ECLI:NL:RBLIM:2023:6578

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 november 2023
Publicatiedatum
10 november 2023
Zaaknummer
C/03/322458 / KGZA 23-348
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in kort geding betreffende betaling openstaande facturen

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 10 november 2023 een vonnis gewezen in kort geding, waarin de gedaagde partij, Rebel Transport B.V., niet is verschenen. De eiser, vertegenwoordigd door mr. G.B. de Jong, heeft vorderingen gedaan voor betaling van openstaande facturen ter hoogte van € 28.582,87 en incassokosten van € 40,00. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 november 2023, waarbij de eiser haar eis heeft verminderd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat aan de gedaagde de bij wet voorgeschreven formaliteiten zijn nageleefd, waardoor verstek is verleend.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eiser een spoedeisend belang heeft bij haar vordering en dat de stellingen van de eiser als juist worden aangenomen, aangezien er geen verweer is gevoerd door de gedaagde. De vordering is toegewezen, en de gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief proceskosten die zijn begroot op € 4.337,73. Daarnaast zijn de nakosten toegewezen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de voorzieningenrechter op 10 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: C/03/322458 / KG ZA 23-348
Vonnis in kort geding van 10 november 2023
in de zaak van
[eiser],
te [plaatsnaam] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. G.B. de Jong te Groningen,
tegen
de besloten vennootschap REBEL TRANSPORT B.V.,
te Venlo,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Rebel,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling van 9 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 november 2023. Namens [eiser] zijn verschenen [persoon 1] en [persoon 2] , bijgestaan door mr. De Jong. Namens Rebel is niemand verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat ter zitting is besproken. Daarna is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter stelt vast dat Rebel niet is verschenen. Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat aan Rebel verstek wordt verleend.
2.2.
[eiser] heeft gesteld en gevorderd als vermeld in de dagvaarding, met dien verstande dat zij haar eis ter zitting heeft verminderd. [eiser] vordert – na de mondelinge vermindering van eis – betaling van een bedrag van € 28.582,87 aan openstaande facturen en een bedrag van € 40,00 aan incassokosten.
2.3.
Voor toewijzing van de voorlopige voorziening, zoals door [eiser] wordt gevorderd, moet in hoge mate waarschijnlijk zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen.
2.4.
Op basis van de door [eiser] overgelegde stukken en omdat er geen verweer is gevoerd, wordt in rechte uitgegaan van de juistheid van de stellingen van [eiser] . Dit betekent dat de voorzieningenrechter ervan uitgaat dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij haar vordering en dat zij recht heeft op betaling van de openstaande facturen.
2.5.
Gelet op het voorgaande komt de vordering de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. De vordering wordt daarom toegewezen, zoals hierna is bepaald.
2.6.
Rebel is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [eiser] worden tot dit vonnis begroot op:
- dagvaarding € 106,73
- griffierecht 2.837,00
- salaris advocaat
1.394,00(2,0 punten × tarief € 697,00)
Totaal € 4.337,73
2.7.
De nakosten worden toegewezen als hierna vermeld.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt Rebel om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 28.622,87,
3.2.
veroordeelt Rebel in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 4.337,73,
3.3.
veroordeelt Rebel in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Rebel niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden.
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.M.G. Rulkens en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2023.
MS