ECLI:NL:RBLIM:2023:6370

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
1 november 2023
Zaaknummer
03.322660.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf en taakstraf voor verspreiding en bezit van kinderporno en dierenporno, vrijspraak voor ontucht met minderjarigen

Op 31 oktober 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verschillende zedenmisdrijven, waaronder het verspreiden en bezitten van kinderporno en dierenporno. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de feiten die betrekking hebben op seksueel binnendringen en ontucht met twee minderjarigen, omdat de verklaringen van de slachtoffers inconsistent en onvoldoende betrouwbaar werden geacht. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de minderjarigen niet als wettig bewijs konden dienen, gezien de inconsistenties en de mogelijkheid van beïnvloeding door derden.

De verdachte heeft wel bekend dat hij kinderporno en dierenporno in zijn bezit had en deze ook verspreidde. De rechtbank achtte deze feiten bewezen op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en het bewijs dat op zijn telefoon was aangetroffen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 365 dagen, waarvan 258 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 240 uren. De bijzondere voorwaarden van de reclassering, waaronder het vermijden van contact met minderjarigen en het ondergaan van behandeling, werden aan de voorwaardelijke straf verbonden. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, het aantal aangetroffen afbeeldingen en het recidiverisico, maar ook met het feit dat de verdachte zich in de schorsingsperiode niet opnieuw schuldig had gemaakt aan dergelijke feiten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.322660.21
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 31 oktober 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1995,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. S.J.F. van Merm, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 oktober 2023. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Namens de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] zijn de ouders verschenen, bijgestaan door mr. K.D. Regter. Namens de benadeelde partij [benadeelde partij 3] is niemand verschenen.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1 en 2:handelingen heeft gepleegd met [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , die op dat moment de leeftijd van twaalf jaren nog niet hadden bereikt, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van hun lichaam. Subsidiair is dit ten laste gelegd als ontucht;
feit 3:een gewoonte heeft gemaakt van het verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, in-, door- en/of uitvoeren, verwerven en/of bezitten van kinderporno;
feit 4:dierenporno heeft verspreid, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, in-, door- en/of uitgevoerd, en/of in zijn bezit gehad;
feit 5:[benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] heeft bewogen om getuige te zijn van seksuele handelingen gepleegd door de verdachte;
feit 6:afbeeldingen die schadelijk kunnen zijn, heeft getoond aan [benadeelde partij 3] , die op dat moment de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de feiten 1, 2 en 5.
De feiten 3, 4 en 6 acht de officier van justitie wel bewezen, gelet op het aantreffen van de kinder- en dierenporno op de telefoon van de verdachte, het verhoor van de moeder van
[benadeelde partij 3] en de bekennende verklaring van de verdachte over deze feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de feiten 3, 4 en 6, nu de verdachte deze feiten heeft bekend.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de feiten 1, 2 en 5, nu de verklaringen van [benadeelde partijen 1 en 2] niet als voldoende betrouwbaar kunnen worden aangemerkt en de verklaringen van derden zogenoemde
de audituverklaringen betreffen en daarom onvoldoende steunbewijs opleveren.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Feiten 1, 2 en 5
Deze feiten hebben betrekking op de tweeling [benadeelde partijen 1 en 2] , geboren op [geboortedatum 1] 2011, en zullen derhalve door de rechtbank tezamen worden beoordeeld.
Opmerking vooraf:
De aan de verdachte ten laste gelegde feiten betreffen zedenfeiten. In zijn algemeenheid geldt voor de vraag of feiten wettig bewezen kunnen worden het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Wetboek van Strafvordering. Volgens dit wetsartikel kan het bewijs dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, niet uitsluitend worden aangenomen op basis van de verklaring van één getuige, bijvoorbeeld de aangever. De bewijsbeslissing wordt hierdoor gewaarborgd, omdat een verklaring zodoende altijd steun moet vinden in ander bewijsmateriaal. Op grond van bestendigde jurisprudentie geldt ten aanzien van zedenzaken dat een betrouwbare aangifte en een geringe mate aan steunbewijs voldoende wettig en overtuigend bewijs kan opleveren.
De verklaringen van [benadeelde partijen 1 en 2]
[benadeelde partij 2]
heeft in augustus 2020 in aanwezigheid van [benadeelde partij 1] tegen zijn moeder verteld dat de verdachte aan hem had gezeten. Deze verklaring kwam er kort gezegd op neer dat de verdachte zijn vinger in zijn kont had geduwd, [benadeelde partij 2] het ‘ding’ van de verdachte in zijn mond moest nemen, [benadeelde partij 2] samen met de verdachte ‘vieze filmpjes’ had gekeken, de verdachte aan zijn eigen ‘ding’ zat en dat er toen wit spul uitkwam. Verder heeft [benadeelde partij 2] verteld dat de verdachte op de kamer van [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] in het huis van hun vader tegen hun kast en over speelgoed had geëjaculeerd.
Een aantal dagen later, toen moeder nog eens aan [benadeelde partij 2] vroeg of hetgeen hij had gezegd klopte, zei [benadeelde partij 1] tegen [benadeelde partij 2] : “stop maar met liegen, het is niet waar”.
[benadeelde partij 2] zei daarop tegen zijn moeder dat het een grapje was geweest.
Tijdens het studioverhoor op 21 september 2021 heeft [benadeelde partij 2] hetzelfde verklaard als een jaar daarvoor tegen zijn moeder, maar heeft hij ook verklaard dat de verdachte aan zijn plassertje had gezeten en dat de verdachte zijn plasser in zijn kont had gedaan. Daarover had [benadeelde partij 2] niet eerder verklaard.
In dit studioverhoor verklaarde hij ook voor het eerst over een moment dat hij met de verdachte in de douche stond en dat de verdachte toen aan zijn eigen plasser zat. Verder verklaarde [benadeelde partij 2] dat hij de plasser van de verdachte in zijn mond moest nemen, maar dat hij dat niet ging doen.
In het studioverhoor op 18 januari 2023 verklaarde [benadeelde partij 2] daarentegen dat hij aan de ‘wiggelwiggel’ van de verdachte had moeten zuigen.
[benadeelde partij 1]
heeft, tijdens de gesprekken die moeder vanaf augustus 2020 met [benadeelde partij 2] hierover voerde en waar zij bij aanwezig was, niet verteld dat haar hetzelfde zou zijn overkomen.
Tussen het moment in augustus 2020 en de studioverhoren op 21 september 2021 hebben zowel [benadeelde partij 2] als [benadeelde partij 1] , naast hun vader en moeder, met verschillende andere volwassenen hierover gesproken en hebben zij aan [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] vragen gesteld over hetgeen zou zijn voorgevallen. Deze personen betreffen onder meer een toenmalige buurvrouw [naam 1] , een straatcoach [naam 2] en zijn vriendin [naam 3] .
Op 30 juli 2021 heeft [naam 1] aan [benadeelde partij 2] gevraagd of het waar was wat hij in eerste instantie in 2020 tegen zijn moeder had verteld. [benadeelde partij 2] bevestigde dit. [benadeelde partij 2] heeft toen tegenover [naam 1] verklaard dat de verdachte zijn ‘ding’ bij hem tussen zijn billen had gestopt en dat de verdachte een seksfilmpje had laten zien.
Pas tóen zei [benadeelde partij 1] dat zij alles gezien had en dat de verdachte ‘het’ ook bij haar haar gedaan. Zij verklaart dan, aldus [naam 1] , dat de verdachte met zijn vinger bij haar voor en achter erin zat.
Op 21 september 2021 vond het studioverhoor met [benadeelde partij 1] plaats. Daarin verklaarde zij het volgende.
De verdachte zou bij haar met zijn vinger in haar broek hebben gezeten, terwijl zij bij hem op schoot zat, aan tafel met anderen. Dit zou de verdachte ook bij [benadeelde partij 2] hebben gedaan, maar [benadeelde partij 2] heeft over een dergelijk voorval niet verklaard. Tevens verklaarde [benadeelde partij 1] dat zij met z’n drieën ( [benadeelde partij 2] , de verdachte en zij) in de douche hadden gestaan bij [verdachte] thuis en dat ze toen zijn ding in haar mond moest stoppen. Zij verklaart niet over het met de vinger penetreren. Ook verklaarde [benadeelde partij 1] in dit verhoor dat [benadeelde partij 2] dat ding van [verdachte] niet in zijn mond heeft gedaan.
In het studioverhoor op 18 januari 2023 verklaarde [benadeelde partij 1] , in tegenstelling tot haar verklaring van 21 september 2021, dat ze niet meer weet of ze er wel bij was in de douche.
Over een moment waar [benadeelde partij 1] volgens [benadeelde partij 2] bij zou zijn geweest, toen de verdachte over de kast heen ejaculeerde bij hun vader thuis, heeft [benadeelde partij 1] in het geheel niet verklaard tijdens haar beide studioverhoren.
Betrouwbaarheid van de verklaringen
De rechtbank ziet zich derhalve voor de vraag gesteld of de verklaringen van [benadeelde partijen 1 en 2] als voldoende betrouwbaar kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen die [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] hebben afgelegd tegenover derden alvorens zij met de politie hebben gesproken, op zich alsmede in onderling verband, de nodige inconsistenties bevatten. Op zich hoeft dit niet aan een bewezenverklaring in de weg te staan. Dit wordt echter anders indien de inconsistenties in aard en omvang de kern van het strafrechtelijk verwijt raken. In dit dossier lopen de beschrijvingen van de aan verdachte verweten gebeurtenissen wat waar en wanneer gebeurd zou zijn op onderdelen té zeer uiteen. De rechtbank wijst in dit verband op de verklaringen van [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] over de gebeurtenissen onder de douche waar [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] bij geweest zouden zijn. Deze verklaringen lopen op wezenlijke punten uiteen. Daarbij zegt [benadeelde partij 1] bij haar laatste verhoor dat ze er helemaal niet bij aanwezig was. De rechtbank betrekt tevens de omstandigheid dat [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] na augustus 2020 met diverse personen hebben gesproken over hetgeen zou zijn gebeurd. Die personen hebben hen ook (mogelijk suggestieve) vragen gesteld, waardoor zij wellicht beïnvloed zijn geweest en waardoor zij pas later met meer details zijn gekomen. De rechtbank zegt niet dat beide kinderen niet de waarheid hebben verteld, maar gelet op voornoemde inconsistenties acht de rechtbank de verklaringen van [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] onvoldoende betrouwbaar om deze te gebruiken voor het bewijs. De verdachte ontkent de feiten te hebben gepleegd.
Conclusie
Bij gebrek aan ander bewijs kan de rechtbank daarom niet vaststellen dat de verdachte de feiten 1, 2 en 5 heeft gepleegd, zodat hij hiervan dient te worden vrijgesproken.
Feit 3
Nu de verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 17 oktober 2023;
  • het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal
Feit 4
Nu de verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 17 oktober 2023;
  • het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal
Feit 6
Nu de verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting d.d. 17 oktober 2023;
  • het verhoor van [naam 4] namens [benadeelde partij 3]
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 3:
in de periode van 10 februari 2020 tot en met 3 februari 2021 in de gemeente Heerlen, althans in Nederland, meermalen afbeeldingen, te weten foto's en video's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld,
verworven, en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en op 3 februari 2021 een gegevensdrager te weten een telefoon ( [telefoon] ), bevattende afbeeldingen, te weten foto's en video's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit gehad,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis, vingers en voorwerp oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het met de penis en voorwerp oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
een foto (foto 1) met bestandsnaam: [bestandnaam 1]
, p. 201 en 202 pv,
een foto (foto 2) met bestandsnaam: [bestandnaam 2] , p. 202 pv,
een foto (foto 4) met bestandsnaam: [bestandnaam 3] , p. 202 pv,
een foto (foto 6) met bestandsnaam: [bestandnaam 4] ,
p. 203 pv,
een foto (foto 7) met bestandsnaam: [bestandnaam 5] , p. 203 pv en
een foto (foto 8) met bestandsnaam: [bestandnaam 6] , p. 203 pv;
en
het met vingers, de mond betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het aanraken van de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
een foto (foto 5) met bestandsnaam: [bestandnaam 7] , p. 202 en 203 pv en
een video (video 1) met bestandsnaam: [bestandnaam 8] , p. 203 en 204 pv;
en
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
een video (video 2) met bestandsnaam: [bestandnaam 9] , p. 204 pv;
en
het gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
een foto (foto 3) met bestandsnaam: [bestandnaam 10] , p. 202 pv;
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
feit 4:
