ECLI:NL:RBLIM:2023:6461

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
C/03/321776 / HA ZA 23-394
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident betreffende voeging van rechtszaken met identieke geschilpunten

Op 1 november 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een vonnis gewezen in een incident betreffende de voeging van twee rechtszaken. De eisers, bestaande uit een vennootschap onder firma en twee besloten vennootschappen, hebben een appartementsrecht gekocht dat hen het exclusieve gebruik van een appartement in het plangebied Groene Loper te Maastricht verleent. De eisers stellen dat de koopovereenkomst hen het recht geeft op de aansluiting van PV-panelen op hun appartement, maar na de koop ontvingen zij een erratum waarin werd vermeld dat de PV-panelen op het gehele appartementencomplex zouden worden aangesloten, wat hen niet beviel.

In het incident vorderden de eisers dat de hoofdzaak zou worden gevoegd met een andere aanhangige zaak bij dezelfde rechtbank, met het zaaknummer C/03/322293 / HA ZA 23-419. De eisers voerden aan dat de feitelijke omstandigheden en het geschil in beide zaken vrijwel identiek zijn. De gedaagden, DGL c.s., hebben zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de vordering tot voeging in de andere zaak is toegewezen, waardoor er geen belang meer bestaat bij een toewijzing van de voeging in deze procedure. De rechtbank heeft besloten dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. In de hoofdzaak is bepaald dat de zaak op 13 december 2023 weer op de rol zal komen voor conclusie van antwoord en opgave van verhinderdata voor een mondelinge behandeling in de periode van april tot en met september 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/321776 / HA ZA 23-394
Vonnis in incident van 1 november 2023
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

2.
[eiseres sub 2],
beiden wonend te [woonplaats] ,
eisers in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. F. Boukhris,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VASTGOEDMAATSCHAPPIJ GROENE LOPER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BALLAST NEDAM GROENE LOPER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat mr. R. van Cooten.
Partijen zullen hierna [eisers] en DGL c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding tevens incidentele vordering tot voeging ex art 222 Rv met
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschilin de hoofdzaak

2.1.
[eisers] hebben van DGL c.s. een appartementsrecht gekocht dat recht geeft op het uitsluitend gebruik van een appartement gelegen in het plangebied Groene Loper te Maastricht. Uit de technische omschrijving en de verkooptekening behorende bij de koopovereenkomst blijkt volgens [eisers] dat er PV-panelen worden aangesloten op hun individuele appartement waardoor de opgewekte energie toekomt aan hun appartement. Na de koop van het appartementsrecht hebben DGL c.s. een erratum toegezonden waarin vermeld staat dat de PV-panelen op het appartementencomplex worden aangesloten en de opgewekte energie gebruikt zal worden voor het verbruik van de elektriciteit van de algemene ruimtes. [eisers] kunnen zich hier niet mee verenigen.
in het incident
2.2.
[eisers] vorderen dat de hoofdzaak wordt gevoegd met de bij deze rechtbank aanhangige zaak met het zaaknummer / rolnummer C/03/322293 / HA ZA 23-419. [eisers] voeren daartoe aan dat de feitelijke omstandigheden en het geschil in beide zaken vrijwel identiek zijn.
2.3.
DGL c.s. refereren zich aan het oordeel van de rechtbank.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
In de zaak met het zaaknummer / rolnummer 322293 / HA ZA 23-419 is voeging met deze zaak gevorderd. Deze vordering is toegewezen bij vonnis van vandaag, zodat geen belang meer bestaat bij een toewijzende beslissing in het incident tot voeging in de onderhavige procedure.
3.2.
De rechtbank acht termen aanwezig de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
verstaat dat bij vonnis in incident van 1 november 2023 in de zaak met het zaaknummer / rolnummer C/03/322293 / HA ZA 23-419 is besloten dat voormelde zaak wordt gevoegd met de onderhavige zaak,
4.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
4.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
13 december 2023voor conclusie van antwoord alsmede opgave verhinderdata zijdens beide partijen voor een te bepalen mondelinge behandeling in de periode april 2024 tot en met september 2024.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH