Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 129,86
- griffierecht € 1.384,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan CAK, gevestigd te 's-Gravenhage, betaling van een eigen bijdrage van € 22.276,49 van de gedaagde partij, die verblijft in een zorginstelling en voorzieningen heeft ontvangen. De gedaagde heeft een bedrag van € 20.670,44 onbetaald gelaten en is daarnaast een vergoeding van € 85,06 voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. De wettelijke rente over het onbetaalde bedrag is berekend tot de datum van dagvaarding, 20 juni 2023, en bedraagt € 1.520,99.
De procedure is gestart met een dagvaarding, waarna de gedaagde partij ambtshalve uitstel heeft gekregen voor het indienen van de conclusie van antwoord, maar niet heeft gereageerd. Hierdoor staat de vordering van CAK ten aanzien van de hoofdsom als niet weersproken vast. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van CAK, die is gebaseerd op wettelijke bepalingen, toewijsbaar is. De gedaagde wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van CAK zijn begroot op € 2.042,86.
De kantonrechter heeft in het vonnis bepaald dat de gedaagde aan CAK moet betalen, inclusief de wettelijke rente en de kosten van de procedure. Dit vonnis is uitgesproken door mr. E.V.L. Heuts op 8 november 2023 en is uitvoerbaar bij voorraad.