in de periode van 10 februari 2020 tot en met 3 februari 2021 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland een gegevensdrager te weten een telefoon ( [telefoon] ), bevattende afbeeldingen, te weten foto's en video's van ontuchtige handelingen, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit gehad, welke ontuchtige handelingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het door een dier oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een (volwassen) vrouw,
het door een dier likken van het geslachtsdeel van een vrouw en
het door een man vaginaal penetreren van een dier,
(afbeeldingen zoals beschreven op p. 204 pv);
feit 6:
in de periode van 18 november 2019 tot en met 26 november 2019 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, via een live videochatverbinding op Instagram en via afbeeldingen, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten een video waarop te zien is dat hij, verdachte, masturbeert en video's waarop de penis van een man te zien is, aan [benadeelde partij 3] (geboren op [geboortedatum 2] 2008), van wie hij, verdachte, wist dat deze jonger was dan zestien jaar, heeft vertoond.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 3:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, verwerven, en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
en
een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben;
feit 4:
een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van ontuchtige handelingen, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben;
feit 6:
een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog C. Moerland heeft met betrekking tot de feiten 1 tot en met 5 over de geestvermogens van de verdachte op 22 februari 2022 een rapport uitgebracht. Uit dit rapport komt het volgende naar voren.
Bij de verdachte is sprake van een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type, waarbij tevens seksuele belangstelling bestaat voor volwassen vrouwen. Hiervan was ook sprake ten tijde van de tenlastegelegde feiten. Het is aannemelijk dat deze stoornis de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde beïnvloedde. De verdachte is ten gevolge van deze stoornis gedreven bezig (geweest) met het verzamelen van kinderpornografisch materiaal.
De deskundige acht het aannemelijk dat het delictgedrag in belangrijke mate terug te voeren is op de pedoseksuele stoornis die bij de verdachte is vastgesteld en op daaruit voortvloeiende pedoseksuele fantasieën en aandrift. Met betrekking tot de feiten 3 en 4 was bij het verzamelen van pornografisch beeldmateriaal sprake van een sterke seksuele “drive” en trad waarschijnlijk een zeker verslavingseffect op, dat tot gevolg had dat de verdachte zijn gedrag niet volledig onder controle had en het bleef voortzetten. Hij gaf tijdens dit onderzoek te kennen dat het feit dat de politie hem op een zeker moment aanhield, hem opluchtte, omdat hij daardoor zijn activiteiten moest beëindigen; kennelijk was hij daar zelf niet goed toe in staat.
De deskundige adviseert de feiten 3 en 4 aan de verdachte in verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank neemt de bevindingen en het advies van de deskundige over en zal de feiten 3 en 4 aan de verdachte in verminderde mate toerekenen.
Over feit 6 heeft de deskundige zich niet uitgelaten. De rechtbank zal dit feit desondanks ook in verminderde mate aan de verdachte toerekenen, nu dit feit heeft plaatsgevonden slechts vier maanden vóórdat de verdachte zijn eerste kinderpornografische afbeelding downloadde en ook dit feit betrekking heeft op seksualiteit in combinatie met minderjarigen.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid geheel uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 258 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijk gedeelte van deze straf dienen volgens de officier van justitie de bijzondere voorwaarden te worden verbonden die de reclassering heeft voorgesteld. Deze voorwaarden dienen volgens de officier van justitie dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard.
Daarnaast vordert de officier van justitie een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
De officier van justitie heeft tevens gevorderd om de geschorste voorlopige hechtenis op te heffen bij einduitspraak.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Verwijzende naar de door hem bepleite vrijspraak voor feit 1, 2 en 5 heeft de raadsman betoogd dat een gevangenisstraf, waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan het voorarrest, voldoende recht doet aan de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdediging conformeert zich aan de bijzondere voorwaarden die de reclassering heeft voorgesteld in haar rapport van 18 september 2023.
Tevens heeft de verdediging aangegeven dat de verdachte een taakstraf kan uitvoeren, indien de rechtbank dit noodzakelijk acht.
De verdachte heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de voorwaarden van de reclassering en in de dadelijke uitvoerbaarheid hiervan.
De verdediging heeft tot slot verzocht de geschorste voorlopige hechtenis op te heffen bij einduitspraak.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van de feiten
Op de telefoon van de verdachte zijn in totaal 11.432 kinderpornografische foto’s en 1.842 kinderpornografische video’s aangetroffen, alsmede 51 afbeeldingen van dierenporno. Tevens heeft hij bevestigd dat hij (een gedeelte van) deze afbeeldingen ook heeft verspreid in kinderporno-appgroepen.
Het is niet gebleven bij het kijken naar deze verwerpelijke beelden, maar de verdachte heeft ook minderjarigen actief benaderd en zich daarbij voorgedaan als een minderjarige. Hij knoopte met hen een gesprekje aan, dat al snel seksueel van aard werd, en probeerde deze minderjarigen vervolgens over te halen om seksueel getinte afbeeldingen van zichzelf te sturen. Ook stuurde hij hen afbeeldingen van volwassen mannelijke geslachtsdelen en heeft zelfs tijdens een live videoverbinding met een minderjarige gemasturbeerd.
Het behoeft geen betoog dat deze feiten uitermate ernstig en verwerpelijk zijn. Voor de productie van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt. De verdachte heeft door die films en afbeeldingen te downloaden meegewerkt aan het in stand houden van de markt voor dit materiaal en dus indirect ook dit misbruik daarmee in stand gehouden en gestimuleerd. De misbruikte kinderen lopen hierdoor ernstige fysieke schade op. Maar zeker ook psychische schade, mede doordat de afbeeldingen nog jarenlang op het internet circuleren.
Daarom is het van groot belang dat niet alleen de makers van deze kinderporno fors worden bestraft, maar ook degenen die deze vorm van porno downloaden en verspreiden.
Dit geldt ook voor het bezitten en verspreiden van dierenporno.
Persoon van de verdachte
De verdachte is nooit eerder met politie en/of justitie in aanraking gekomen. Tijdens zijn verhoren heeft hij direct openheid van zaken gegeven over de bewezenverklaarde feiten.
Tevens ziet de verdachte, na intensieve therapie, het laakbare van zijn handelen in. De voorlopige hechtenis is op 15 maart 2022 geschorst en sindsdien hebben zich geen nieuwe incidenten voorgedaan.
Ter terechtzitting en uit hetgeen de reclassering en de psycholoog hebben opgemerkt in hun rapporten is naar voren gekomen dat de verdachte momenteel bij zijn moeder woont en werkt als bezorger bij een bakkerij. Hij heeft een behandeling bij [zorginstelling] gevolgd die echter ten aanzien van seksualiteit nog onderbelicht is gebleven. Dit laatste omdat hiervoor nodig is dat de verdachte over zelfstandige woonruimte beschikt en dit tot nu toe nog niet mogelijk is gebleken. De verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij veel aan deze behandelingen heeft gehad en deze graag voortzet.
Toerekenbaarheid
De rechtbank heeft hiervoor reeds overwogen dat zij de feiten aan de verdachte in verminderende mate toerekent. Hierbij zal zij bij de bepaling van de straf rekening houden.
Recidiverisico
Zowel de psycholoog als de reclassering schatten het recidiverisico in als matig tot hoog, indien er geen behandeling plaatsvindt.
De psycholoog geeft aan dat het van groot belang is dat de verdachte, vanuit het oogpunt van recidivepreventie, een behandeling ondergaat die gericht is op het voorkomen van herhaling van het delictgedrag, voortkomend uit de pedoseksuele stoornis. Deze (ambulante) behandeling bij [zorginstelling] is reeds ingezet en geadviseerd wordt om deze voort te zetten. De reclassering heeft, in het rapport van 18 september 2023, aangegeven dat bij de behandeling van de verdachte het thema seksualiteit onderbelicht is gebleven. Derhalve is het van belang dat de behandeling met betrekking tot dat onderwerp zal worden voortgezet.
