ECLI:NL:RBLIM:2023:5871

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
C/03/309223 HA ZA 22-409
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de aanvaarding van de nalatenschap en geschil over geldbedragen in enveloppen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen erfgenamen over de aanvaarding van de nalatenschap van de heer [erflater], die op [overlijdensdatum] is overleden. De eiseres in conventie, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], stelt dat de gedaagde in conventie, [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2], de nalatenschap zuiver heeft aanvaard door haar handelen, terwijl de gedaagde betwist dat zij de nalatenschap zuiver heeft aanvaard en stelt dat zij deze beneficiair heeft aanvaard. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde zich heeft gedragen als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam, omdat zij handelingen heeft verricht die de schuldeisers benadeelden. Daarnaast is er een geschil over de vraag of erflater vijf enveloppen met elk € 5.000,00 had, die door de gedaagde zouden zijn weggenomen. De rechtbank heeft de eiseres in conventie toegelaten om bewijs te leveren van het bestaan van deze enveloppen en de vermeende diefstal door de gedaagde. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/309223 / HA ZA 22-409
Vonnis van 27 september 2023
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
advocaat: mr. V.H.A. Griffioen te Sittard,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] .
advocaat: mr. N.M.F. Statnik te Sittard,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
niet verschenen,
gedaagde,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats 1] ,
niet verschenen,
gedaagde,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats 2] ,
niet verschenen,
gedaagde,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 28,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met de producties 1 tot en met 6,
- de conclusie van antwoord in reconventie met de producties 29 en 30,
- de brief van de rechtbank van 4 januari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte houdende producties ontvangen op 2 juni 2023 van mr. Griffioen met de producties 31 tot en met 33,
- het B8-formulier inzending stukken van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] van 5 juni 2023 met de producties 7 en 8,
- de notities mondelinge behandeling van mr. Griffioen, die zijn overgelegd tijdens de mondelinge behandeling van 15 juni 2023,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 juni 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op [overlijdensdatum] is de heer [erflater] (hierna: “erflater”) overleden. Erflater heeft voor het laatst over zijn nalatenschap beschikt bij testament van 9 april 1981. Op 30 juni 2021 is door notaris [naam notaris] een verklaring van erfrecht afgegeven. Erflater heeft als erfgenamen zijn kinderen achtergelaten. De vijf kinderen zijn ieder voor een gelijk deel erfgenaam. Partijen zijn de gezamenlijke kinderen van erflater.
2.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] heeft op 9 juni 2021 een verklaring inzake beneficiaire aanvaarding afgelegd. De andere kinderen hebben de nalatenschap zuiver aanvaard.
2.3.
Tussen de erfgenamen is na het overlijden van erflater discussie ontstaan over de omvang en de verdeling van de nalatenschap.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht zal verklaren dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de nalatenschap van erflater zuiver heeft aanvaard,
voor recht zal verklaren dat de omvang van de nalatenschap € 36.800,00 bedraagt, althans de omvang van de nalatenschap zal vaststellen zoals de rechtbank in goede justitie juist acht,
de verdeling zal vaststellen zoals in het fundamentum petendi van de dagvaarding onder nummer 60 is beschreven, althans de verdeling zal vaststellen zoals de rechtbank in goede justitie juist acht, althans de wijze van verdeling zal vaststellen zoals de rechtbank in goede justitie juist acht,
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zal veroordelen in de proces- en nakosten, onder bepaling dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de wettelijke rente over de proces- en nakosten verschuldigd zal worden wanneer deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis, althans na de dag van betekening van het in dezen te wijzen vonnis, zijn betaald.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] legt aan haar vorderingen – samengevat – het navolgende ten grondslag. Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de nalatenschap van erflater door haar handelen zuiver aanvaard ex artikel 4:192 lid 1 BW. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] heeft zich volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gedragen als enig erfgenaam van de nalatenschap. Daarnaast stelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat erflater een geldkistje in zijn woning had waarin vijf enveloppen zaten, ieder gevuld met € 5.000,00. Ieder van de vijf kinderen zou een envelop krijgen na zijn overlijden, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zijn de enveloppen na het overlijden van erflater uit de woning verdwenen en zij stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de enveloppen heeft weggenomen.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] betwist de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Zij legt daaraan – samengevat – het volgende ten grondslag. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] is van mening dat zij de nalatenschap niet zuiver heeft aanvaard door haar handelen. Ze stelt dat ze enkel handelingen heeft verricht in het kader van beheer van de nalatenschap. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] stelt zich dan ook op het standpunt de nalatenschap beneficiair te hebben aanvaard. Wat betreft de enveloppen stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] dat zij nooit heeft geweten van het bestaan van deze enveloppen. Zij heeft de enveloppen ook niet gevonden bij het ontruimen van de woning. Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de enveloppen met geld uit de woning van erflater zou hebben meegenomen betwist zij dan ook.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] vordert dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal veroordelen tot het aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en de rechtbank ter beschikking te stellen van het procesdossier (in elk geval het vonnis) ter zake de procedure die tussen haar en erflater werd gevoerd bij de rechtbank Maastricht in de periode circa 2007-2009, een en ander op basis van het bepaalde in artikel 843a Rv, en wel binnen 14 dagen na het wijzen van een vonnis daartoe,
voor recht zal verklaren dat erflater aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een schenking c.q. gift heeft gedaan ten aanzien waarvan zij tot inbreng in de nalatenschap verplicht is, een en ander met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de kosten van het geding in reconventie.
