wij ons beeld van de plaats waar de bloemen lagen en besloten wij weer richting de Aldi te lopen. Ik hoorde [naam 2] zeggen: ‘Wij moeten ook uitkijken’. Hierdoor keek ik achter me en zag dat een aantal mannen achter ons aan rende. Ik zag dat de mannen achter mij, mij snel inhaalden. [naam 2] liep op dat moment vlak bij mij, maar we splitsten op. Drie mannen renden achter mij aan en haalden mij neer. Dit ging heel snel. Ik voelde dat ik met een klap tegen de grond viel. Dit deed pijn.
Uit de foto’s van dit incident blijkt dat aangever [slachtoffer 1] voor de woning gelegen aan de [adres 1] ligt. [3]
Op 6 december 2017 is medeverdachte [medeverdachte 8] bij de politie gehoord. Hij heeft het volgende verklaard: [4]
Het was ergens in de late morgen of vroeg in de middag van 2 november 2017. Toen stond [bedrijfsnaam 2] daar op de Alberickstraat en daagden zij ons uit. Ze schreeuwden dat de moord op mijn neefje te maken had met drugs en met [naam 4] . Ik ben toen achter die [slachtoffer 1] aangerend. [slachtoffer 1] werd naar de grond geslagen. Ik heb gescholden naar [slachtoffer 1] en hem uitgemaakt voor ‘hoerenzoon’.
Ook verdachte [verdachte] heeft een verklaring afgelegd bij de politie. Hij heeft verklaard: [5]
Ik was op 2 november 2017 op de Alberickstraat. Die van [bedrijfsnaam 2] waren daar smerig aan het lachen. Ik ben ook achter [slachtoffer 1] aangelopen. We wilden verhaal halen bij die [slachtoffer 1] of bij de politie over dat gehele gebeuren en waarom ze daar stonden. U toont mij een foto (bijgevoegd als bijlage 3 bij het proces-verbaal). Ik zie [slachtoffer 1] op de grond liggen en er staan jongens om hem heen. Ik ben daar ook bij. Ik heb hem uitgescholden voor van alles en nog wat.
3.4.2
Overwegingen
Op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte samen met zijn medeverdachten op 2 november 2017 aangever [slachtoffer 1] naar de grond heeft getrokken.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan het openlijk en in vereniging geweld plegen tegen aangever [slachtoffer 1] . Zij is allereerst van oordeel dat het naar de grond trekken van [slachtoffer 1] onder de gegeven omstandigheden openlijk geweld was. De rechtbank stelt vervolgens voorop dat van het ‘in vereniging’ plegen van geweld als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht sprake is indien een verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld, zij het dat deze bijdrage niet gewelddadig van aard hoeft te zijn. De significante of wezenlijke bijdrage kan ook bestaan uit bijvoorbeeld vocale aanmoedigingen. Een pure getalsmatige versterking is niet genoeg, maar meegaan in een aanvalsgolf wel.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte samen met zijn medeverdachte achter [slachtoffer 1] is aangerend, waarbij [slachtoffer 1] werd neergehaald. Op het moment dat [slachtoffer 1] op de grond ligt, wordt hij door de verdachte en de medeverdachte uitgescholden.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte, gelet op het voorgaande, een voldoende significante bijdrage geleverd aan het geweld dat tegen aangever werd aangewend om te spreken van ‘in vereniging’.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, namelijk dat verdachte openlijk geweld heeft gepleegd tegen aangever [slachtoffer 1] , welk geweld bestond uit het naar de grond trekken van [slachtoffer 1] .
De rechtbank kan uit de bewijsmiddelen niet vaststellen dat er door de verdachte en/of zijn medeverdachten geschopt of geslagen is, terwijl [slachtoffer 1] op de grond lag. Weliswaar zijn er trappende bewegingen gemaakt, maar uit het dossier blijkt niet dat [slachtoffer 1] ook daadwerkelijk is geraakt. De verdachte en zijn medeverdachte hebben ontkend dat zij [slachtoffer 1] hebben geschopt of geslagen; het lijkt weliswaar op de foto’s alsof de medeverdachte schopt, maar hij heeft [slachtoffer 1] niet geraakt. Ook getuige Voordouw ziet dat er trappende bewegingen worden gemaakt in de richting van [slachtoffer 1] , maar hij ziet niet of [slachtoffer 1] ook daadwerkelijk wordt geraakt. Verbalisant Van Dongen heeft gerelateerd naar aanleiding van de in serie gemaakte foto’s van [bedrijfsnaam 1] dat de medeverdachte een soort schijntrap richting het hoofd van [slachtoffer 1] maakt, maar dat hij hem niet raakt. Daarbij komt dat het geconstateerde letsel van [slachtoffer 1] ook kan zijn opgelopen door zijn val op de grond. Dit alles maakt naar het oordeel van de rechtbank dat er onvoldoende bewijs is dat [slachtoffer 1] , terwijl hij op de grond lag, is geschopt of getrapt.
Feit 2:
3.4.3
De bewijsmiddelen
Verbalisant [verbalisant 1] heeft het volgende gerelateerd: [6]
Op zaterdag 4 november 2017 omstreeks 18.55 uur bevond ik mij op de Krefeldseweg te Venlo ter hoogte van de Laaghuissingel. Door omstanders werd gewezen in de richting van de kruising van de Laaghuissingel met de Herungerweg waarbij men wild gebaarde en wees in de richting Herungerweg. Hierop ben ik met het dienstvoertuig de Laaghuissingel opgereden en zag ik aan de linkerzijde ter hoogte van de Herungerweg op het trottoir een aantal personen op de grond liggen. In de directe nabijheid stond een persoon die schreeuwde: ‘Pak hem dan op, hij hoort erbij’. Deze persoon had een normaal postuur, was ca. 1.70 meter groot en gekleed in een licht grijze shirt/jack met capuchon. De personen die op de grond lagen, waren allen in het donker gekleed. Eén van de personen keek in mijn richting en had een donker jack aan, een pet op en had een baard/stoppelbaard. Ik zag dat de personen die de persoon op de grond onder controle hielden, deze persoon vasthielden en riepen: ‘Doe hem de boeien om en neem hem maar mee.’ De persoon die door mij beschreven wordt met een normaal postuur, ca 1,70 meter groot en gekleed in een licht grijze shirt/jack met capuchon overhandigde mij een telefoon waarbij hij aangaf dat deze telefoon eigendom was van de persoon die onder controle gehouden werd.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft gerelateerd dat als zij ter plaatse komt er rondom de collega’s een aantal personen staan, die behoorlijk tekeergaan tegen de collega’s. Om de rust terug te krijgen heeft ze [medeverdachte 8] een eindje meegenomen om rustig te kunnen praten. Naast [medeverdachte 8] zat [medeverdachte 6] . [medeverdachte 6] droeg een lichtgrijze jas. [medeverdachte 8] zegt dan dat de politie die zwarte gast ( [slachtoffer 2] ) moet aanhouden. Hij zou weten waar de daders van de schietpartij waren. Verbalisant [verbalisant 2] relateert voorts: [7]
‘Ik vroeg aan [medeverdachte 8] of ze geweld hadden gebruikt in de richting van die persoon. Ik hoorde dat [medeverdachte 8] zei dat ze de persoon uit de auto hadden gehaald. Ik hoorde dat hij zei dat hij hem bij zijn schouder had vastgepakt en dat hij hem de telefoon had afgenomen. Ik hoorde dat [medeverdachte 8] vervolgens zei dat toen die persoon er van tussen wilde gaan, zij hem pootje hadden gelapt.’
Verbalisant [verbalisant 3] was ook ter plaatse en heeft gerelateerd [8] dat verdachte [medeverdachte 6] hem vertelde dat ze één van de daders van de schietpartij hadden aangehouden. Zij stonden stil bij een verkeerslicht. Naast hen stond ook een auto. Hij en [medeverdachte 8] zijn vervolgens naar die man toegelopen en hebben de portier opengetrokken en die man uit de auto getrokken en zijn telefoon afgepakt. Toen die man vervolgens wilde wegrennen, heeft [medeverdachte 6] hem laten struikelen, waardoor die man viel. Vervolgens hebben ze hem vastgehouden en hebben ze de politie gebeld.
Als verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] ter plaatse komen, loopt hen iemand tegemoet die later blijkt te zijn [verdachte] . [verdachte] haalt zijn ID uit de auto met kenteken [kenteken] . Deze auto staat met de wielen gedraaid naar rechts en met de rechtervoorwiel op het trottoir. Het leek alsof de Volkswagen Polo zo geblokkeerd werd. Verbalisant [verbalisant 4] vraagt aan [verdachte] wat er was gebeurd. Hij relateert voorts: [9] ‘Ik hoorde [verdachte] onsamenhangend zeggen dat hij een telefoontje had gekregen dat de persoon die ze zochten hier zou zijn. Dit bleek niet zo te zijn, maar de persoon die ze troffen, was wel een bekende van de persoon die gezocht werd. Ik hoorde [verdachte] zeggen dat hij de telefoon van die persoon wilde hebben, maar de telefoon werd niet afgegeven. Hierop zou [verdachte] de telefoon hardhandig afgepakt hebben.’
Uit het dossier komt naar voren dat [slachtoffer 2] is meegenomen naar het politiebureau en van daaruit met de ambulance naar het ziekenhuis werd gebracht. Verbalisant [verbalisant 6] heeft met [slachtoffer 2] in het ziekenhuis gesproken. [slachtoffer 2] wenste aangifte te doen van openlijke geweldpleging. Verbalisant [verbalisant 6] heeft het volgende gerelateerd: [10] ‘Ik ben naar de behandelkamer van betrokkene [slachtoffer 2] gegaan alwaar ik met hem heb gesproken. Ik hoorde dat [slachtoffer 2] het volgende verklaarde: ‘Op zaterdag 4 november 2017 omstreeks 19:00 uur, reed ik over de Gasthuiskampstraat in de richting van de Krefeldseweg te Venlo. Ik moest stoppen voor het rood verkeerslicht voor linksaf de Krefeldseweg op te rijden. Rechts naast mij stopte een auto met vier (vermoedelijk Turkse) jonge mannen in. Zij bleven constant in mijn auto en naar mij kijken. Opeens ging de ruit aan de bestuurderszijde open en sprak een van hen mij aan. Ik moest hun volgen anders zouden ze me helemaal in elkaar slaan. Ik kende ze niet en dacht dat ze een verkeerde voor zich zouden hebben. Op de Laaghuissingel werd ik tot stoppen gedwongen doordat de auto schuin voor mij remde en de auto schuin over de weg zette. Uit de auto voor mij stapten vier mannen van vermoedelijk Turkse afkomst. Een dikke Turkse man met een baard opende de bijrijdersportier van mijn auto en stapte in. Hij zei: ‘Je weet wel waarvoor we jou stoppen.’ Ik dacht meteen dat het met het schietincident van Blerick te maken had. Ik zei dat ik er niks mee te maken had en dat ze niet zomaar elke Antilliaan aan de kant konden zetten. Hierop werd de dikke Turkse man boos en riep van alles. Opeens stapte er een tweede man, met een zwart mutsje, linksachter in mijn auto. Hij riep: ‘En nu geen grappen meer. Begin maar te vertellen.’ Ik zei wederom dat ik er niets mee te maken had. Ik hoorde de man roepen: ‘We maken elke Antilliaan kapot. We roeien ze uit tot we de juiste hebben.’ Ik kon op een gegeven moment mijn gordel los maken, ik ben de auto uitgesprongen en ben weggerend in de richting van het politiebureau. Ik werd vervolgens door een van de mannen onderuit gehaald en viel op de grond. Vervolgens werd ik door een man of acht geschopt en geslagen. Hierdoor ondervond ik een hevige pijn. Opeens kwam er politie.’
Op 4 november 2017 heeft getuige [getuige 1] verklaard: [11]
Ik reed met mijn personenauto over de Krefeldseweg te Venlo. Toen het verkeerslicht op groen sprong en ik de Laaghuissingel opreed, zag ík links van mij een groepje jongeren staan die kennelijk ruzie met elkaar hadden. Toen ik de Laaghuissingel inreed, zag ik een aantal jongeren staan. Ik zag dat meerdere personen één persoon aan het duwen waren en deze naar de grond hadden gewerkt. Deze persoon werd vervolgens door die anderen geslagen.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard: [12]
Op zaterdag 4 november 2017, omstreeks 18.30 uur, was ik in mijn woning gelegen aan
[adres 2] te Venlo. Ik hoorde remgeluiden afkomstig van meerdere auto's vanaf
de Herungerweg. Ik hoorde dat er personen uitstapten en ik hoorde mannenstemmen met
elkaar communiceren op een verhitte manier. Ik hoorde dat de situatie steeds grimmiger werd aan de intonatie en dat er steeds harder geschreeuwd werd. Ik zag dat een man wegrende vanaf de voorste auto richting de groenstrook aan de overkant van het kruispunt. Ik zag dat deze man een schoen verloor en terug rende om zijn schoen te pakken. Ik zag dat twee andere mannen achter deze man aanrenden en vervolgens de wegrennende man vastpakten en hem op de grond gooiden. Ik zag dat een van deze mannen boven op de man sprong die op de grond lag. Ik hoorde dat er hard geschreeuwd werd tussen deze mannen.
Getuige [getuige 3] verklaart over dit incident als volgt: [13]
Op 4 november 2017 hoorde ik verschillende mannen buiten op straat tegen elkaar schreeuwen: ‘Kom uit de auto’. Ik zag dat de personenauto die voor mijn huis stond donkerblauw was en dat het bestuurdersportier open stond. Ik zag dat de bestuurder van deze auto een man was en nog in de auto zat. Ik vond dat de situatie best bedreigend was omdat er ongeveer 5 à 8 mannen om deze auto heen stonden. Ik hoorde dat er door diverse mannen geschreeuwd werd: ‘Geef je telefoon nu’. Hierna liep ik samen met mijn ouders naar mijn slaapkamer en ik keek naar buiten. Ik zag dat 3 mannen zich hadden verplaatst naar de middenberm van de kruising Laaghuissingel en vervolgens naar de overkant van de kruising schuin tegenover mijn woning. Ik zag dat 2 mannen een andere man duwden en sloegen. Ik zag dat dit opzettelijk met kracht en met vuisten gebeurde. Het was de bedoeling dat de man die werd geslagen naar de grond gewerkt werd. Ik zag dat deze man op de grond lag. Ik zag dat een van de andere mannen van bovenaf met flink wat kracht, meerdere malen op het bovenste deel van de man insloeg. Ik zag dat een andere man met zijn gezicht naar mij gericht stond. Ik zag dat deze man tevens op de man die op de grond lag insloeg. Ik zag dat de man die dit deed zijn arm naar achteren bewoog en met kracht opzettelijk met een vuist meerdere malen op de man insloeg die op de grond lag. Dat ging aan een stuk door. Ik zag dat de man op de grond zijn gezicht met zijn handen afschermde. Een van de twee mannen had een lichtkleurige jas of vest aan. Dat viel op, want alle anderen hadden donkere kleding aan.
Verdachte [medeverdachte 6] heeft een verklaring afgelegd bij de politie. Hij heeft verklaard: [14]
U deelt me mede dat ik word verdacht van openlijke geweldpleging en mishandeling, gepleegd op 4 november 2017, omstreeks 18.30 uur, op de locatie Laaghuissingel ter hoogte van de Herungerweg. Ik was daar. Ik heb later gehoord dat dat [slachtoffer 2] was.
U vraagt waarvoor de telefoon van [slachtoffer 2] werd afgepakt. Ik heb tegen de politie gezegd: 'Kijk in de telefoon, misschien vinden jullie wat'.
Verdachte [medeverdachte 8] heeft bij de politie het volgende verklaard: [15]
Die dag (4 november 2017) werden we gebeld dat negroïde jongens waren gezien in Venlo. We zijn in de auto gesprongen en zijn ze gaan zoeken. We wilden dan de politie bellen om ze te laten aanhouden. We wilden met zoveel mogelijk auto’s gaan zoeken. Volgens mij reed ik mee in de zwarte Polo van [verdachte] ( [kenteken] ) en [medeverdachte 4] reed in mijn auto. We waren met 10 tot 15 jongens. Ik werd gebeld dat ze die [slachtoffer 2] hadden gezien. Ik ben erheen gereden waar ze hem hadden gezien. Bij het stoplicht werd [slachtoffer 2] gevraagd mee te rijden. Hij reed in een vrij nieuwe Polo. Een van mijn vrienden blokkeerde toen de weg. Daarna kwam ik eraan. Ik probeerde wat woorden uit hem te trekken. Toen wilde hij wegrijden. Ik haalde de sleutels uit de auto. Een van de jongens zei toen, geef me je telefoon. Toen raakte hij in paniek. Een van de jongens trok de telefoon uit de handen van [slachtoffer 2] . Toen rende hij weg. Ik rende er achteraan en tikte hem aan waardoor hij viel. Ik ben vervolgens op [slachtoffer 2] gaan liggen en heb hem onder controle gehouden.