Het is tevens van belang om deze behandeling als voorwaarde, gecombineerd met reclasseringstoezicht, als stok achter de deur op te leggen bij een (deels) voorwaardelijke straf. Tot slot acht de deskundige het noodzakelijk om toezicht te houden op het computer- en telefoongebruik van de verdachte en dit regelmatig te controleren.
De reclassering heeft als bijzondere voorwaarden voorgesteld: een meldplicht bij de reclassering, het voortzetten van de (reeds ingezette) ambulante behandeling, het begeleid wonen, het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderpornografisch materiaal.
Redelijke termijn
De rechtbank is van oordeel dat het recht van de verdachte op een berechting binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden, is overschreden en dat deze overschrijding verdisconteerd moet worden in de strafoplegging.
De Hoge Raad heeft in zijn uitleg van de redelijke termijn als uitgangspunt genomen dat de behandeling van een zaak in eerste aanleg dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen. De redelijke termijn is aangevangen op 3 februari 2021, het moment waarop werd binnengetreden in de woning van de verdachte en hem werd medegedeeld waarvan hij werd verdacht.
De rechtbank had derhalve in beginsel vóór 3 februari 2023 vonnis moeten wijzen. Dit betekent dat de redelijke termijn met bijna negen maanden is overschreden. Met deze overschrijding zal de rechtbank, overeenkomstig de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, rekening houden bij de bepaling van de straf.
Straf
Voor feiten als deze worden doorgaans fikse onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd, hetgeen door de rechtbank ook in deze zaak in beginsel passend wordt geacht.
In strafverzwarende zin houdt de rechtbank rekening met het groot aantal afbeeldingen dat is aangetroffen, de geschatte leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen en films, de leeftijd van het slachtoffer van feit 6, [benadeelde partij 3] , de aard van de afbeeldingen, de lange periode waarin het verzamelen van kinder- en dierenporno heeft plaatsgevonden en het feit dat de verdachte ook daadwerkelijk een minderjarige heeft benaderd om hem naaktfoto’s te sturen.
In strafverminderende zin houdt de rechtbank rekening met het feit dat de verdachte zich, in de schorsingsperiode van ruim anderhalf jaar, niet opnieuw schuldig heeft gemaakt aan dergelijke feiten, hij het laakbare van zijn handelen lijkt in te zien en meewerkt aan de behandelingen die hem zijn aangeboden.
Nu het van groot belang is dat de verdachte de behandelingen blijft voortzetten, zal de rechtbank aan hem geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen dan de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht. Wel zal de rechtbank hem een fikse voorwaardelijk gevangenisstraf opleggen als stok achter de deur. Bovendien zal aan hem daarnaast een taakstraf worden opgelegd.
Alles overwegende acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 258 dagen voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaren passend en geboden. De bijzondere voorwaarden, zoals deze door de reclassering zijn voorgesteld, zal de rechtbank verbinden aan het voorwaardelijk gedeelte van de straf.
Met deze deels voorwaardelijke straf beoogt de rechtbank de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst wederom schuldig te maken aan (soortgelijke) strafbare feiten en als stok achter de deur om de behandeling bij [zorginstelling] voort te zetten.
Tevens legt de rechtbank de verdachte een taakstraf op voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
Dadelijke uitvoerbaarheid voorwaarden
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan misdrijven die gericht zijn tegen en gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Gelet op de ernst van deze feiten en het ingeschatte recidiverisico, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte – zonder de juiste behandeling en begeleiding – wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Om dit te voorkomen is het van groot belang dat de begeleiding en behandeling van de verdachte wordt voortgezet. Om die reden zal de rechtbank bevelen dat de bijzondere voorwaarden die worden opgelegd en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
Door de ouders van de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] is een verzoek tot schadevergoeding ingediend. Zij vorderen voor [benadeelde partij 1] een bedrag van in totaal € 15.076,94 en voor [benadeelde partij 2] een bedrag van € 15.000,-.