3.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] legt aan haar vorderingen – samengevat – het navolgende ten grondslag. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] jaren geleden een geldbedrag van erflater geleend en nooit terugbetaald. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] kan zich herinneren dat erflater destijds een gerechtelijke procedure is gestart om het bedrag terug te vorderen. Deze procedure heeft erflater verloren. Naar mening van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] kan het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ontvangen bedrag als schenking c.q. gift worden aangemerkt en om die reden is dit bedrag van belang bij het bepalen van de omvang van de nalatenschap. Indien erflater vóór 1 januari 2003 een schenking aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft gedaan, dan is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] verplicht deze schenking in te brengen in de nalatenschap. Om hier meer duidelijkheid over te krijgen vordert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] dat het procesdossier van de gevoerde procedure aan haar ter beschikking wordt gesteld.
3.7.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . Zij legt daaraan – samengevat – het volgende ten grondslag. De processtukken uit de gerechtelijke procedure tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en erflater heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] reeds overgelegd. Volgens haar blijkt uit die stukken dat de schenking, die door erflater is gedaan op 21 oktober 2007, op grond van artikel 4:229 BW niet hoeft te worden ingebracht in de nalatenschap, omdat erflater geen inbrengverplichting heeft opgelegd bij gift en/of uiterste wilsbeschikking. De door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] gevorderde stukken zijn dus niet relevant zijn voor de omvang van de nalatenschap volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betoogt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] op grond van artikel 29 Rv zelf een afschrift van het vonnis had kunnen opvragen bij de rechtbank, nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] als getuige heeft geacteerd in die procedure. Daarnaast had [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] buiten rechte kunnen informeren bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naar de inhoud van het procesdossier en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou die informatie dan hebben verschaft. De vordering is volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] nodeloos door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ingesteld.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
De in conventie en reconventie door partijen ingenomen stellingen en de daarop
gebaseerde vorderingen lenen zich voor een gezamenlijke beoordeling.
Aanvaarding nalatenschap door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2]
4.2.
Tussen partijen staat in de eerste plaats ter discussie of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de nalatenschap van
erflater zuiver of beneficiair heeft aanvaard.
4.3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt zich op het standpunt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de nalatenschap van erflater zuiver
heeft aanvaard door haar handelen. Zo heeft zij – ondanks dat er vier andere erfgenamen
zijn – zelfstandig de uitvaart geregeld, de huur opgezegd, het appartement van erflater
leeggehaald, de inboedel verdeeld en verkocht, bedragen van de ervenrekening gepind en
vanaf haar eigen bankrekening rekeningen betaald van de nalatenschap en aldus goederen en
gelden aan de nalatenschap onttrokken en daarmee schuldeisers benadeeld, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] als heer en meester over de nalatenschap beschikt en zodoende
de nalatenschap zuiver aanvaard. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is van mening dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ten onrechte achteraf de
nalatenschap beneficiair heeft aanvaard.
