ECLI:NL:RBLIM:2023:656

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 januari 2023
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
03.031523.22
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misleiding van een minderjarige tot ontuchtige handelingen en bezit van kinderpornografie via social media

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 27 januari 2023, is de verdachte beschuldigd van het misleiden van een 12-jarig meisje via social media, waardoor zij ontuchtige handelingen heeft gepleegd. De verdachte, geboren in 1985, heeft zich voorgedaan als een 15-jarige jongen en heeft het slachtoffer verleid tot het sturen van een naaktfoto van zichzelf. Daarnaast heeft hij een pornografische afbeelding van een volwassen man naar het slachtoffer gestuurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan drie feiten: het bewegen van een minderjarige tot ontuchtige handelingen, het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografie, en het verstrekken van een schadelijke afbeelding aan een minderjarige. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, met bijzondere voorwaarden zoals meldplicht bij de reclassering en het vermijden van kinderporno. De zaak benadrukt de ernst van online seksueel grensoverschrijdend gedrag en de gevolgen daarvan voor slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.031523.22
verstek
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 27 januari 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1985,
wonende te [adresgegevens verdachte] .

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 januari 2023. Tegen de verdachte is verstek verleend. De officier van justitie heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:door misbruik van overwicht of misleiding een minderjarige heeft bewogen tot ontuchtige handelingen;
Feit 2:kinderporno heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad;
Feit 3:pornografische beelden heeft getoond/gegeven aan iemand die nog geen 16 jaar was.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat feit 1 wettig en overtuigend kan worden bewezen.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat ook feit 2 wettig en overtuigend kan worden bewezen. De officier van justitie acht primair de pleegperiode van 3 april 2020 tot en met 17 november 2021 bewezen gezien het aantreffen van een afbeelding op de laptop van de verdachte, afkomstig van een Russische website waarvan bekend is dat er kinderpornografische afbeeldingen op staan. Deze afbeelding is op 3 april 2020 op de laptop gezet. In combinatie met het wissen van de gegevens op de gegevensdragers, acht de officier van justitie voldoende bewijs voorhanden voor zowel het feit dat deze afbeelding kinderpornografische inhoud bevatte als de pleegperiode van 3 april 2020 tot en met 17 november 2021. Subsidiair acht de officier van justitie de pleegdatum 19 juni 2021 bewezen.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het primair tenlastegelegde onder feit 3 wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.2
Het oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding
Deze zaak draait om online seksueel grensoverschrijdend contact. De verdachte wordt verweten dat hij via social media de minderjarige aangeefster heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen (feit 1), hetgeen resulteerde in een (naakt)foto die de aangeefster naar de verdachte zou hebben gestuurd (feit 2) alsmede een foto van een mannelijk geslachtsdeel die de verdachte naar de aangeefster zou hebben gestuurd (feit 3).
Bewijsmiddelen
Slachtoffer [slachtoffer]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [2]
Ik ben geboren op [geboortedatum 2] 2009. Ik werd benaderd door een persoon die zichzelf ' [naam] ' noemde. Ik heb deze persoon leren kennen via online chatplatform ' [naam platform] ’. Ik weet niet meer exact hoe maar ' [naam] ' heeft mijn telefoonnummer gevraagd. Vervolgens werd ik door het telefoonnummer [telefoonnummer] benaderd op 'Whatsapp'. Dit nummer zou toebehoren aan ' [naam] ' en we spraken wat met elkaar. Plots vroeg ' [naam] ' of ik geil was. Ik kan mij niet zoveel meer herinneren van het gesprek maar ik heb wel laten weten dat ik 13 of 14 jaar oud was. Dit is een fictieve leeftijd. ' [naam] ' verklaarde dat hij 15 jaar oud was. Vervolgens vroeg ' [naam] ' mij om een foto van mijn vagina te sturen. Ik weet niet waarom maar ik werd plots zeer angstig en heb meteen een foto van mijn vagina gestuurd. Enkele minuten later ontving ik een foto van ' [naam] '. Hierop is een penis te zien. Ik heb nog gevraagd hoe oud ' [naam] ' was en deze bleef bij zijn verklaring.
