ECLI:NL:RBLIM:2023:5823
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit UWV over arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.J. Jacobs-Hellebrekers, beroep ingesteld tegen besluiten van het UWV met betrekking tot haar WIA-uitkering. Het UWV had op 25 januari 2022 besloten om de loongerelateerde uitkering van eiseres om te zetten in een loonaanvullingsuitkering per 20 april 2022. Na bezwaar van de (ex-)werkgever van eiseres heeft het UWV op 7 juni 2022 het bezwaar gegrond verklaard en de uitkering per 19 juli 2022 omgezet naar een vervolguitkering met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 44,99%. Eiseres was het niet eens met deze besluiten en heeft beroep ingesteld. Het UWV heeft later een gewijzigde beslissing genomen, waarbij het arbeidsongeschiktheidspercentage per 20 april 2022 werd vastgesteld op 58,83%. De rechtbank heeft het beroep op 20 september 2023 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigden van het UWV aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tegen het eerste bestreden besluit niet-ontvankelijk is, omdat dit besluit is vervangen door het tweede bestreden besluit. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres per 19 juli 2022 voor 58,83% arbeidsongeschikt is. De rechtbank concludeert dat het UWV dit percentage terecht heeft vastgesteld en dat de medische en arbeidskundige grondslagen van de besluiten deugdelijk zijn. De rechtbank heeft het beroep tegen het tweede bestreden besluit gegrond verklaard, het eerdere percentage van 44,99% vernietigd en zelf in de zaak voorzien door het percentage van 58,83% vast te stellen. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat het UWV het griffierecht en de proceskosten van eiseres moet vergoeden.