ECLI:NL:RBLIM:2023:5658
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- G. Leijten
- A.W.C.M. Frings
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens ontbreken spoedeisend belang in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de verzoeker beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert, waarin het college heeft besloten om het Woo-verzoek van de verzoeker niet in behandeling te nemen. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen, maar deze heeft het verzoek afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang aanwezig was bij het verzoek van de verzoeker.
De verzoeker had in eerste instantie gevraagd om schorsing van het bestreden besluit. De voorzieningenrechter stelde vast dat, zelfs als het bestreden besluit zou worden geschorst, de besluiten die het college in stand heeft gelaten, nog steeds van kracht zouden zijn. Dit zou de verzoeker dus niet helpen, aangezien de schorsing geen effect zou hebben op andere lopende of toekomstige Woo-verzoeken.
Daarnaast vroeg de verzoeker de voorzieningenrechter om het college te verplichten om binnen twee weken na de uitspraak een document te verstrekken waarin staat wie klachten behandelt binnen de gemeentelijke organisatie. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de verzoeker deze informatie niet nodig had om zijn beroep af te wachten, en dat hij ook zonder deze informatie klachten kon indienen bij de gemeente.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, zonder dat het college het griffierecht hoefde te vergoeden. Tegen de uitspraak staat geen rechtsmiddel open, en partijen ontvangen het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak binnen twee weken.