Verbalisant [verbalisant 1]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd: [3]
Het slachtoffer verstuurde haar foto op 19/06/2021. Het slachtoffer ontving de foto van de verdachte op 19/06/2021. De foto van het mannelijk geslachtsdeel komt in alle waarschijnlijkheid niet overeen met een geslachtsdeel van een jongen van 15 jaar oud. De penis is dermate ontwikkeld en is voorzien van haargroei die overeenkomt met de penis van een volwassen man.
Bij het aanvankelijk proces-verbaal is een afbeelding gevoegd, inhoudende een screenshot van het Whatsappgesprek tussen [slachtoffer] en de gebruiker van het nummer [telefoonnummer] . Het gesprek houdt onder andere het volgende in:
[slachtoffer] : hou oud ben je alweer
[telefoonnummer] : 15 bijna 16 [4]
Verbalisant [verbalisant 2]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd: [5]
De afbeelding van haar vagina welke aangeefster Lisa [slachtoffer] gestuurd heeft op verzoek van een persoon welke zich uitgaf als [naam] werd door mij bekeken en beoordeeld als kinderpornografisch.
Op de foto staat een meisje afgebeeld van halverwege haar hoofd tot halverwege haar bovenbenen. Te zien is dat zij een T-shirt aan heeft welke zij naar boven vast houdt. Te zien is dat zij een ontbloot onderlichaam heeft. De foto wordt van beneden naar boven gemaakt en daardoor is haar vagina prominent in beeld.
Verbalisant [verbalisant 3]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd: [6]
De telecomoperator Proximus wordt gevorderd om over te gaan tot identificatie van de titularis/abonnee van het oproepnummer [telefoonnummer] . Wij kunnen vaststellen dat [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] , op 31/05/1985, de titularis is van het oproepnummer. Volgens de gegevens van Proximus zou betrokkene woonachtig zijn te [adresgegevens verdachte] . Het e-mailadres [e-mailadres] werd opgegeven bij Proximus. Het oproepnummer is actief sedert 20/02/2019.
De verklaring van de
verdachteafgelegd bij de politie, voor zover inhoudende: [7]
M: Onder andere werd er een mobiele telefoon, van het merk Nokia, type TA-1033, met IMEI nummer [IMEI nummer] in beslag genomen.
V: Wat kun je over deze telefoon verklaren?
A: Dat weet ik niet meer. Hier zat gewoon een SIM kaart in. Ik leende die ook uit aan mijn tante. Dit is 3 of 4 jaar geleden.
V: Wie maakt er allemaal gebruik van deze telefoon?
A: Mijn tante even en ik.
M: Om WhatsApp te kunnen gebruiken, dient er een telefoonnummer gekoppeld te zijn aan de applicatie. Uit digitaal onderzoek blijkt dat het nummer gekoppeld aan deze applicatie, het Belgische nummer [telefoonnummer] is.
V: Wat kun je hierover verklaren?
A: Dat kan. Ik heb dat ooit voor MyProximus gebruikt.
Verbalisant [verbalisant 4]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd: [8]
Ik zag dat de volgende gegevens die identificerend zijn voor het goed, vanaf hier verder telefoon genoemd, waren opgeslagen:
Merk: Nokia
Type: TA-1033
IMEI nummer: [IMEI nummer]
Ik zag dat op de telefoon de online communicatiedienst WhatsApp was geïnstalleerd. Ik zag dat het, aan een telefoonnummer gekoppelde, account [telefoonnummer] @s.whatsapp.net was.
