Uitspraak
1.De procedure
2.Feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
vermoedendat dit het geval is. Verder is niet in geschil dat [verzoekster] in januari 2023 ziek is geworden en dat zij over 2022 een beoordeling van ‘4’ had gekregen op een schaal van ‘5’, terwijl het in de rede zou liggen dat in geval van een uitzonderlijke prestatie ook de hoogste waardering zou worden gegeven. De kantonrechter heeft dan ook geen grond om aan te nemen dat DSM [verzoekster] ten onrechte een mergerbonus heeft onthouden. Ook is een enkel vermoeden dat dit wel het geval is onvoldoende om DSM te verplichten een geanonimiseerd overzicht te verstrekken van de bedragen die per medewerker zijn uitgekeerd als mergerbonus. Bovendien, als de kantonrechter deze vordering al zou toewijzen, dan kan [verzoekster] met de door haar gevraagde gegevens nog altijd niet onderbouwen dat DSM haar ten onrechte een bonus heeft onthouden omdat met de toegekende bedragen geen wetenschap is verkregen in de onderliggende motieven van DSM om in voorkomende gevallen een bonus van een bepaald bedrag toe te kennen.
- DSM haar op oneigenlijke gronden boventallig heeft verklaard, ondanks eerdere toezeggingen dat zij de functie van [functienaam 3] ook na de fusie zou blijven kunnen vervullen;
- DSM herplaatsing van [verzoekster] onmogelijk heeft gemaakt door een fundamenteel geschil van inzicht voor te wenden en haar vervolgens zonder vooraankondiging per direct op non-actief te stellen omdat zij weigerde mee te werken aan een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden en had aangekondigd de kwestie aan de rechter voor te leggen.
- de stelling van [verzoekster] dat zij met DSM overeenstemming heeft bereikt over loonschaal C45, terwijl DSM dit betwist en stelt dat aan haar een compensatiebedrag is uitbetaald;
- het verschil van mening over de omvang van de bijdrage die [verzoekster] heeft geleverd aan de fusie;
- de verschillen van inzicht over het werkgebied Branding;
- de hoeveelheid en ernst van de verwijten van [verzoekster] aan het adres van DSM, inhoudende dat DSM de fusie zou hebben gebruikt om [verzoekster] op oneigenlijke wijze buiten te werken en dat DSM een verstoring van de arbeidsverhouding heeft voorgewend om [verzoekster] buiten te werken;
- het feit dat geen der partijen (een reëel) voorstel heeft gedaan tot mediaton met als doel het herstel van de verhoudingen;
- de wijze waarop [verzoekster] zich heeft opgesteld jegens DSM vanaf het moment dat het haar duidelijk werd dat DSM haar niet tegemoet wilde komen in haar aanspraak op loonschaal C45: de advocatenbrief van 3 april 2023 had niet alleen onvoldoende basis voor een aanspraak op schaal C45, maar deze actie was ronduit onbezonnen.