Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift met 15 bijlagen
- het verweerschrift met 19 bijlagen
- de door SJG nagezonden bijlagen 16 tot en met 19
- de mondelinge behandeling op 30 augustus 2023, waarbij SJG een pleitnota heeft overgelegd en waarbij [verweerder] haar tegenverzoek heeft gewijzigd.
2.De feiten
“gezien/akkoord”.
1 april 2022. In het verslag staat onder meer dat [oud-leidinggevende] zich afvraagt of [verweerder] wel goed in haar vel zit vanwege “regelmatige weerstand op veranderingen”.
“onvoldoende houden aan werkafspraken.”Verder staat in de aanhef van het verslag als doel:
“actief feedback”zou gaan
“ophalen bij collega’s over samenwerken en communicatie binnen het eigen team (…)”. Ook vermeldt [persoon 3] dat de afgesproken 4-weken evaluatie zal worden uitgevoerd met [voornaam] ( [persoon 1] ) en [voornaam] ( [persoon 2] ) en dat [persoon 3] daarbij zal aansluiten. [persoon 3] deelt verder in deze e-mail aan [verweerder] mede dat het noodzakelijk is dat [verweerder]
“deze situatie aangaat”en zich houdt aan de afspraken omdat [persoon 3] anders vreest voor het ontstaan van een onwerkbare situatie in het team.
“Hoe kan ik een nog positievere bijdrage leveren aan de samenwerking binnen ons team, waarin open en eerlijk met elkaar gecommuniceerd wordt.”
“verbeterplan”opgesteld. Dit plan is niet overgelegd in deze procedure. Het plan heeft in ieder geval betrekking op communicatie, samenwerking en actief feedback ophalen bij collega’s. [verweerder] is daarbij in ieder geval opgedragen om haar collega’s om feedback te vragen.
3.Het geschil
- SJG te veroordelen om [verweerder] binnen 48 uur na dagtekening van het vonnis (bedoeld zal zijn: de beschikking) toe te laten tot haar eigen werkplek op haar vaste werkdagen, te weten op dinsdag en vrijdag en haar naar rato in te roosteren voor weekenddiensten op straffe van verbeurte van een dwangsom van
- SJG te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
4.De beoordeling
Het verzoek van SJG
“bekwaam maken op schoudercasussen is gereed.”Daarnaast is in dit verslag vermeld dat [verweerder] vanaf 1 september 2022 zelfstandig het schouder spreekuur draait. Wat hier verder ook van zij, vast staat dat [persoon 3] op 14 juni 2022 een nieuw verbeterpunt heeft gesignaleerd. Dit verbeterpunt ziet op de samenwerking en communicatie tussen [verweerder] en een aantal collega’s in het team. Deze verloopt blijkens het verslag van 14 juni 2022 volgens [persoon 3] niet goed.
“rol in [projectnaam] en voorzitterschap van [naam werkgroep] ”op gewenste wijze voor het team uit te voeren en dat deze taak in overleg is overgedragen aan een collega. Dat dit komt door de wijze van samenwerking en communicatie tussen [verweerder] en haar team, valt hieruit niet op te maken. Voor de verwijzing naar de schoudercasussen geldt dat SJG ook op dit punt onvoldoende heeft onderbouwd dat hieruit het bestaan van een communicatie- en / of samenwerkingsprobleem tussen [verweerder] en haar collega’s blijkt. Afgezien daarvan geldt dat uit het voorgaande blijkt dat de kwestie met de schoudercasussen al per 1 september 2022 is opgelost. SJG heeft verder betoogd dat aan het ingezette verbetertraject ook ten grondslag lag dat [verweerder] in weerwil van een instructie jarenlang is doorgegaan met het behandelen van “PLOEP patiënten”. [verweerder] betwist dat. Zij heeft in dit verband toegelicht dat zij, nadat aan haar is medegedeeld dat deze patiënten “naar de eerste lijn gaan” heeft geaccepteerd dat zij de huidige patiënten mocht uitbehandelen en dat zij geen nieuwe patiënten meer in behandeling heeft genomen. In het licht van deze betwisting heeft SJG onvoldoende onderbouwd dat [verweerder] deze instructie al eerder had ontvangen en dus eerder deze werkzaamheden had behoren te staken dan wel dat zij, nadat zij de instructie heeft ontvangen, in strijd daarmee heeft gehandeld. SJG stelt dan weliswaar nog dat [verweerder] ook overigens geregeld werkafspraken negeert en dat zij weerstand heeft tegen verandering, maar een en ander heeft onvoldoende handen en voeten gekregen.
“voor de totale workload”van het team. [verweerder] moet de juiste inspanning en houding tonen in het team en zij moet hierover actief en kort-cyclisch feedback blijven vragen aan haar collega’s, aldus [persoon 3] . Dat [verweerder] actief feedback moest vragen aan haar collega’s over samenwerken en communicatie en ook gericht op het [projectnaam] heeft [verweerder] , zoals zij zelf onder verwijzing naar het als bijlage 7 in het geding gebrachte e-mailbericht van [persoon 3] van die datum, al op 3 juni 2022 van [persoon 3] vernomen. [persoon 3] schrijft in dat e-mailbericht dat het noodzakelijk is dat [verweerder] “deze situatie aangaat” en dat [verweerder] zich dient te houden aan de afspraken (actief feedback ophalen, uitvoering van een evaluatie naar aanleiding van de vijf door [oud-leidinggevende] genoemde verbeterpunten en het opmaken van een verslag daarvan). Zij vervolgt met:
“Als dat niet voldoende lukt, dan vrees ik voor het ontstaan van een onwerkbare situatie in het team en dan moet ik als verantwoordelijke manager ingrijpen.”Desondanks heeft [persoon 3] ook in dit e-mailbericht niet vermeld op grond waarvan [verweerder] “actief feedback moet ophalen”, welke situatie zij moet “aangaan” en wat maakt dat [persoon 3] vreest voor het ontstaan van een onwerkbare situatie in het team als een en ander niet voldoende lukt. SJG stelt tijdens de mondelinge behandeling dat uit deze e-mail blijkt dat het “twee voor twaalf” is en dat dat voor [verweerder] duidelijk had moeten zijn. Juist als het “twee voor twaalf” is mag echter van SJG worden verwacht dat zij heel concreet maakt wat [verweerder] volgens haar niet goed doet en wat zij precies dient te veranderen.
5.De beslissing
€ 100,00 voor iedere dag dat SJG hier niet aan voldoet, tot een maximum van € 5.000,00,