ECLI:NL:RBLIM:2023:6457

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
C/03/318791 / HA ZA 23-253
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vorderingen in civiele procedure met betrekking tot beslagkosten en proceskosten

In deze civiele procedure, aangespannen door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Furniture Legs Europe B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. C.A.M.H. Vink, tegen een gedaagde met handelsnamen die niet volledig zijn vermeld, heeft de rechtbank Limburg op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 25.379,95, vermeerderd met wettelijke rente, en vergoeding van beslagkosten en proceskosten. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.H. Van Hooft, heeft niet gereageerd op de vorderingen, waardoor de rechtbank oordeelde dat de stellingen van eiseres niet waren weersproken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gevorderde deurwaarderskosten voor overbetekening van de dagvaarding aan een derde van € 76,59 niet konden worden toegewezen, omdat niet was gebleken dat deze kosten daadwerkelijk waren gemaakt. Wel heeft de rechtbank de vordering tot betaling van beslagkosten toegewezen, begroot op € 1.235,39, en de proceskosten aan de zijde van eiseres vastgesteld op € 3.036,44. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten, met de verklaring dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is.

De uitspraak benadrukt het belang van het niet weerspreken van vorderingen door de gedaagde en de gevolgen daarvan voor de toewijzing van de gevorderde bedragen. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de juiste berekening van griffierechten en de toewijsbaarheid van beslagkosten op basis van de relevante wetgeving, in dit geval artikel 706 Rv.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/318791 / HA ZA 23-253
Vonnis van 25 oktober 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FURNITURE LEGS EUROPE B.V.t.h.o.d.n.
MEUBELPOOTJES.NL,
gevestigd en kantoorhoudende te Sprang-Capelle, gemeente Waalwijk,
eiseres,
advocaat mr. C.A.M.H. Vink te 's-Hertogenbosch,
tegen
[gedaagde]h.o.d.n.
[handelsnaam 1]
t.h.o.d.n
[handelsnaam 2],
wonende en zaak doende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.H. Van Hooft te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 mei 2023 met de producties 1 t/m 8
  • het tegen gedaagde verleende verstek
  • het door gedaagde gezuiverde verstek
  • het verzoek mondelinge behandeling van gedaagde
  • de beslissing van de rolrechter van 27 september 2023 dat het recht van gedaagde om te mogen concluderen voor antwoord is vervallen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De stellingen van eiseres kunnen het gevorderde dragen en zijn door gedaagde niet weersproken. Het gevorderde moet daarom worden toegewezen, met dien verstande dat de rechtbank niet is gebleken dat overbetekening van de eis in hoofdzaak aan de derden-beslagene ex artikel 721 Rv is geschied. De gevorderde deurwaarderskosten overbetekening dagvaarding aan derde van € 76,59 worden dan ook afgewezen.
2.2.
Eiseres heeft een verkeerd ‘griffierecht verzoekschrift conservatoir beslag’ in het lichaam van de dagvaarding (randnr. 13) vermeld, aangezien zij een griffierecht ad € 676,00 heeft voldaan en niet slechts € 314,00. Het door haar betaalde griffierecht verzoekschrift conservatoire beslag is ook verrekenend met het in de hoofdzaak te betalen griffierecht.
2.3.
De door eiseres gevorderde veroordeling van gedaagde tot betaling van de beslagkosten is, met inachtneming van het vorenoverwogene, gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar en wordt begroot op € 1.235,39 (€ 676,00 + € 559,39) voor voorschotten en € 766,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 766,00).
2.4.
Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 109,44
- griffierecht € 2.161,00 (exclusief griffierecht beslag)
- salaris advocaat €
766,00(1,0 punt × tarief III € 766,00)
totaal € 3.036,44.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 25.379,95, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de hoofdsom van € 23.560,39 vanaf 26 april 2023 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 2.001,39,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 3.036,44, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Beurskens en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: CM