4.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] betwist dat zij de nalatenschap zuiver zou hebben aanvaard en stelt dat zij de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard. Na het overlijden van erflater heeft zij zich inderdaad gericht op de afwikkeling van de praktische zaken. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] had erflater haar gevraagd om na zijn overlijden een en ander te regelen. Erflater had haar ook op het hart gedrukt om geld te pinnen, aldus [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . Bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] bestond de vrees dat zij, gelet op haar eigen financiële positie, niet alle schulden van de nalatenschap kon voorschieten en om die reden heeft ze geld gepind van de ervenrekening. Met het gepinde geld heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] vervolgens de schulden van de nalatenschap voldaan. Het restantbedrag heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] in beheer. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] toegelicht hoe de verkoop van het dressoir, tv-meubel en de magnetron van erflater is verlopen. Deze spullen zijn verkocht voor een bedrag van in totaal € 180,00. De onderbuurman van erflater heeft op de avond van de ontruiming van de woning het dressoir en tv-meubel meegenomen en heeft hiervoor een bedrag betaald aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . De magnetron wilde [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zelf houden, maar dit bleek toch te vol in huis te zijn. Om die reden heeft ze de magnetron alsnog verkocht. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] stelt dat zij de andere erfgenamen de mogelijkheid heeft geboden om iets van de inboedel op te komen halen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] voelde zich genoodzaakt om actie te ondernemen om verdere kosten voor de nalatenschap te voorkomen. Zij stelt zich op het standpunt dat de handelingen die zij heeft verricht enkel handelingen betreffen in het kader van het beheer van de nalatenschap, maar voor zover zij naar mening van de rechtbank toch beschikkingshandelingen zou hebben verricht, betoogt zij dat dit niet heeft geleid tot zuivere aanvaarding van de nalatenschap omdat geen schuldeisers door haar handelen zijn benadeeld.
4.5.
De vraag of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de nalatenschap zuiver heeft aanvaard dient te worden
beantwoord aan de hand van artikel 4:192 lid 1 BW. Op grond van dat artikel aanvaardt een
erfgenaam de nalatenschap zuiver wanneer hij zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud
als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt doordat hij overeenkomsten aangaat
strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op
andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt. Een eenmaal gedane keuze is
onherroepelijk en werkt terug tot het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap ex
artikel 4:190 lid 4 BW. Het antwoord op de vraag of uit de gedragingen van een erfgenaam
de bedoeling kan worden afgeleid de nalatenschap te aanvaarden, hangt af van de
omstandigheden van het geval.
4.6.
Het staat vast dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] na het overlijden van erflater verschillende handelingen heeft verricht. Bij de beoordeling van die handelingen dient een verschil te worden gemaakt tussen handelingen in het kader van beheer van de nalatenschap en beschikkingshandelingen waarmee een erfgenaam verhaalsobjecten aan de nalatenschap onttrekt, waardoor schuldeisers worden benadeeld. Handelingen die betrekking hebben op de uitvaart zijn geen handelingen waaruit een stilzwijgende zuivere aanvaarding van de nalatenschap mag worden afgeleid. Deze handelingen zijn erop gericht de erflater een passende uitvaart te bezorgen. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] geld opgenomen van de ervenrekening, zodat zij geld voorhanden had om eventuele schuldeisers te betalen. Met dit gepinde geld heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] vervolgens daadwerkelijk schuldeisers betaald. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] heeft met deze betalingen een bedrag aan het verhaal van (mogelijke) schuldeisers van de nalatenschap onttrokken, omdat zij zo bepaalde schuldeisers voorrang heeft gegeven boven andere schuldeisers. Naar het oordeel van de rechtbank moeten deze handelingen als beschikkingshandelingen worden beschouwd die ertoe leiden dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de nalatenschap zuiver heeft aanvaard. Het aanbod van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] om het restantbedrag terug te storten op de ervenrekening, maakt dit niet anders. De kosten van de eigen bijdrage voor advocaatkosten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zijn overigens geen kosten van de nalatenschap maar betreffen kosten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zelf.
4.7.
Het opzeggen van de huur is een beheersdaad en levert geen zuivere aanvaarding
op. Voor wat betreft het leeghalen van de woning geldt in het algemeen dat een erfgenaam
kan voorkomen dat hij de nalatenschap zuiver aanvaardt door na de ontruiming de inboedel
tijdelijk op te (laten) slaan en deze beschikbaar te houden voor schuldeisers. Indien de
inboedel geen waarde vertegenwoordigt, dan kan de erfgenaam ook de inboedel afvoeren of
meegeven aan bijvoorbeeld de kringloop. De erfgenaam onttrekt daarmee geen
nalatenschapsgoederen aan het verhaal van schuldeisers, omdat de goederen geen waarde
hebben. In onderhavig geval is gebleken dat de inboedel wel een bepaalde waarde
vertegenwoordigde. Anders dan aangevoerd in de conclusie van antwoord heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] tijdens de mondelinge behandeling immers verklaard dat zij naast de magnetron ook een dressoir en een tv-meubel aan derden heeft verkocht voor een bedrag van in totaal € 180,00. Het verkoopbedrag heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] niet ingebracht in de nalatenschap. Gelet op de omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zich de voornoemde goederen, dan wel de verkoopopbrengst daarvan, in eerste instantie heeft willen toe-eigenen ook al stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] nu dat de verkoopopbrengst beschikbaar is voor de boedel. De rechtbank is van oordeel dat deze bewuste handeling, waarbij goederen van de nalatenschap aan het verhaal van schuldeisers zijn onttrokken en schuldeisers daarmee zijn benadeeld, moet worden gekwalificeerd als een gedraging die leidt tot zuivere aanvaarding.
4.8.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zich heeft gedragen als een zuiver
aanvaard hebbende erfgenaam en dat zij de nalatenschap zuiver heeft aanvaard. In het verlengde hiervan komt aan de verklaring van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] op 9 juni 2021 ter zake de beneficiaire aanvaarding niet de betekenis toe die de wetgever heeft bedoeld voor een beneficiaire aanvaarding. Om die reden komt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] niet de rechtsbescherming toe die in beginsel voor een erfgenaam voortvloeit uit een beneficiaire aanvaarding. De gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de nalatenschap van erflater zuiver heeft aanvaard zal de rechtbank bij eindvonnis toewijzen.
Enveloppen
4.9.
Met partijen is de rechtbank van oordeel dat de discussie over de vraag of zich bij erflater ten tijde van het overlijden vijf enveloppen met ieder € 5.000,00 bevonden, op dit moment het belangrijkste geschilpunt is dat partijen verdeeld houdt.
4.10.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat erflater een vijftal enveloppen, gevuld met ieder € 5.000,00, in zijn
woning had. Deze enveloppen waren volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bestemd voor ieder van de kinderen
van erflater na zijn overlijden. Zij heeft deze stelling onderbouwd met een voor notaris [naam notaris] afgelegde verklaring van [naam 1] (hierna: “ [naam 1] ”). Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] had [naam 1] een latrelatie met erflater en heeft erflater [naam 1] verteld over de enveloppen. Uit de verklaring van [naam 1] volgt volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voorts dat [naam 1] – naast [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en erflater zelf – een sleutel van de woning van erflater had. Die sleutel heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] op de ochtend van [overlijdensdatum] bij [naam 1] opgehaald, omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] haar eigen sleutel vergeten was en naar de woning van erflater wilde gaan. De huissleutel heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] daarna niet meer teruggegeven aan [naam 1] , aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Daarnaast heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een verklaring van de zoon van [naam 1] (hierna: “ [naam 2] ”) overgelegd. Uit die verklaring volgt volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat erflater vanuit zijn ziekenhuisbed [naam 2] heeft gebeld en hem heeft verzocht om samen met [naam 1] naar zijn woning te gaan om de enveloppen op te halen. [naam 2] heeft dat uiteindelijk niet gedaan, omdat hij zich er niet mee wilde bemoeien en dacht dat erflater er weer bovenop zou komen.
4.11.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] heeft op haar beurt betwist dat zij de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] genoemde enveloppen heeft weggenomen. Voor zover bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] bekend zijn er nooit enveloppen met geld geweest en kunnen deze om die reden geen deel uitmaken van de nalatenschap. Het is volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] onwaarschijnlijk dat erflater zoveel cash geld in zijn woning had liggen, gelet op zijn inkomen en het saldo van zijn bankrekening. Daarnaast stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] dat erflater al meer dan tien jaar geen contact meer had met de andere vier kinderen en dat het onwaarschijnlijk zou zijn dat erflater cash geld ten behoeve van zijn kinderen zou bewaren. Ter onderbouwing hiervan heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] twee verklaringen overgelegd, te weten van de niet verschenen gedaagde sub 2 en van de kleindochter van erflater, [naam kleindochter] (productie 7 en 8 aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ). Wat betreft de verklaring van [naam 1] merkt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] op dat uit die verklaring niet blijkt dat [naam 1] de enveloppen zelf in haar handen heeft gehad noch dat ze de inhoud hiervan zelf heeft kunnen bekijken. [naam 1] schat zelf in dat er in iedere envelop € 5.000,- zat, maar dat heeft zij niet met zekerheid kunnen vaststellen, aldus [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de enveloppen vervolgens zou hebben weggenomen blijkt volgens haar nergens uit en wordt
uitdrukkelijk door haar betwist. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] betwist daarnaast dat [naam 1] een latrelatie met erflater
zou hebben gehad. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hadden erflater en [naam 1] enkel vriendschappelijk contact.
