Uitspraak
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 september 2023.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonpunt en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De procedure is gestart met een dagvaarding op 22 juni 2023, waarin Woonpunt ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vorderde, alsook betaling van de huurachterstand. De huurder had een huurachterstand opgebouwd van € 3.249,57 ten tijde van de dagvaarding, die opliep tot € 4.771,98 tijdens de mondelinge behandeling. Woonpunt had eerder een veertiendagenbrief gestuurd en een betalingsregeling aangeboden, maar deze werd beëindigd omdat de huurder zich niet aan de afspraken hield.
De kantonrechter oordeelde dat de huurder toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van de huurovereenkomst, aangezien de huurachterstand meer dan drie maanden bedroeg. De rechter verwees naar artikel 6:265 lid 1 BW, dat de mogelijkheid tot ontbinding van de overeenkomst bij tekortkomingen regelt. De kantonrechter ontbond de huurovereenkomst en veroordeelde de huurder tot ontruiming van de woning binnen twee weken, alsook tot betaling van de huurachterstand en de wettelijke rente. Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op € 1.080,85 werden vastgesteld.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige huurbetalingen en de gevolgen van een huurachterstand voor de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft de vordering van Woonpunt in zijn geheel toegewezen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen omtrent huurrecht en incassokosten.