ECLI:NL:RBLIM:2023:6458

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
C/03/322293 / HA ZA 23-419
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident betreffende voeging verknochte zaken in geschil over appartementsrecht en PV-panelen

Op 1 november 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een vonnis gewezen in een incident betreffende de voeging van verknochte zaken. De eiser, die een appartementsrecht heeft gekocht in het plangebied Groene Loper te Maastricht, heeft een geschil met de gedaagden, DGL c.s., over de aansluiting van PV-panelen op zijn appartement. De eiser stelt dat de koopovereenkomst hem het recht geeft op het uitsluitend gebruik van de opgewekte energie van de PV-panelen, terwijl de gedaagden in een erratum hebben aangegeven dat de energie bestemd is voor de algemene ruimtes van het appartementencomplex. Dit heeft geleid tot een conflict over de interpretatie van de koopovereenkomst.

In het incident heeft de eiser verzocht om voeging van de hoofdzaak met een andere aanhangige zaak, omdat de feitelijke omstandigheden en geschilpunten in beide zaken vrijwel identiek zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van verknochte zaken en heeft de incidentele vordering toegewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van een efficiënte procesvoering is om beide zaken samen te behandelen, om tegenstrijdige beslissingen te voorkomen.

De rechtbank heeft daarnaast bepaald dat de proceskosten in het incident worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De zaak zal op 13 december 2023 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord en opgave van verhinderdata voor een mondelinge behandeling in de periode van april tot en met september 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/322293 / HA ZA 23-419
Vonnis in incident van 1 november 2023
in de zaak van
[eiser in de hoofdzaak, eiser in het incident],
wonend te [woonplaats] ,
eiser in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. W.J.F. Geertsen,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde in de hoofdzaak, verweerster in het incident sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VASTGOEDMAATSCHAPPIJ DE GROENE LOPER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BALLAST NEDAM GROENE LOPER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat mr. R. van Cooten.
Partijen zullen hierna [eiser in de hoofdzaak, eiser in het incident] en DGL c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding tevens incidentele vordering tot voeging ex art 222 Rv met
  • de akte overlegging productie van [eiser in de hoofdzaak, eiser in het incident] met productie 20
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschilin de hoofdzaak

2.1.
[eiser in de hoofdzaak, eiser in het incident] heeft van DGL c.s. een appartementsrecht gekocht dat recht geeft op het uitsluitend gebruik van een appartement gelegen in het plangebied Groene Loper te Maastricht. Uit de technische omschrijving en de verkooptekening behorende bij de koopovereenkomst blijkt volgens [eiser in de hoofdzaak, eiser in het incident] dat er PV-panelen worden aangesloten op zijn individuele appartement waardoor de opgewekte energie toekomt aan zijn appartement. Na de koop van het appartementsrecht hebben DGL c.s. een erratum toegezonden waarin vermeld staat dat de PV-panelen op het appartementencomplex worden aangesloten en de opgewekte energie gebruikt zal worden voor het verbruik van elektriciteit van de algemene ruimtes. [eiser in de hoofdzaak, eiser in het incident] kan zich hier niet mee verenigen.
in het incident
2.2.
[eiser in de hoofdzaak, eiser in het incident] vordert dat de hoofdzaak wordt gevoegd met de bij deze rechtbank aanhangige zaak met het zaaknummer / rolnummer C/03/321776 / HA ZA 23-394. [eiser in de hoofdzaak, eiser in het incident] voert daartoe aan dat de feitelijke omstandigheden en het geschil in beide zaken vrijwel identiek zijn.
2.3.
DGL c.s. refereren zich aan het oordeel van de rechtbank.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
Uit artikel 222 lid 1 Rv volgt onder meer dat in geval voor dezelfde rechter tussen verschillende partijen verknochte zaken aanhangig zijn, daarvan voeging kan worden gevorderd. In het onderhavige geval stemt het feitencomplex in beide zaken deels overeen. Beide zaken vertonen een dusdanige samenhang dat sprake is van verknochte zaken. Om het procesverloop in beide zaken beter op elkaar te kunnen afstemmen en gelet op het belang uiteenlopende beslissingen zoveel mogelijk te vermijden, zal de incidentele vordering worden toegewezen.
3.2.
Gelet op de aard van het incident zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
voegt de hoofdzaak met de bij deze rechtbank aanhangige zaak met zaaknummer / rolnummer C/03/321776 / HA ZA 23-394,
4.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
4.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
13 december 2023voor conclusie van antwoord alsmede opgave verhinderdata zijdens beide partijen voor een te bepalen mondelinge behandeling in de periode april 2024 tot en met september 2024.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH