[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] heeft op haar beurt betwist dat zij de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] genoemde enveloppen heeft weggenomen. Voor zover bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] bekend zijn er nooit enveloppen met geld geweest en kunnen deze om die reden geen deel uitmaken van de nalatenschap. Het is volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] onwaarschijnlijk dat erflater zoveel cash geld in zijn woning had liggen, gelet op zijn inkomen en het saldo van zijn bankrekening. Daarnaast stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] dat erflater al meer dan tien jaar geen contact meer had met de andere vier kinderen en dat het onwaarschijnlijk zou zijn dat erflater cash geld ten behoeve van zijn kinderen zou bewaren. Ter onderbouwing hiervan heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] twee verklaringen overgelegd, te weten van de niet verschenen gedaagde sub 2 en van de kleindochter van erflater, [naam kleindochter] (productie 7 en 8 aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ). Wat betreft de verklaring van [naam 1] merkt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] op dat uit die verklaring niet blijkt dat [naam 1] de enveloppen zelf in haar handen heeft gehad noch dat ze de inhoud hiervan zelf heeft kunnen bekijken. [naam 1] schat zelf in dat er in iedere envelop € 5.000,- zat, maar dat heeft zij niet met zekerheid kunnen vaststellen, aldus [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de enveloppen vervolgens zou hebben weggenomen blijkt volgens haar nergens uit en wordt
uitdrukkelijk door haar betwist. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] betwist daarnaast dat [naam 1] een latrelatie met erflater
zou hebben gehad. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hadden erflater en [naam 1] enkel vriendschappelijk contact.
Tot slot heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] toegelicht waarom zij de sleutel van [naam 1] heeft geleend. Erflater heeft
haar verzocht om een halsketting aan [naam 1] terug geven, die zich in de woning van erflater
bevond. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] wilde in de ochtend van [overlijdensdatum] de ketting ophalen in de woning
van erflater, maar ze was haar eigen sleutel vergeten. Om die reden heeft ze de sleutel van
[naam 1] geleend. De halsketting heeft ze aan [naam 1] teruggegeven.