Bewijsoverweging
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2 en 3. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 19 juni 2021 had [slachtoffer] via de chatwebsite [naam platform] een gesprek met een persoon die zich voordeed als ‘ [naam] ’ van 15 jaar oud. Deze ‘ [naam] ’ vroeg aan [slachtoffer] naar haar telefoonnummer, waarna beiden contact hadden via Whatsapp. In dit contact is [slachtoffer] door ‘ [naam] ’ door misleiding bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zichzelf, namelijk het gedeeltelijk uitkleden en het tonen van onder andere haar ontblote vagina, en het verzenden van een afbeelding van deze handelingen. Deze afbeelding is beoordeeld als kinderpornografisch. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte [slachtoffer] misleid door het aannemen van een veel jongere leeftijd dan zijn daadwerkelijke kalenderleeftijd (verdachte is geboren in 1985 maar doet zich op 19 juni 2021 voor als een minderjarige jongen van 15 jaar oud). Ook is door deze ‘ [naam] ’ vervolgens een afbeelding van een ontblote penis van een volwassen man naar [slachtoffer] gestuurd.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte deze ‘ [naam] ’ is geweest en overweegt daartoe als volgt. ‘ [naam] ’ maakte gebruik van het telefoonnummer van de verdachte. Dit telefoonnummer is bovendien gekoppeld aan een Whatsappaccount op de Nokia telefoon in gebruik bij de verdachte. Daarbij heeft de verdachte verklaard dat alleen hij en zijn tante gebruik maakten van deze telefoon, maar zijn tante enkele jaren voorafgaand aan het feit.
De verdachte heeft zich gedurende het volledige politieonderzoek ten aanzien van de zaakinshoudelijke vragen beroepen op zijn zwijgrecht. De verdachte heeft dan ook geen verduidelijking gegeven met betrekking tot het gebruik van zijn telefoonnummer op Whatsapp tijdens het gesprek met [slachtoffer] .
Hoewel de omstandigheid dat een verdachte weigert een verklaring af te leggen of een bepaalde vraag te beantwoorden op zichzelf, mede gelet op het bepaalde in artikel 29, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet als bewijs kan worden gebruikt, brengt dat echter niet met zich dat de rechtbank, indien een verdachte voor een omstandigheid, die op zichzelf of in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen beschouwd redengevend moet worden geacht voor het bewijs van het aan hem ten laste gelegde feit, geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende, verklaring heeft gegeven, zulks niet in haar overwegingen over het gebruikte bewijsmateriaal zou mogen betrekken (vgl. ECLI:NL:HR:1997:ZD0733).
De verdachte heeft geen redelijke verklaring voor de belastende omstandigheden gegeven terwijl deze omstandigheden schreeuwen om een uitleg van de verdachte. De overtuiging van de rechtbank dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten wordt hierdoor versterkt.
De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte:
- [slachtoffer] door misleiding heeft gedwongen ontuchtige handelingen te plegen (feit 1);
- een kinderpornografische afbeelding (te weten van de hiervoor omschreven foto van [slachtoffer] ) heeft verworven en in bezit gehad (feit 2);
- een voor minderjarigen schadelijke foto van een penis heeft verstrekt aan die [slachtoffer] (feit 3).
Partiele vrijspraak feit 2
De rechtbank zal de verdachte partieel vrijspreken voor wat betreft de kinderpornografische afbeelding zoals vermeld op pg. 77 van het dossier (het laatste gedachtestreepje uit feit 2). De inhoud van deze afbeelding is immers onbekend gebleven. Het enkele feit dat de afbeelding afkomstig is van een website waar onder andere afbeeldingen met kinderpornografische inhoud worden gedeeld, maakt niet dat met zekerheid gesteld kan worden dat ook deze afbeelding kinderpornografische inhoud bevatte, nu er ook afbeeldingen op deze website gedeeld worden zonder kinderpornografische inhoud.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1:
op 19 juni 2021 te Maasbracht, in de gemeente Maasgouw, althans in Nederland, een persoon, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2009, van wie hij, verdachte, redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door misleiding, te weten door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
(door middel van [naam platform] - en WhatsAppberichten)
- zich in strijd met de waarheid voor te doen als een minderjarige jongen van 15 jaar genaamd [naam] en (vervolgens)
- ( zich voordoende als [naam] ) aan die [slachtoffer] te vragen wat haar telefoonnummer was en (vervolgens) die [slachtoffer] via WhatsApp te benaderen en aan die [slachtoffer] te vragen of zij geil was en of zij een foto van haar (ontblote) vagina naar die [naam] wilde sturen en
- toen die [slachtoffer] aan hem, verdachte, vroeg "Hoe oud ben je alweer", via WhatsApp aan die [slachtoffer] toevoegen van de woorden: "15 bijna 16",
opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen, te weten het eenmaal (voor een door haar ingeschakelde camera)
- zich (gedeeltelijk) uitkleden en (gedeeltelijk) ontbloten van haar vagina en onderlichaam en
- tonen van haar (gedeeltelijk) ontblote vagina en onderlichaam,
te plegen;
Feit 2:
op 19 juni 2021, te Maasbracht, in de gemeente Maasgouw, althans in Nederland,
een afbeelding van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven en in bezit gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, in beeld gebracht wordt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
Feit 3 primair:
op 19 juni 2021 te Maasbracht, in de gemeente Maasgouw, in elk geval in Nederland,
een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten een foto met daarop de (gedeeltelijk) ontblote penis van verdachte, althans van een (volwassen) man,
(via WhatsApp) heeft verstrekt aan [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2009), van wie hij redelijkerwijs moest vermoeden, dat deze jonger was dan zestien jaar.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
door misleiding een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen
Feit 2:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben
Feit 3:
een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, verstrekken aan een minderjarige van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze jonger is dan zestien jaar
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een taakstraf van 240 uren en een gevangenisstraf van 6 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden als voorgesteld door de reclassering, te weten: meldplicht, meewerken aan diagnostiek en indien geïndiceerd ambulante behandeling, het vermijden van kinderporno en een verbod op het uitvoeren van werk met minderjarigen, dan wel een algeheel contactverbod met minderjarigen. De officier van justitie verzoekt de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan misleiding van een meisje van, toentertijd, 12 jaar door zich op social media voor te doen als 15-jarige jongen. Hij heeft haar bewogen ontuchtige handelingen – het sturen van een foto van haar blote vagina – te plegen. Hiermee heeft de verdachte tevens kinderporno verworven en in zijn bezit gehad. Bovendien heeft de verdachte een pornografische afbeelding naar het slachtoffer gestuurd. De rechtbank neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij het vertrouwen van het slachtoffer heeft geschaad en zijn eigen seksuele behoeften boven haar belang heeft gesteld. Het behoeft geen betoog dat dergelijke feiten zeer nadelige gevolgen kunnen hebben in de zin van psychische en emotionele schade bij slachtoffers en dat zij hierdoor kunnen worden geschaad in hun verdere ontwikkeling.
De reclassering heeft op 2 februari 2022 een rapport opgesteld. Gelet op de vroege fase in het strafrechtelijke proces kon er ten tijde van dit onderzoek nog geen inschatting van de risico’s gemaakt worden of advies ten behoeve van de inhoudelijke behandeling worden gegeven. Wel is er door de reclassering opgemerkt dat het lastig was om zicht te krijgen op het leven van de verdachte. De reclassering heeft op 28 december 2022 een reclasseringsrapport ten behoeve van de rechtszitting opgesteld. Het bleek echter niet mogelijk om in contact te komen met de verdachte waardoor het niet mogelijk was een inschatting van de risico’s te maken. De reclassering heeft wel geadviseerd tot het opleggen van een – deels – voorwaardelijke straf indien de verdachte ter zitting zijn bereidheid zou tonen om mee te werken aan op te leggen bijzondere voorwaarden. Hierbij heeft de reclassering de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd: meldplicht bij de reclassering, diagnostiek en ambulante behandeling, vermijden van kinderporno en een verbod op bepaalde werkzaamheden.
Ook is er een Pro Justitia rapportage door psycholoog drs. F.M. Vuister opgesteld. Nu het niet mogelijk bleek om in contact te komen met de verdachte, was het niet mogelijk om hem te onderzoeken. Hierdoor heeft er geen diagnostiek plaats kunnen vinden en heeft de psycholoog geen prognoses en adviezen kunnen geven.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 7 december 2022. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld.
