ECLI:NL:RBLIM:2023:6564

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
10 november 2023
Zaaknummer
10587515 \ CV EXPL 23-2793
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling in het kader van consumentenkoop en cessie met verjaring

In deze zaak heeft CE Credit Management Invest Fund 1 B.V. (hierna: Fund) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die niet bij naam is genoemd, in verband met onbetaalde facturen voor mobiele telecommunicatiediensten en de koop van een Apple iPhone 8 Plus. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling op 6 oktober 2023. Fund vorderde een totaalbedrag van € 1.188,76, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten, terwijl de gedaagde partij verweer voerde en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van Fund.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Fund niet in staat was om de rechtsgeldigheid van de cessie aan te tonen, omdat de akte van de oudere cessie niet was overgelegd. Dit leidde tot de afwijzing van de vordering van Fund. Bovendien heeft de kantonrechter geoordeeld dat Fund misbruik van procesrecht heeft gepleegd door de gedaagde in rechte te betrekken zonder een kans van slagen voor haar vordering. De gedaagde had bovendien een beroep gedaan op verjaring, aangezien de laatste factuur dateerde van 24 januari 2021 en de dagvaarding pas op 20 juni 2023 was betekend.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van Fund afgewezen en Fund veroordeeld in de daadwerkelijke proceskosten van de gedaagde, vastgesteld op € 2.568,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.P.A. Bisscheroux op 8 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10587515 \ CV EXPL 23-2793
Vonnis van 8 november 2023
in de zaak van
CE CREDIT MANAGEMENT INVEST FUND 1 B.V.,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Fund,
gemachtigde: LegalSteps B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. W.E. Widdershoven.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief van 30 augustus 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de door Fund overgelegde producties 10 en 11
- de door [gedaagde] overgelegde productie 5
- de mondelinge behandeling van 6 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de spreekaantekeningen van [gedaagde]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op naam van [gedaagde] zijn in een winkel van T-Mobile in Krimpen aan den IJssel twee overeenkomsten tot stand gekomen. Een overeenkomst heeft betrekking op de levering van mobiele telecommunicatiediensten, terwijl de andere over de koop en financiering van een Apple Iphone 8 Plus 64 GB gaat.
2.2.
Aan [gedaagde] zijn facturen gestuurd, maar deze zijn niet betaald.
2.3.
T-Mobile heeft daarop de overeenkomsten ontbonden en een schadevergoeding in rekening gebracht.

3.Het geschil

3.1.
Fund vordert - samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van:
  • een bedrag van € 1.188,76, te vermeerderen met de wettelijke rente,
  • subsidiair met betrekking tot de resterende toestelprijs van € 697,32, een bedrag van € 35,00 per maand totdat het bedrag van € 697,32 is voldaan,
  • een bedrag van € 189,31 aan incassokosten;
  • de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Fund, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Fund, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Fund in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op 6 oktober 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [gedaagde] heeft op dit zitting aangevoerd dat de door Fund nader ingebrachte producties buiten beschouwing moeten worden gelaten. Deze zijn volgens het procesreglement te laat ingediend. De kantonrechter verwerpt dit verweer. Hoewel [gedaagde] strikt genomen gelijk heeft en de producties inderdaad te laat zijn ingediend, is hij door de te late indiening niet in zijn verdediging geschaad. De kantonrechter zal deze stukken daarom toelaten.
4.2.
Fund vordert betaling van de hiervoor in 3.1. genoemde bedragen. Zij stelt onder meer dat zij door cessie rechthebbende is geworden van de vordering. Als productie 11 heeft Fund de akte van cessie overgelegd.
4.3.
[gedaagde] heeft een aantal verweren tegen de vordering naar voren gebracht. Een van die verweren is dat er geen sprake is van een rechtsgeldige cessie. Slaagt dit verweer dan wordt de vordering op die grond afgewezen en behoeven de overige verweren geen verdere bespreking.
4.4.
Ter onderbouwing van de cessie heeft Fund als productie 11 de akte van cessie overgelegd. Uit die akte blijkt dat er sprake is van een cessieketen en dat de cessie van Fund een voortzetting van een oudere cessie betreft. De akte van die betreffende oudere cessie is niet overgelegd en desgevraagd heeft Fund ter zitting verklaard dat zij deze ook niet in haar bezit heeft en niet kan overleggen. Op grond daarvan kan niet beoordeeld worden of de cessie rechtsgeldig is. De kantonrechter zal daarom op basis van het op dit punt gevoerde verweer de vordering van Fund afwijzen.
4.5.
[gedaagde] heeft verder gevraagd om Fund te veroordelen in de daadwerkelijke proceskosten. Hij verwijst daarbij naar soortgelijke procedures tegen de voorganger van Fund. De kantonrechter is van oordeel dat een veroordeling in de daadwerkelijke proceskosten op zijn plaats is en zal daarom het verweer van [gedaagde] honoreren. Voor dit oordeel is het volgende van belang. Fund heeft [gedaagde] in rechte betrokken, terwijl zij wist dat zij de rechtsgeldige cessie niet kon aantonen. Ook is van belang dat [gedaagde] , nadat de eerste factuur van zijn rekening was afgeschreven en hij deze gestorneerd had, bij de tweede afschrijving telefonisch contact heeft opgenomen met T-Mobile. In dat telefoongesprek heeft [gedaagde] aangegeven dat zijn portemonnee met daarin onder meer zijn bankpas en identiteitskaart op 18 mei 2018 is gestolen en dat er sprake is van identiteitsfraude. T-Mobile heeft daarop aangegeven een melding te zullen maken, en daarna hebben ook geen afschrijvingen meer plaatsgevonden. [gedaagde] mocht er daarom gerechtvaardigd op vertrouwen dat de kwestie was afgehandeld. Verder is de vordering verjaard en Fund had dit kunnen en moeten weten. De laatste factuur dateert immers van 24 januari 2021, terwijl het exploot van dagvaarding op 20 juni 2023 is betekend. Fund heeft niet aangetoond of aannemelijk gemaakt dat de verjaring is gestuit. Enkel de brief van 22 maart 2023 (productie 9 bij dagvaarding) is aan het juiste adres van [gedaagde] gestuurd, maar toen was de vordering al verjaard.
4.6.
Op basis van voornoemde feiten en omstandigheden wist Fund, of behoorde zij te weten, dat haar vordering gebaseerd is op stellingen die geen kans van slagen hebben. Desondanks heeft zij [gedaagde] in rechte betrokken. Deze handelwijze levert misbruik van procesrecht op aan de zijde van Fund. Deze handelwijze is zeer kwalijk, in het bijzonder omdat de ervaring leert dat menig schuldenaar bij bedreiging met hoge kosten in een procedure de vordering betaalt of verstek laat gaan, en in sommige gevallen geheel ten onrechte tot betaling van zowel de hoofdsom als de incassokosten overgaat.
Op de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] stukken overgelegd, waaruit volgt dat de daadwerkelijke proceskosten € 2.568,00 bedragen. De kantonrechter zal dit bedrag aan [gedaagde] toewijzen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Fund af,
5.2.
veroordeelt Fund in de daadwerkelijke proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op € 2.568,00,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
plg