Ook verdachte [verdachte] heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Nadat hem wordt medegedeeld dat hij verdacht wordt van een openlijke geweldpleging tegen een persoon op 4 november 2017 op de Laaghuissingel te Venlo, verklaart hij: [16]
Ik werd gebeld en ze zeiden dat ze de dader hadden. Toen ben ik erheen gereden en ik zag dat er al vrienden van mij waren. Ik heb toen mijn auto voor zijn auto geparkeerd. Ik ben uitgestapt en naar zijn auto gelopen. En toen hebben we wat geschreeuwd naar hem. Volgens mij had hij zijn raam of deur geopend. Ik heb hem gevraagd dat hij zijn telefoon moest geven. [slachtoffer 2] rende weg en de jongens renden er achteraan. Hij werd door iemand aangetikt.
3.4.4
Overwegingen
De verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht. Voor een bewezenverklaring van openlijk geweld in vereniging, is - zoals hiervoor bij feit 1 uiteen is gezet - onder andere vereist dat de verdachte een voldoende significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld.
Gelet op alle hiervoor genoemde bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang bezien - stelt de rechtbank vast dat op 4 november 2017 openlijk en in vereniging geweld is gepleegd tegen [slachtoffer 2] . De rechtbank concludeert daaruit namelijk dat het als volgt is gegaan: verdachte [verdachte] reed [slachtoffer 2] klem, [verdachte] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] pakten [slachtoffer 2] telefoon af, [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] werkten [slachtoffer 2] naar de grond, [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] sloegen [slachtoffer 2] toen hij op de grond lag en [verdachte] schreeuwde bij dit alles naar [slachtoffer 2] .
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte, gelet op het voorgaande, een voldoende significante bijdrage geleverd aan het geweld dat tegen aangever werd aangewend. Hij heeft hem weliswaar niet laten struikelen of geslagen, maar was wel actief betrokken bij alle andere fasen van dit incident.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, namelijk dat de verdachte openlijk en in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit het hardhandig de telefoon afpakken, hem naar de grond trekken en - terwijl hij op de grond ligt- meermalen te slaan en daarbij (hard) te schreeuwen in de richting van [slachtoffer 2] .
De rechtbank acht niet bewezen dat er een mes is getoond aan [slachtoffer 2] en zal de verdachte van dit gedeelte van de tenlastelegging vrijspreken. De rechtbank acht ook niet bewezen dat [slachtoffer 2] is geschopt of getrapt en zal de verdachte ook van dit gedeelte van de tenlastelegging vrijspreken.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 1 primair:
op 2 november 2017 in de gemeente Venlo openlijk, te weten op de Drie Decembersingel, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 1] , welk geweld bestond uit het naar de grond trekken van die [slachtoffer 1] .
feit 2 primair:
op 4 november 2017 in de gemeente Venlo openlijk, op de Laaghuissingel, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit (hardhandig) de telefoon van die [slachtoffer 2] af te pakken en die [slachtoffer 2] naar de grond te trekken en die [slachtoffer 2] , terwijl hij op de grond lag, (meermalen) te slaan en (daarbij) (hard) te schreeuwen in de richting van het slachtoffer.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1 primair, feit 2 primair:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, voor hetgeen zij bewezen acht, gevorderd de verdachte te veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 180 uur, met aftrek van het voorarrest. Het openbaar ministerie heeft in de strafeis strafverzwarend meegewogen dat er sprake is van geweld tegen een journalist en een onschuldige burger. In het voordeel van de verdachte heeft de officier van justitie het tijdsverloop in deze zaak in haar strafeis meegewogen. Gelet op deze forse overschrijding van de redelijke termijn acht de officier van justitie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet meer opportuun.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit voor feit 1 en feit 2 en geen strafmaatverweer gevoerd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het nieuws dat de 22-jarige [naam 1] op 1 november 2017, bijna zes jaar geleden, bij een schietpartij om het leven komt, maakte veel los in Blerick en Venlo en ontaardde in diverse strafbare feiten. Op de plaats delict waar, een dag na de schietpartij, diverse media aanwezig waren om de situatie te filmen, heeft de verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging, waarbij een verslaggever van [bedrijfsnaam 2] naar de grond werd getrokken. De verdachte is samen met anderen achter het slachtoffer aangerend, blijft erbij staan als hij op de grond ligt en scheldt hem uit. Hoewel niet blijkt dat de journalist daadwerkelijk is geslagen of geschopt, was dit geweld zonder meer intimiderend en bedreigend.