De rechtbank is van oordeel dat de eis van de officier van justitie gematigd moet worden gelet op het blanco strafblad van de verdachte en het feit dat de verdachte slechts in het bezit was van één kinderpornografische afbeelding, de misleiding van de minderjarige slechts op één datum heeft plaatsgevonden en er enkel virtueel contact heeft plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat al het voorgaande afwegende en gelet op opgelegde straffen in vergelijkbare gevallen een taakstraf van 150 uren passend en geboden is.
Nu de verdachte niet ter terechtzitting aanwezig was, heeft de rechtbank geen inzicht kunnen krijgen in zijn persoon, zijn beweegredenen bij zijn gedragingen en de noodzaak en de bereidheid om zich te laten behandelen. Dat inzicht wordt ook niet geboden door een reclasseringsrapport of psychologisch rapport. De rechtbank acht het echter van belang ter voorkoming van recidive dat er aan de verdachte een voorwaardelijke straf waaraan bijzondere voorwaarden zijn verbonden wordt opgelegd. De rechtbank hoopt met het opleggen van een voorwaardelijke straf te bewerkstelligen dat de verdachte zich in de toekomst onthoudt van het plegen van strafbare feiten in het algemeen en van strafbare feiten met betrekking tot (kinder)pornografie en misleiding van minderjarigen in het bijzonder. De rechtbank zal derhalve aan de verdachte een gevangenisstraf van 120 dagen opleggen waarvan 119 dagen voorwaardelijk en zal hieraan de volgende bijzondere voorwaarden verbinden: meldplicht bij de reclassering, diagnostiek en ambulante behandeling en het vermijden van kinderporno met toezicht hierop.
De rechtbank zal het verbod op werken met minderjarigen niet als bijzondere voorwaarde aan de voorwaardelijke straf verbinden. De rechtbank is namelijk van oordeel dat deze bijzondere voorwaarde een verkapt beroepsverbod in de zin van artikel 251 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht zou inhouden. Daarbij overweegt de rechtbank dat een verdachte van een misdrijf gepleegd in zijn beroep op grond van dit artikel in de uitoefening van dat beroep kan worden ontzet. Nu onderhavige feiten niet zijn gepleegd in de uitoefening van het beroep van de verdachte, is het niet mogelijk om aan de verdachte een beroepsverbod in de zin van dit artikel op te leggen. Daarnaast zou deze voorgestelde bijzondere voorwaarde naar het oordeel van de rechtbank verstrekkendere gevolgen hebben dan enkel het beroepsverbod; immers zou de bijzondere voorwaarde ertoe leiden dat geen enkel beroep met minderjarigen meer mag worden uitgeoefend, waar het beroepsverbod enkel ziet op de uitoefening van het beroep waarin het strafbare feit is gepleegd. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat deze bijzondere voorwaarde niet aan de proeftijd kan worden verbonden. Hetzelfde geldt voor een algeheel contactverbod met minderjarigen, hetgeen immers nog – veel – verstrekkender is dan het beroepsverbod.
