Op 27 januari 2023 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers, vertegenwoordigd door C.H.P. Hendrix, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht, vertegenwoordigd door T. Goessens. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 22 december 2020 is verleend aan LEA Immobilienvermittlungs GmbH voor het realiseren van appartementen in een bestaand pand aan de [adres] te [plaats]. Eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 15 juni 2021, waarin hun bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 21 december 2022.
Eisers voeren verschillende gronden aan tegen de vergunning, waaronder dat de vergunning in strijd is met de Ladder voor duurzame verstedelijking, dat er onvoldoende parkeercapaciteit is en dat het vertrouwensbeginsel is geschonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning is verleend in overeenstemming met de bestemmingsplannen en dat de belangenafweging door verweerder correct is uitgevoerd. De rechtbank oordeelt dat de vergunning niet in strijd is met de Ladder, omdat deze is verleend op basis van een kruimelgevallenlijst. Ook de argumenten van eisers over parkeercapaciteit en het vertrouwensbeginsel worden verworpen.
De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de omgevingsvergunning te verlenen. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.