Enkele dagen later pleegt de verdachte openlijk in vereniging geweld tegen het slachtoffer [slachtoffer 2] . De verdachte is samen met zijn medeverdachten op zoek gegaan naar de daders van de schietpartij. Het slachtoffer wordt op straat klemgereden, waarna hij, nadat zijn telefoon hardhandig is afgepakt, uit angst probeert te vluchten. Hij wordt vervolgens neergehaald en meermalen geslagen terwijl hij op de grond ligt. Hoewel de rechtbank begrijpt dat de verdachte en zijn vrienden wilden meewerken aan het zo snel mogelijk oppakken van de daders van de schietpartij, was deze vorm van eigenrichting natuurlijk onacceptabel.
De LOVS-oriëntatiepunten geven als uitgangspunt voor het openlijk en in vereniging geweld plegen tegen personen, waarbij sprake is van lichamelijk letsel, een taakstraf van 150 uur.
De rechtbank weegt mee dat de verdachte in beide gevallen zelf geen geweld heeft gebruikt, maar zich in de nasleep van de schietpartij een meeloper heeft getoond.
De rechtbank weegt ook mee dat de redelijke termijn voor berechting van twee jaar met bijna vier jaar is overschreden nu de verdachte op 19 december 2017 in verzekering is gesteld. Met deze overschrijding zal de rechtbank, overeenkomstig de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, rekening houden bij de bepaling van de straf.
Uit het - nagenoeg blanco - strafblad van verdachte blijkt verder dat de verdachte niet eerder voor geweldsdelicten is veroordeeld.
Alles afwegende zal de rechtbank aan de verdachte een taakstraf voor de duur van 60 uur opleggen.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 57, 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Taakstraf
  • veroordeelt de verdachte voor
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
voorarrestis doorgebracht, bij de uitvoering van deze taakstraf
in minderingzal worden gebracht, naar rato van twee uren per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. L. Feuth en mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Zijlstra, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 22 november 2023.
Buiten staat
Mr. L. Feuth en mr. J. Zijlstra zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I:De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.hij op of omstreeks 2 november 2017 in de gemeente Venlo openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de Alberickstraat en/of de Drie Decembersingel, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen te weten [slachtoffer 1] , welk geweld bestond uit het naar de grond trekken van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) tegen het hoofd, althans het lichaam, te slaan en/of schoppen en/of trappen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 november 2017 in de gemeente Venlo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] naar de grond te trekken en/of die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) tegen het hoofd, althans het lichaam, te slaan en/of schoppen en/of trappen.
2.hij op of omstreeks 4 november 2017 gemeente Venlo openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de Laaghuissingel, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit het tonen van een mes aan die [slachtoffer 2] en/of (hardhandig) de telefoon van die [slachtoffer 2] af te pakken en/of die [slachtoffer 2] naar te grond te trekken en/of die [slachtoffer 2] , terwijl hij op de grond lag, (meermalen) te slaan en/of schoppen en/of trappen en/of (daarbij) (hard) te schreeuwen in de richting van het slachtoffer;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 4 november 2017 in de gemeente Venlo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 2] heeft/hebben mishandeld door die [slachtoffer 2] , terwijl hij op de grond lag, (meermalen) te slaan en/of schoppen en/of trappen.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Noord- en Midden-Limburg, Districtsrecherche Noord- en Midden-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2017178794 en PL2300-2017177475, gesloten d.d. 29 december 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1024.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 2 november 2017, pagina 691-701.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2017, pagina 775.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 8] d.d. 6 december 2017, pagina 847-865.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 20 december 2017, pagina 917-925.
6.Proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 17 november 2017, pagina 943.
7.Proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 4 november 2017, pagina 956.
8.Proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] d.d. 4 november 2017, pagina 957.
9.Proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] d.d. 4 november 2017, pagina 958-959.
10.Proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] d.d. 4 november 2017, pagina 962-963.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 4 november 2017, pagina 970-971.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 8 november 2017, pagina 974-975.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] d.d. 9 november 2017, pagina 976-978.
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 6] d.d. 7 december 2017, pagina 984-989.
15.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 8] d.d. 7 december 2017, pagina 990-995.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 20 december 2017, pagina 1011-1015.