In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [gedaagde]. De werknemer vorderde betaling van loon na een nieuwe ziekmelding, waarbij de werkgever betwistte dat er recht op loon bestond. De werknemer was sinds 2010 in dienst en had in 2019 een bedrijfsongeval gehad, waarna hij arbeidsongeschikt raakte. Na een periode van ziekte hervatte hij zijn werkzaamheden, maar meldde zich opnieuw ziek in april 2023. De werkgever stopte de loonbetaling en stelde dat er geen nieuwe wachttijd was ingegaan na de ziekmelding.
De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de werknemer zijn bedongen arbeid volledig had hervat. De werkgever had de loonbetaling gedurende twee jaar doorbetaald na de eerste ziekmelding, maar bij een nieuwe ziekmelding was de werkgever in beginsel niet meer verplicht om loon door te betalen. De werknemer stelde dat zijn nieuwe ziekmelding leidde tot een nieuwe periode van 104 weken loonbetaling, maar de kantonrechter oordeelde dat er te veel twijfel bestond over de vraag of de werknemer zijn werkzaamheden volledig had hervat. Daarom werd de vordering van de werknemer afgewezen, evenals de vorderingen voor schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten. De werknemer werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de werkgever.