Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de producties van 1 tot en met 7 van [gedaagden] ,
- de mondelinge behandeling van 20 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eiseres] ,
- de pleitnota van [gedaagden] ,
- de aanhouding ten behoeve van het beproeven van een minnelijke regeling,
2.De feiten
:
dakterras, ondergrond en verdere aanhorigheden,
3.Het geschil
4.De beoordeling
Partijen hebben uiteindelijk te kennen gegeven dat dat zij er niet in geslaagd zijn een regeling te treffen. Van de zijde van [eiseres] is verzocht de documenten die partijen na de behandeling ter zitting hebben overgelegd bij de beoordeling te betrekken. Van de zijde van [gedaagden] is daar bezwaar tegen gemaakt. Gelet op dit bezwaar en nu deze stukken geen onderdeel hebben uitgemaakt van het debat ter zitting, maken deze documenten geen deel uit van het zaaksdossier en kunnen zijn niet in de beoordeling worden betrokken.
Deze keuze van haar voorganger laat naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter onverlet dat [eiseres] als nieuwe eigenaresse wel belang kan hebben bij het functioneren van de afvoer van keuken en toilet en het kunnen gebruiken van een balkon of dakterras, mits kan worden vastgesteld dat daartoe rechten bestaan die de van [gedaagden] gevorderde medewerking verlangen. Het spoedeisend belang kan op grond van het voorgaande worden aangenomen.
Zij baseert haar stellingen ten aanzien van het bestaan van dit opstalrecht op hetgeen daaromtrent is vermeld in de transportakte en in de veilingbrochure is opgenomen.
‘de keuken’. Er is geen enkel bewijs overgelegd dat de stelling kan staven dat aan- en afvoerleidingen ten behoeve van de keuken in hun eigendom aanwezig waren en dat zij vallen binnen het bereik van het opstalrecht, aldus [gedaagden] . Onder verwijzing naar de vermelding in de veilingbrochure dat zowel de notaris als de verkoper niet er voor kunnen instaan dat de omschrijving thans nog actueel is, voeren zij aan dat aan hetgeen in de akte en brochure van de veiling is opgenomen dus geen actuele rechten kunnen worden ontleend. Verder betwisten zij dat juist is hetgeen zijdens [eiseres] wordt gesteld over de uitlatingen van de eerdere huurder [naam] . Zij hebben een andersluidende verklaring van deze [naam] overgelegd.