Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] ,
[gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident],
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding met 23 producties,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid met producties A t/m C,
- de incidentele conclusie van antwoord met 4 producties.
2.Het geschil
in de hoofdzaak
- primair een bedrag van € 356.418,-,
- subsidiair een bedrag van € 237.612,-
- primair een bedrag van € 561.418,-
- subsidiair een bedrag van € 374.279,-
- primair een bedrag van € 318.538,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 december 2017,
- subsidiair een bedrag van € 245.910,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 augustus 2011,
3.De beoordeling in het incident
“De Nederlandse rechter, in het bijzonder de Rechtbank Limburg locatie Maastricht, is bevoegd om geschillen ter zake het Belgisch en Luxemburgs vermogen te beoordelen; Partijen spreken af dat op die geschillen het Nederlands recht van toepassing is;”.
4.De beslissing
25 oktober 2023voor conclusie van antwoord.