6.3Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van de feiten
Op de telefoon van de verdachte zijn in totaal 11.432 kinderpornografische foto’s en 1.842 kinderpornografische video’s aangetroffen, alsmede 51 afbeeldingen van dierenporno. Tevens heeft hij bevestigd dat hij (een gedeelte van) deze afbeeldingen ook heeft verspreid in kinderporno-appgroepen.
Het is niet gebleven bij het kijken naar deze verwerpelijke beelden, maar de verdachte heeft ook minderjarigen actief benaderd en zich daarbij voorgedaan als een minderjarige. Hij knoopte met hen een gesprekje aan, dat al snel seksueel van aard werd, en probeerde deze minderjarigen vervolgens over te halen om seksueel getinte afbeeldingen van zichzelf te sturen. Ook stuurde hij hen afbeeldingen van volwassen mannelijke geslachtsdelen en heeft zelfs tijdens een live videoverbinding met een minderjarige gemasturbeerd.
Het behoeft geen betoog dat deze feiten uitermate ernstig en verwerpelijk zijn. Voor de productie van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt. De verdachte heeft door die films en afbeeldingen te downloaden meegewerkt aan het in stand houden van de markt voor dit materiaal en dus indirect ook dit misbruik daarmee in stand gehouden en gestimuleerd. De misbruikte kinderen lopen hierdoor ernstige fysieke schade op. Maar zeker ook psychische schade, mede doordat de afbeeldingen nog jarenlang op het internet circuleren.
Daarom is het van groot belang dat niet alleen de makers van deze kinderporno fors worden bestraft, maar ook degenen die deze vorm van porno downloaden en verspreiden.
Dit geldt ook voor het bezitten en verspreiden van dierenporno.
Persoon van de verdachte
De verdachte is nooit eerder met politie en/of justitie in aanraking gekomen. Tijdens zijn verhoren heeft hij direct openheid van zaken gegeven over de bewezenverklaarde feiten.
Tevens ziet de verdachte, na intensieve therapie, het laakbare van zijn handelen in. De voorlopige hechtenis is op 15 maart 2022 geschorst en sindsdien hebben zich geen nieuwe incidenten voorgedaan.
Ter terechtzitting en uit hetgeen de reclassering en de psycholoog hebben opgemerkt in hun rapporten is naar voren gekomen dat de verdachte momenteel bij zijn moeder woont en werkt als bezorger bij een bakkerij. Hij heeft een behandeling bij [zorginstelling] gevolgd die echter ten aanzien van seksualiteit nog onderbelicht is gebleven. Dit laatste omdat hiervoor nodig is dat de verdachte over zelfstandige woonruimte beschikt en dit tot nu toe nog niet mogelijk is gebleken. De verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij veel aan deze behandelingen heeft gehad en deze graag voortzet.
Toerekenbaarheid
De rechtbank heeft hiervoor reeds overwogen dat zij de feiten aan de verdachte in verminderende mate toerekent. Hierbij zal zij bij de bepaling van de straf rekening houden.
Recidiverisico
Zowel de psycholoog als de reclassering schatten het recidiverisico in als matig tot hoog, indien er geen behandeling plaatsvindt.
De psycholoog geeft aan dat het van groot belang is dat de verdachte, vanuit het oogpunt van recidivepreventie, een behandeling ondergaat die gericht is op het voorkomen van herhaling van het delictgedrag, voortkomend uit de pedoseksuele stoornis. Deze (ambulante) behandeling bij [zorginstelling] is reeds ingezet en geadviseerd wordt om deze voort te zetten. De reclassering heeft, in het rapport van 18 september 2023, aangegeven dat bij de behandeling van de verdachte het thema seksualiteit onderbelicht is gebleven. Derhalve is het van belang dat de behandeling met betrekking tot dat onderwerp zal worden voortgezet.
Het is tevens van belang om deze behandeling als voorwaarde, gecombineerd met reclasseringstoezicht, als stok achter de deur op te leggen bij een (deels) voorwaardelijke straf. Tot slot acht de deskundige het noodzakelijk om toezicht te houden op het computer- en telefoongebruik van de verdachte en dit regelmatig te controleren.
De reclassering heeft als bijzondere voorwaarden voorgesteld: een meldplicht bij de reclassering, het voortzetten van de (reeds ingezette) ambulante behandeling, het begeleid wonen, het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderpornografisch materiaal.
Redelijke termijn
De rechtbank is van oordeel dat het recht van de verdachte op een berechting binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden, is overschreden en dat deze overschrijding verdisconteerd moet worden in de strafoplegging.
De Hoge Raad heeft in zijn uitleg van de redelijke termijn als uitgangspunt genomen dat de behandeling van een zaak in eerste aanleg dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen. De redelijke termijn is aangevangen op 3 februari 2021, het moment waarop werd binnengetreden in de woning van de verdachte en hem werd medegedeeld waarvan hij werd verdacht.
De rechtbank had derhalve in beginsel vóór 3 februari 2023 vonnis moeten wijzen. Dit betekent dat de redelijke termijn met bijna negen maanden is overschreden. Met deze overschrijding zal de rechtbank, overeenkomstig de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, rekening houden bij de bepaling van de straf.
Straf
Voor feiten als deze worden doorgaans fikse onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd, hetgeen door de rechtbank ook in deze zaak in beginsel passend wordt geacht.
In strafverzwarende zin houdt de rechtbank rekening met het groot aantal afbeeldingen dat is aangetroffen, de geschatte leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen en films, de leeftijd van het slachtoffer van feit 6, [benadeelde partij 3] , de aard van de afbeeldingen, de lange periode waarin het verzamelen van kinder- en dierenporno heeft plaatsgevonden en het feit dat de verdachte ook daadwerkelijk een minderjarige heeft benaderd om hem naaktfoto’s te sturen.
In strafverminderende zin houdt de rechtbank rekening met het feit dat de verdachte zich, in de schorsingsperiode van ruim anderhalf jaar, niet opnieuw schuldig heeft gemaakt aan dergelijke feiten, hij het laakbare van zijn handelen lijkt in te zien en meewerkt aan de behandelingen die hem zijn aangeboden.
Nu het van groot belang is dat de verdachte de behandelingen blijft voortzetten, zal de rechtbank aan hem geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen dan de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht. Wel zal de rechtbank hem een fikse voorwaardelijk gevangenisstraf opleggen als stok achter de deur. Bovendien zal aan hem daarnaast een taakstraf worden opgelegd.
Alles overwegende acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 258 dagen voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaren passend en geboden. De bijzondere voorwaarden, zoals deze door de reclassering zijn voorgesteld, zal de rechtbank verbinden aan het voorwaardelijk gedeelte van de straf.
Met deze deels voorwaardelijke straf beoogt de rechtbank de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst wederom schuldig te maken aan (soortgelijke) strafbare feiten en als stok achter de deur om de behandeling bij [zorginstelling] voort te zetten.
Tevens legt de rechtbank de verdachte een taakstraf op voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
Dadelijke uitvoerbaarheid voorwaarden
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan misdrijven die gericht zijn tegen en gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Gelet op de ernst van deze feiten en het ingeschatte recidiverisico, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte – zonder de juiste behandeling en begeleiding – wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Om dit te voorkomen is het van groot belang dat de begeleiding en behandeling van de verdachte wordt voortgezet. Om die reden zal de rechtbank bevelen dat de bijzondere voorwaarden die worden opgelegd en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn.