Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[eiser sub 1]
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 12 oktober 2023,
- de pleitnota van ING.
Rechtbank Limburg
Op 16 oktober 2023 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis in kort geding gewezen in de zaak van eiser en eiseres tegen ING Bank N.V. De procedure is gestart met een dagvaarding op 19 september 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 oktober 2023. Tijdens deze behandeling is aan partijen meegedeeld dat de voorzieningenrechter, gezien de spoedeisendheid van de zaak, een verkort vonnis zou kunnen wijzen. Dit vonnis is inderdaad verkort geformuleerd en de schriftelijke uitwerking zal binnen veertien dagen volgen.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiser afgewezen en eiser hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van ING, die tot op heden zijn begroot op € 1.755,00. Eiser dient deze kosten binnen veertien dagen na de datum van het vonnis te voldoen, bij gebreke waarvan de kosten vermeerderd worden met wettelijke rente. Tevens is bepaald dat de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad is.
Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.J.J. Beurskens, die de uitspraak heeft gedaan in het kader van civiel recht, specifiek binnen het domein van kort geding. De zaak betreft een geschil tussen particuliere eisers en een grote bank, wat de relevantie van de uitspraak onderstreept in het kader van consumentenbescherming en financiële rechtspraak.