Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding, met 14 producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot (relatieve) onbevoegdheid op grond van artikel 110 lid 1 Rv, met 14 producties;
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.Het geschil in incident
medebevoegd de rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan. Het woord ‘mede’ in artikel 102 Rv duidt erop dat sprake is van een alternatieve bevoegdheidsregel naast die van artikel 99 Rv, zodat de eisende partij een keuzemogelijkheid heeft.
de plaats waar de schade is ingetreden(“Erfolgsort”) als
de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis(“Handlungsort”), maar mag het begrip niet zo ruim worden uitgelegd dat het iedere plaats omvat waar de schadelijke gevolgen van een feit dat reeds elders daadwerkelijk ingetreden schade heeft veroorzaakt, zich openbaren of voelbaar zijn (vgl. HvJEG 19 september 1995, NJ 1997, 52, zaak C-364/93 (Marinari) Jutrijp. 1995, p. I-2733).
de plaats waar de schade is ingetredende locatie van [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] te [vestigingsplaats] is. De locatie van [vestigingsplaats] is gelegen in het arrondissement van de rechtbank Limburg.
de schadeveroorzakende gebeurteniszich vanuit de burelen van Servaplant heeft plaatsgevonden doet, wat daar inhoudelijk verder ook van zij, daar niet aan af, nu een eisende partij immers de keuze heeft of hij de gedaagde partij oproept voor de rechter van de plaats waar de schade is ingetreden, dan wel voor de rechter van de plaats van de veroorzakende gebeurtenis die aan de schade ten grondslag ligt (vgl. o.a. HvJ EG 30 november 1976 – Bier/Mines de potasse d’Alsace, zaak 21/76, ECLI:EU:C:1976:166).