3.2Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
Deze zaak draait om online seksueel grensoverschrijdend contact. De verdachte wordt verweten dat hij via social media de minderjarige aangeefster heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen (feit 1), hetgeen resulteerde in een (naakt)foto die de aangeefster naar de verdachte zou hebben gestuurd (feit 2) alsmede een foto van een mannelijk geslachtsdeel die de verdachte naar de aangeefster zou hebben gestuurd (feit 3).
Bewijsmiddelen
Slachtoffer [slachtoffer]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik ben geboren op [geboortedatum 2] 2009. Ik werd benaderd door een persoon die zichzelf ' [naam] ' noemde. Ik heb deze persoon leren kennen via online chatplatform ' [naam platform] ’. Ik weet niet meer exact hoe maar ' [naam] ' heeft mijn telefoonnummer gevraagd. Vervolgens werd ik door het telefoonnummer [telefoonnummer] benaderd op 'Whatsapp'. Dit nummer zou toebehoren aan ' [naam] ' en we spraken wat met elkaar. Plots vroeg ' [naam] ' of ik geil was. Ik kan mij niet zoveel meer herinneren van het gesprek maar ik heb wel laten weten dat ik 13 of 14 jaar oud was. Dit is een fictieve leeftijd. ' [naam] ' verklaarde dat hij 15 jaar oud was. Vervolgens vroeg ' [naam] ' mij om een foto van mijn vagina te sturen. Ik weet niet waarom maar ik werd plots zeer angstig en heb meteen een foto van mijn vagina gestuurd. Enkele minuten later ontving ik een foto van ' [naam] '. Hierop is een penis te zien. Ik heb nog gevraagd hoe oud ' [naam] ' was en deze bleef bij zijn verklaring.
Verbalisant [verbalisant 1]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Het slachtoffer verstuurde haar foto op 19/06/2021. Het slachtoffer ontving de foto van de verdachte op 19/06/2021. De foto van het mannelijk geslachtsdeel komt in alle waarschijnlijkheid niet overeen met een geslachtsdeel van een jongen van 15 jaar oud. De penis is dermate ontwikkeld en is voorzien van haargroei die overeenkomt met de penis van een volwassen man.
Bij het aanvankelijk proces-verbaal is een afbeelding gevoegd, inhoudende een screenshot van het Whatsappgesprek tussen [slachtoffer] en de gebruiker van het nummer [telefoonnummer] . Het gesprek houdt onder andere het volgende in:
[slachtoffer] : hou oud ben je alweer
[telefoonnummer] : 15 bijna 16
Verbalisant [verbalisant 2]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
De afbeelding van haar vagina welke aangeefster Lisa [slachtoffer] gestuurd heeft op verzoek van een persoon welke zich uitgaf als [naam] werd door mij bekeken en beoordeeld als kinderpornografisch.
Op de foto staat een meisje afgebeeld van halverwege haar hoofd tot halverwege haar bovenbenen. Te zien is dat zij een T-shirt aan heeft welke zij naar boven vast houdt. Te zien is dat zij een ontbloot onderlichaam heeft. De foto wordt van beneden naar boven gemaakt en daardoor is haar vagina prominent in beeld.
Verbalisant [verbalisant 3]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
De telecomoperator Proximus wordt gevorderd om over te gaan tot identificatie van de titularis/abonnee van het oproepnummer [telefoonnummer] . Wij kunnen vaststellen dat [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] , op 31/05/1985, de titularis is van het oproepnummer. Volgens de gegevens van Proximus zou betrokkene woonachtig zijn te [adresgegevens verdachte] . Het e-mailadres [e-mailadres] werd opgegeven bij Proximus. Het oproepnummer is actief sedert 20/02/2019.
De verklaring van de
verdachteafgelegd bij de politie, voor zover inhoudende:
M: Onder andere werd er een mobiele telefoon, van het merk Nokia, type TA-1033, met IMEI nummer [IMEI nummer] in beslag genomen.
V: Wat kun je over deze telefoon verklaren?
A: Dat weet ik niet meer. Hier zat gewoon een SIM kaart in. Ik leende die ook uit aan mijn tante. Dit is 3 of 4 jaar geleden.
V: Wie maakt er allemaal gebruik van deze telefoon?
A: Mijn tante even en ik.
M: Om WhatsApp te kunnen gebruiken, dient er een telefoonnummer gekoppeld te zijn aan de applicatie. Uit digitaal onderzoek blijkt dat het nummer gekoppeld aan deze applicatie, het Belgische nummer [telefoonnummer] is.
V: Wat kun je hierover verklaren?
A: Dat kan. Ik heb dat ooit voor MyProximus gebruikt.
Verbalisant [verbalisant 4]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Ik zag dat de volgende gegevens die identificerend zijn voor het goed, vanaf hier verder telefoon genoemd, waren opgeslagen:
Merk: Nokia
Type: TA-1033
IMEI nummer: [IMEI nummer]
Ik zag dat op de telefoon de online communicatiedienst WhatsApp was geïnstalleerd. Ik zag dat het, aan een telefoonnummer gekoppelde, account [telefoonnummer] @s.whatsapp.net was.
Bewijsoverweging
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2 en 3. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 19 juni 2021 had [slachtoffer] via de chatwebsite [naam platform] een gesprek met een persoon die zich voordeed als ‘ [naam] ’ van 15 jaar oud. Deze ‘ [naam] ’ vroeg aan [slachtoffer] naar haar telefoonnummer, waarna beiden contact hadden via Whatsapp. In dit contact is [slachtoffer] door ‘ [naam] ’ door misleiding bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zichzelf, namelijk het gedeeltelijk uitkleden en het tonen van onder andere haar ontblote vagina, en het verzenden van een afbeelding van deze handelingen. Deze afbeelding is beoordeeld als kinderpornografisch. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte [slachtoffer] misleid door het aannemen van een veel jongere leeftijd dan zijn daadwerkelijke kalenderleeftijd (verdachte is geboren in 1985 maar doet zich op 19 juni 2021 voor als een minderjarige jongen van 15 jaar oud). Ook is door deze ‘ [naam] ’ vervolgens een afbeelding van een ontblote penis van een volwassen man naar [slachtoffer] gestuurd.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte deze ‘ [naam] ’ is geweest en overweegt daartoe als volgt. ‘ [naam] ’ maakte gebruik van het telefoonnummer van de verdachte. Dit telefoonnummer is bovendien gekoppeld aan een Whatsappaccount op de Nokia telefoon in gebruik bij de verdachte. Daarbij heeft de verdachte verklaard dat alleen hij en zijn tante gebruik maakten van deze telefoon, maar zijn tante enkele jaren voorafgaand aan het feit.
De verdachte heeft zich gedurende het volledige politieonderzoek ten aanzien van de zaakinshoudelijke vragen beroepen op zijn zwijgrecht. De verdachte heeft dan ook geen verduidelijking gegeven met betrekking tot het gebruik van zijn telefoonnummer op Whatsapp tijdens het gesprek met [slachtoffer] .
Hoewel de omstandigheid dat een verdachte weigert een verklaring af te leggen of een bepaalde vraag te beantwoorden op zichzelf, mede gelet op het bepaalde in artikel 29, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet als bewijs kan worden gebruikt, brengt dat echter niet met zich dat de rechtbank, indien een verdachte voor een omstandigheid, die op zichzelf of in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen beschouwd redengevend moet worden geacht voor het bewijs van het aan hem ten laste gelegde feit, geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende, verklaring heeft gegeven, zulks niet in haar overwegingen over het gebruikte bewijsmateriaal zou mogen betrekken (vgl. ECLI:NL:HR:1997:ZD0733). De verdachte heeft geen redelijke verklaring voor de belastende omstandigheden gegeven terwijl deze omstandigheden schreeuwen om een uitleg van de verdachte. De overtuiging van de rechtbank dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten wordt hierdoor versterkt.
De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte:
- [slachtoffer] door misleiding heeft gedwongen ontuchtige handelingen te plegen (feit 1);
- een kinderpornografische afbeelding (te weten van de hiervoor omschreven foto van [slachtoffer] ) heeft verworven en in bezit gehad (feit 2);
- een voor minderjarigen schadelijke foto van een penis heeft verstrekt aan die [slachtoffer] (feit 3).
Partiele vrijspraak feit 2
De rechtbank zal de verdachte partieel vrijspreken voor wat betreft de kinderpornografische afbeelding zoals vermeld op pg. 77 van het dossier (het laatste gedachtestreepje uit feit 2). De inhoud van deze afbeelding is immers onbekend gebleven. Het enkele feit dat de afbeelding afkomstig is van een website waar onder andere afbeeldingen met kinderpornografische inhoud worden gedeeld, maakt niet dat met zekerheid gesteld kan worden dat ook deze afbeelding kinderpornografische inhoud bevatte, nu er ook afbeeldingen op deze website gedeeld worden zonder kinderpornografische inhoud.