Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
1.De tenlastelegging
2.De beoordeling van het bewijs
feit 1 primair, feit 2, feit 3 en feit 4, subsidiair wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. De officier van justitie heeft ten aanzien van het tenlastegelegde onder feit 4 , primair aangevoerd dat kijkend naar de camerabeelden en de gesprekken daarover in de WhatsAppgroep over het plegen van zulke feiten, het niet anders kan dat de verdachte en medeverdachten hebben gedacht het slachtoffer dood te maken. Op de camerabeelden is echter niet goed te zien of de trappen die de verdachte of een van de medeverdachten richting het hoofd van het slachtoffer geven, ook het hoofd raken. Het slachtoffer verklaart daar ook niets over. De officier van justitie komt echter net niet tot voldoende bewijs. De verdachte moet daarom worden vrijgesproken van de onder feit 4 primair tenlastegelegde poging tot doodslag. Het subsidiair tenlastegelegde openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, kan wettig en overtuigend bewezen worden.
,reed ik op mijn fiets op de Brusselsestraat te Maastricht
.Op een gegeven moment zag en hoorde ik dat een zwarte VW Polo of Golf naast mij reed op de Brusselsestraat
.Vervolgens zag ik dat aan de rechterflank van de auto een raampje openging van die auto. Ik zag en voelde dat ik door een van de inzittenden werd geduwd. Ik kwam met mijn fiets tegen de stoeprand en kwam ten val. Ik dacht dat er drie personen uitstapten. Ik zag en voelde hoe deze drie mannen op mij in begonnen in te schoppen. Ik werd op meerdere plaatsen geraakt…. Niet veel later, sprongen deze mannen weer in de auto en ik zag dat zij wegreden in de richting van het Koningin Emmaplein
subsidiair
hij op 22 januari 2023 in de gemeente Maastricht, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meermalen, tegen het gezicht en hoofd te slaan;
hij op 9 februari 2023 in de gemeente Maastricht, openlijk, te weten, op de Brusselsestraat
,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten
[slachtoffer 3] door die [slachtoffer 3] meermalen,
-te duwen,
- tegen het lichaam te schoppen, terwijl voornoemde [slachtoffer 3] op de grond lag;
4.primairhij op 10 februari 2023 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 4] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet meermalen,- met geschoeide voeten tegen het hoofd en lichaam van voornoemde [slachtoffer 4] - terwijl die [slachtoffer 4] op de grond lag - heeft geschopt, en- tegen het lichaam van die [slachtoffer 4] heeft geslagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
4.De strafbaarheid van de verdachte
5.De straf en/of de maatregel
• zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten, zolang en op de manier zoals jeugdreclassering dat verder bepaalt en invult;
• zich gedurende de proeftijd op door de hieronder genoemde gecertificeerde instelling te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat nóodzakelijk acht;
waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten
Bureau Jeugdzorg Limburgopdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden. De minderjarige is daarbij
van rechtswege verplicht zijn medewerking te verlenen aan het vaststellen van zijn identiteit en aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
.De auto gaat dan heel dicht op de fietser rijden en de verdachte geeft de fietser een duw vanuit het raam van het bijrijdersportier, waardoor de fietser ten val komt. De auto komt tot stilstand, de verdachte en twee medeverdachten stappen uit de auto en rennen op het slachtoffer toe en beginnen hem te slaan en te schoppen tegen het lichaam. Daarna stappen ze weer in de auto en rijden snel weg van de plaats delict, het slachtoffer aan zijn lot overlatend. In de auto praten de verdachten stoer over wat er is gebeurd.
.Zonder aanleiding hebben zij op drie verschillende momenten zinloos geweld gepleegd tegen willekeurige slachtoffers door het betreffende slachtoffer opzettelijk van zijn vrijheid proberen te beroven (feit 1) dan wel op een zeer agressieve manier te schoppen en te slaan (de feiten 3 en 4). Bij het vierde feit werd het feit ook nog gefilmd, waarna de verdachten er naderhand nog leedvermaak over hadden.
• zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten, zolang en op manier zoals jeugdreclassering dat verder bepaalt en invult;
• zich gedurende de proeftijd op door de hieronder genoemde gecertificeerde instelling te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht en zich houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering;
waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten
Bureau Jeugdzorg Limburgopdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden. De minderjarige is daarbij van rechtswege verplicht zijn medewerking te verlenen aan het vaststellen van zijn identiteit en aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
6.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
rijspraak
vrij van het onder 1 primairten laste gelegde feit;
bewezen zoals hierboven onder 3.4is omschreven;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de
- verklaart de
- veroordeelt de verdachte voor de feiten tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht (waarbij de rechtbank uitgaat van 3 dagen), bij de uitvoering van deze jeugddetentie
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van
- stelt de volgende bijzondere voorwaarde(n), waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
• zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten, zolang en op manier zoals jeugdreclassering dat verder bepaalt en invult;
• zich gedurende de proeftijd op door de hieronder genoemde gecertificeerde instelling te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat nóodzakelijk acht en zich houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering;
gecertificeerde instelling Bureau Jeugdzorg Limburg,
jeugdreclasseringde opdracht als bedoeld in artikel 77aa, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
[slachtoffer 4], gedeeltelijk toe;
hoofdelijktot betaling aan de benadeelde partij, van een bedrag van
€ 748,97, (geheel bestaande uit materiële schade) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
10 februari 2023tot aan de dag van de volledige voldoening;
niet-ontvankelijkin zijn vordering ten aanzien van de post f. verlies aan inkomen, evenals de vordering ten aanzien van immateriële schade;
verplichting op tot betaling aan de staatten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 4] ,van € 748,97 te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 10 februari 2023 tot aan de dag van de volledige voldoening;
0 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
,met dat opzet
voornoemde [slachtoffer 1] in een personenauto heeft geduwd, getrokken en/of vastgehouden terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid
( art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 22 januari 2023 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht en/of hoofd te slaan
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 9 februari 2023 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland, openlijk, te weten, op of aan de Brusselsestraat
,in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 3] door die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal,
-te duwen,
- tegen het lichaam te schoppen, terwijl voornoemde [slachtoffer 3] op de grond lag;
( art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 10 februari 2023 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 4] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal,
- met geschoeide voeten tegen het hoofd en/of lichaam van voornoemde [slachtoffer 4] - terwijl die [slachtoffer 4] op de grond lag - heeft geschopt, en/of
- tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 4] heeft geslagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1
ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
10 februari 2023 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland, openlijk, te weten, op of aan de Brusselsestraat
,in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 4]
door die [slachtoffer 4]meermalen, althans eenmaal,
-te duwen,
- tegen het hoofd en/of lichaam te slaan, en/of
- met geschoeide voeten tegen het hoofd en/of lichaam - terwijl die [slachtoffer 4] op de grond lag - te schoppen
( art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht )