Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding en de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 7,
- de producties 8 tot en met 10 van Intrak,
- de mondelinge behandeling op 26 oktober 2023,
- de pleitnota van Intrak,
- de pleitnota van de Gemeente.
2.De feiten
- gunningscriterium 1. Kwaliteit, dat voor 65% in het totaal meeweegt (d.w.z. dat hiervoor maximaal 650 punten te scoren zijn), en
- gunningscriterium 2. Prijs, dat voor 35% (350 punten) in het totaal meeweegt.
- sub-criterium 1. Service, en
- sub criterium 2. Onderhoud.
en de gunningsmatrix. De leden van de beoordelingscommissie beoordelen eerst alle onderdelen per inschrijver individueel. Naderhand worden de beoordelingen collectief besproken en worden de verschillen in beoordeling collectief bediscussieerd. Beoordelaars kunnen aan de hand hiervan hun oordeel bijstellen. Het gemiddelde van alle individuele beoordelingen is de basis voor de berekening van het aantal punten van de kwalitatieve beoordeling."
3.Het geschil
met veroordeling van de Gemeente in de proceskosten, daaronder begrepen de nakosten, met de bepaling dat indien deze kosten niet binnen veertien kalenderdagen na dagtekening van het vonnis zijn voldaan, de Gemeente daarover zonder nadere sommatie de wettelijke rente aan Intrak verschuldigd zal zijn.
4.De beoordeling
Als uitgangspunt heeft te gelden dat de Gemeente als aanbesteder de voor haar geldende wettelijke voorschriften in acht moeten nemen, dat zij inschrijvers gelijk moeten behandelen, dat zij transparant, objectief en controleerbaar moeten handelen en dat zij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht moeten nemen. Dit betekent voor de onderhavige aanbesteding dat duidelijk uit de aanbestedingsstukken moet volgen dat sprake is van hetzij een overheidsopdracht hetzij een raamovereenkomst.
alseen apparaat van de Gemeente uit het huidige areaal onderhoud nodig heeft en
alseen apparaat uit het huidige areaal
“tzt”moet worden vervangen door een nieuw apparaat en
alsdat nieuwe apparaat vervolgens onderhoud nodig heeft. In overeenstemming daarmee wordt in de leidraad een geprognosticeerde waarde ad € 30.000,- per jaar genoemd, maar daaraan kunnen - zoals aldaar uitdrukkelijk is bepaald - geen rechten worden ontleend. Los daarvan: wil de wederpartij van de Gemeente de genoemde waarde realiseren, dan zal de Gemeente daarvoor steeds opnieuw in actie moeten komen: met een opdracht om onderhoud te plegen en/of een opdracht om een nieuw apparaat te leveren. De naar aanleiding van de aanbesteding te sluiten overeenkomst legt vast wat er dan moet gebeuren en wat het mag kosten. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de onderhavige aanbesteding daarom betrekking op een raamovereenkomst.
In de leidraad is verder de bevoegdheid tot eerdere opzegging door de Gemeente opgenomen, maar (ook) die bevoegdheid dient gelet op het voorgaande buiten beschouwing blijven.
Verder stelt de voorzieningenrechter vast dat de leidraad niet een deugdelijke motivering bevat waarom in dit geval een looptijd van vijf jaar wordt vereist.
173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)