De moeder van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] heeft namens haar dochter een verzoek tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van € 1.824,55. Dit bedrag bestaat uit € 1.815,75 materiële schade en € 1.584,- immateriële schade. De materiële schade is opgebouwd uit de volgende posten: kosten voor ziekenhuiskosten in verband met een depressie, kosten voor de ambulancedienst en opvolging psychisch.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de benadeelde partijen in de vorderingen, ingediend namens [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , gelet op de door hem gevorderde vrijspraak niet-ontvankelijk.
De officier van justitie heeft eveneens de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] gevorderd, nu de onderbouwing bij de schadevergoeding niet op deze feiten betrekking lijkt te hebben.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit om de drie benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren. De benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] dienen volgens de raadsman niet-ontvankelijk te worden verklaard, vanwege de door hem bepleite vrijspraak.
De schadevergoeding die namens [benadeelde partij 3] is gevorderd houdt volgens de verdediging geen rechtstreeks verband met het ten laste gelegde feit 6.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2]
Nu de rechtbank de verdachte vrij zal spreken van de ten laste gelegde feiten waarop de vorderingen van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] betrekking op hebben, zal de rechtbank deze benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen.
[benadeelde partij 3]
Uit de namens de benadeelde partij overgelegde stukken is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende duidelijk geworden of, en zo ja in hoeverre, de opgevoerde kostenposten in rechtstreeks verband staan tot het bewezenverklaarde feit (feit 6). Derhalve zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240a, 240b, 254a van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt de verdachte vrijvan de onder
1 primair, 1 subsidiair, 2 primair, 2 subsidiair en 5ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van drie jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende
- de veroordeelde meldt zich binnen 5 dagen na het ingaan van de proeftijd bij stichting Reclassering Nederland op het [adres 2] en blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- de veroordeelde laat zich ambulant behandelen door [zorginstelling] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- de veroordeelde laat zich begeleiden door [zorggroep] of een andere instelling voor ambulant begeleid wonen, te bepalen door de reclassering. De begeleiding duurt zolang als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels die de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- de veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat volwassenen hierbij aanwezig zijn.
- de veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of de veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
- geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
  • veroordeelt de verdachte voor tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
Voorlopige hechtenis
- heft op de (geschorste) voorlopige hechtenis met ingang van heden;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
[benadeelde partij 1]
  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
[benadeelde partij 2]
  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;

[benadeelde partij 3]

  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in de vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, voorzitter, mr. M.M. Beije en
mr. D. Osmić, rechters, in tegenwoordigheid van J.G.A.M. Spijkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 31 oktober 2023.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juli 2021, in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met een aan zijn, verdachtes, zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, althans met een persoon genaamd [benadeelde partij 1] (geboren op [geboortedatum 1] 2011), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 1] ;
feit 1 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juli 2021 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met een aan zijn, verdachtes, zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, althans met een persoon genaamd [benadeelde partij 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) in de broek en/of de onderbroek van die [benadeelde partij 1] en/of tussen de billen van die [benadeelde partij 1] en/of
- aanraken en/of betasten en/of strelen van en/of wrijven over en/of voelen aan de billen en/of de vagina en/of de anus van die [benadeelde partij 1] en/of
- zijn, verdachtes, penis door die [benadeelde partij 1] laten aanraken en/of betasten en/of vasthouden en/of likken;
feit 2 primair:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juli 2021, in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met een aan zijn, verdachtes, zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, althans met een persoon genaamd [benadeelde partij 2] (geboren op [geboortedatum 1] 2011), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 2] ;
