Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift met vier bijlagen (ontvangen op 30 juni 2023)
- het verweerschrift met elf bijlagen
- de door Pregis nagezonden bijlagen 5 tot en met 9
- de “akte vermeerdering van eis” van [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] en de daarbij ingediende bijlagen 12 en 13
- de mondelinge behandeling op 31 augustus 2023, waar Pregis een pleitnota heeft overgelegd.
2.De feiten
“combinatie van intrapersoonlijke factoren, lichamelijke factoren en de ervaren werksituatie (sfeer nu en mede zaken uit het verleden waar dhr bij betrokken was vanuit zijn rol in de OR)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
ontbinding van de arbeidsovereenkomst
€ 27.228,65. Pregis zal worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag.
€ 4.568,70 x 12 x 1,08).
- niemand staat mij in de weg, mijn plan gaat hoe dan ook door,
- als de investeerders en CEO’s uit de US erachter komen dat jullie mij in de weg staan ben ik niet zeker voor jullie baan,
- als iedereen straks zijn baan kwijt is dan zijn jullie daar persoonlijk verantwoordelijk voor.
ernstigverwijtbaar handelen is hier echter geen sprake. Vast staat immers ook dat [naam directeur] al de dag erna aan [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] heeft medegedeeld het niet zo bedoeld te hebben. Ook moet in ogenschouw genomen worden dat in dergelijke situaties, waarbij de ondernemingsraad een negatief advies afgeeft, dit kan leiden tot oplopende spanningen tussen de ondernemingsraad en de (bestuurder van de) onderneming. Van [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] , als voorzitter van de ondernemingsraad, mag in die rol verwacht worden dat hij er tegen bestand is als tijdens een gesprek met de bestuurder de druk opgevoerd wordt.