Tot slot heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] toegelicht waarom zij de sleutel van [naam 1] heeft geleend. Erflater heeft
haar verzocht om een halsketting aan [naam 1] terug geven, die zich in de woning van erflater
bevond. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] wilde in de ochtend van [overlijdensdatum] de ketting ophalen in de woning
van erflater, maar ze was haar eigen sleutel vergeten. Om die reden heeft ze de sleutel van
[naam 1] geleend. De halsketting heeft ze aan [naam 1] teruggegeven.
4.12.
Gelet op de – naar het oordeel van de rechtbank voldoende gemotiveerde – onderbouwing van de vordering door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en gelet op de – eveneens voldoende gemotiveerde – betwisting van die vordering door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , zal de rechtbank [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , overeenkomstig het bepaalde in artikel 150 Rv, opdragen de feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit blijkt:
- dat erflater in zijn woning vijf enveloppen gevuld met ieder € 5.000,00 in een geldkistje in de kast onder de televisie bewaarde, en
- dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de vijf enveloppen gevuld met ieder € 5.000,00 heeft weggenomen uit de woning van erflater.
4.13.
De rechtbank overweegt dat het aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is om te beslissen over de wijze waarop zij het hiervoor genoemde bewijs wil leveren. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] komt het recht toe om op zelfgekozen wijze tegenbewijs te leveren.
4.14.
De rechtbank geeft partijen en hun advocaten in overweging om, desgewenst, nadere afspraken te maken over de wijze waarop de volledige (tegen)bewijslevering in deze zaak zal plaatsvinden. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen voor uitlating door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over de wijze waarop zij het vereiste bewijs wil leveren. Partijen kunnen er ook voor kiezen om de rechtbank eenstemmig en gelijktijdig te berichten over de (tegen)bewijslevering als geheel.
4.15.
In afwachting van de in rov. 4.12. genoemde uitlating van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , of van beide
partijen, zal de rechtbank iedere verdere beslissing in conventie en reconventie aanhouden.

5.De beslissing

De rechtbank:
in conventie en in reconventie
5.1.
laat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toe om door alle middelen rechtens te bewijzen de feiten en omstandigheden waaruit blijkt:
- dat erflater in zijn woning vijf enveloppen gevuld met ieder € 5.000,00 in een geldkistje in de kast onder de televisie bewaarde, en
- dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de vijf enveloppen gevuld met ieder € 5.000,00 heeft weggenomen uit de woning van erflater.
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
25 oktober 2023voor akte aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (of van beide partijen), waarbij zij zich kan uitlaten over de wijze waarop zij het bewijs wenst te leveren,
5.3.
bepaalt dat als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bewijs wil leveren door middel van schriftelijke stukken, zij deze stukken op de hiervoor vermelde rolzitting dient over te leggen,
5.4.
bepaalt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , als zij bewijs door getuigen wil leveren, de naam en woonplaats van de te horen getuigen moet opgeven met de verhinderdata over de maanden januari tot en met juni 2024 van haarzelf, haar advocaat en de getuigen en zo mogelijk van de wederpartij en diens advocaat, waarna een dag voor het getuigenverhoor zal worden vastgesteld,
5.5.
bepaalt dat, als een getuigenverhoor wordt gehouden, dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. V.E.J. Noelmans in het gerechtsgebouw te Maastricht aan Sint Annadal 1 en dat beide partijen daarbij aanwezig moeten zijn om eventueel aansluitend aan het verhoor de zaak te bespreken en om te bekijken of een schikking mogelijk is,
5.6.
bepaalt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uiterlijk twee weken vóór het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moet toesturen,
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2023.