feit 2 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juli 2021 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met een aan zijn, verdachtes, zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, althans met een persoon genaamd [benadeelde partij 2] , geboren op [geboortedatum 1] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) in de broek en/of de onderbroek van die [benadeelde partij 2] en/of tussen de billen van die [benadeelde partij 2] en/of
- aanraken en/of betasten en/of strelen van en/of voelen aan en/of wrijven over de billen en/of de penis en/of de anus en/of de testikels van die [benadeelde partij 2] en/of
- met zijn, verdachtes, mond en/of tong aanraken en/of betasten en/of likken en/of in de mond nemen van de penis en/of de testikels van die [benadeelde partij 2] en/of
- zijn, verdachtes, penis en/of testikels door die [benadeelde partij 2] laten aanraken en/of betasten en/of vasthouden en/of likken en/of
- duwen van zijn, verdachtes, penis op/tegen en/of tussen de billen en/of op/tegen de anus van die [benadeelde partij 2] ;
feit 3:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 februari 2020 tot en met 3 februari 2021 in de gemeente Heerlen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten foto's en/of films en/of video's - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon ( [telefoon] ) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(een foto (foto 1) met bestandsnaam: [bestandnaam 1]
, p. 201 en 202 pv en/of
een foto (foto 2) met bestandsnaam: [bestandnaam 2] , p.202 pv en/of
een foto (foto 4) met bestandsnaam:
[bestandnaam 3] , p. 202 pv
en/of
een foto (foto 6) met bestandsnaam: [bestandnaam 4] ,
p. 203 pv en/of
een foto (foto 7) met bestandsnaam: [bestandnaam 5] , p. 203 pv en/of
een foto (foto 8) met bestandsnaam: [bestandnaam 6] , p. 203 pv)
en/of
het met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de anus en/of de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de anus en/of de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
een foto (foto 5) met bestandsnaam: [bestandnaam 7] , p. 202 en 203 pv en/of
een video (video 1) met bestandsnaam: [bestandnaam 8] , p. 203 en 204 pv)
en/of
het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de anus, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier
een video (video 2) met bestandsnaam: [bestandnaam 9] , p. 204 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
een foto (foto 3) met bestandsnaam:
[bestandnaam 10] , p. 202 pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
feit 4:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 februari 2020 tot en met 3 februari 2021 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon ( [telefoon] ) - van ontuchtige handelingen, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, heeft verspreid, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd,
uitgevoerd en/of in bezit gehad, welke ontuchtige handelingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (volwassen) vrouw en/of man, althans een mens en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de anus en/of de billen en/of de borsten van een (volwassen) vrouw en/of man, althans een mens en/of
het door een (volwassen) vrouw en/of man, althans een mens, likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier en/of
het door een (volwassen) vrouw en/of man, althans een mens, met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier
een of meer afbeelding(en) zoals beschreven op p. 204 pv);
feit 5:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juli 2021, in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer aan zijn, verdachtes, zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige(n), althans een of meer perso(o)n(en) genaamd [benadeelde partij 1] (geboren op [geboortedatum 1] 2011) en/of [benadeelde partij 2] (geboren op [geboortedatum 1] 2011) van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze(n) de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- zijn, verdachtes, penis (gedeeltelijk) te ontbloten in het bijzijn van die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of zijn, verdachtes, (gedeeltelijk) (ontblote) penis te tonen aan die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of
- zijn, verdachtes, penis te betasten en/of te masturberen en/of te ejaculeren in het bijzijn van die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] ;
feit 6:
hij in of omstreeks de periode van 18 november 2019 tot en met 26 november 2019 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
(tijdens/via (een) (live) videochatverbinding(en) en/of (een) chatbericht(en) op Instagram) een of meer afbeelding(en), waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten een of meer video('s) waarop te zien is dat hij, verdachte, althans een man, masturbeert en/of een of meer foto('s) en/of video('s) waarop de (stijve) penis van hem, verdachte, althans van een man, te zien is,
aan [benadeelde partij 3] (geboren op [geboortedatum 2] 2008), althans aan een minderjarige van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze jonger was dan zestien jaar, heeft verstrekt, aangeboden en/of vertoond.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, proces-verbaalnummer 2021120624, gesloten d.d. 29 december 2021, doorgenummerd van pagina 1 tot en met 415.
2.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 8 november 2021 inclusief bijlagen, pagina 199 tot en met 212.
3.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 8 november 2021 inclusief bijlagen, pagina 199 tot en met 212.
4.Het proces-verbaal van verhoor van [naam 4] d.d. 26 november 2019, pagina 124 en 125.