De rechtbank zal de bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar verklaren. Bijzondere voorwaarden kunnen dadelijk uitvoerbaar worden verklaard als er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam. De rechtbank is van oordeel dat er in dit geval onvoldoende indicatie is dat de verdachte op korte termijn een dergelijk misdrijf zal begaan. Dit mede gelet op het feit dat contact met verdachte de afgelopen maanden onmogelijk is gebleken en hij ook niet is verschenen ter terechtzitting, waardoor onvoldoende bekend is over de verdachte.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240a, 240b en 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.3 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 120 dagen waarvan 119 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
  • bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
a. Meldplicht bij reclassering
Veroordeelde meldt zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Slachthuisstraat 31 te Roermond via telefoonnummer 088-8041501. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Diagnostiek en ambulante behandeling
Veroordeelde werkt mee aan diagnostiek en laat zich -indien geïndiceerd- behandelen door De Rooyse Wissel Ambulant Behandelen of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Vermijden kinderporno
Veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
  • geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
  • veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 uren;
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 75 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Bastiaans, voorzitter, mr. H.E.G. Peters en mr. J.M.E. Kessels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.L.L. Ruijters, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 januari 2023.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij op of omstreeks 19 juni 2021 te Maasbracht, in de gemeente Maasgouw, in elk geval in Nederland,
een persoon, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2009, van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bestaande uit het grote/aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer] en/of door misleiding, te weten door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
(door middel van [naam platform] - en/of WhatsApp- en/of chat-/internetberichten)
- zich (in strijd met de waarheid) voor te doen als een (minderjarige) jongen (van 15 jaar) genaamd en/of zich noemende en/of gebruik makend van de naam [naam] en/of als een leeftijdgenoot van die [slachtoffer] en/of als een persoon die (beduidend) jonger was dan hij, verdachte, in werkelijkheid was, althans als een ander dan zichzelf en/of (vervolgens)
- ( zich voordoende als en/of gebruik makend van de naam [naam] ) aan die [slachtoffer] te vragen of zij telefoonnummers wilde uitwisselen en/of wat haar telefoonnummer was en/of (vervolgens) die [slachtoffer] (via WhatsApp) te benaderen en/of aan die [slachtoffer] te vragen of zij geil was en/of of zij een foto van haar (ontblote) vagina wilde maken en/of naar die [naam] wilde sturen en/of
- toen die [slachtoffer] aan hem, verdachte, vroeg "Hoe oud ben je alweer", (via WhatsApp) aan die [slachtoffer] toevoegen van (de) woorden (van de strekking): "15 bijna 16",
opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens) (voor een door haar ingeschakelde camera)
- zich (gedeeltelijk) uitkleden en/of (gedeeltelijk) ontbloten van haar vagina en/of onderlichaam en/of
- ( gedeeltelijk en/of enigszins) spreiden van haar benen en/of
- tonen van haar (gedeeltelijk) onblote vagina en/of onderlichaam,
te plegen of zodanige handelingen van hem, verdachte, te dulden;
T.a.v. feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 3 april 2020 tot en met 17 november 2021, althans op 19 juni 2021,
te Maasbracht, in de gemeente Maasgouw, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
(een) afbeelding(en), te weten (een) foto('s) en/of film(s) en/of video('s) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, te weten een of meer telefoon(s) (Samsung en/of Nokia) en/of een laptop (Acer) en/of een tablet (Samsung) -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd,
uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de anus, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(een foto, zoals te zien op p. 23 pv en/of waarover door slof verklaard op p.
19 pv en/of zoals beschreven op p. 1 van het pv bevindingen LBRBD21033-20,
d.d. 15-03-2022 pv)
en/of
een afbeelding met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] en/of
[bestandsnaam 2] , zie p. 77 pv;
T.a.v. feit 3 primair:
Hij op of omstreeks 19 juni 2021 te Maasbracht, in de gemeente Maasgouw, in elk geval in Nederland,
een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten een foto met daarop de (gedeeltelijk) ontblote penis van hem, verdachte, althans van een (volwassen) man,
(via WhatsApp) heeft verstrekt, aangeboden of vertoond aan [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2009), althans aan een minderjarige van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, dat deze jonger was dan zestien jaar;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2021175738, gesloten d.d. 7 februari 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 113.
2.Het proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] d.d. 30 juni 2021, p. 19.
3.Het aanvankelijk proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 30 juni 2021, p. 17.
4.Bijlage behorende bij het aanvankelijk proces-verbaal d.d. 30 juni 2021, p. 23; het aanvankelijk proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 30 juni 2021, p. 17.
5.Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] d.d. 15 maart 2022, proces-verbaalnummer: LBRBD21033-20.
6.Het navolgend proces-verbaal d.d. 9 augustus 2021, p. 25.
7.Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 februari 2022, p. 106-107.
8.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] d.d. 24 november 2021, p. 72.