3.2.[eiseres] legt aan haar vordering – samengevat – het navolgende ten grondslag. Zij stelt dat het testament van 31 juli 2018 ex artikel 3:34 lid 2 BW nietig is, omdat erflater ten tijde van het passeren van dat testament wilsonbekwaam was vanwege een geestelijke stoornis. Om die reden moet teruggevallen worden op het testament van 7 maart 2016, aldus [eiseres] . De inhoud van het testament van 31 juli 2018 staat volgens haar haaks op de inhoud van het eerdere testament uit 2016. Naar mening van [eiseres] lag de wijziging van het testament niet in de lijn der verwachting. Zij voert hiertoe aan dat in mei 2019 bij erflater de diagnose vasculaire dementie werd gesteld. Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat sprake was van een cognitieve stoornis bij erflater op het gebied van geheugen, aandacht, oriëntatie in plaats, taalexpressie en rekenen. Uit het neurologisch onderzoek bleek volgens [eiseres] verder dat erflater een verminderde prestatie op het gebied van geheugentaken had, waarbij hij zaken die recent of in het verleden zijn gebeurd niet meer kon herinneren. De ziekte had al veel eerder dan het moment van officiële vaststelling zijn negatieve weerslag op erflater en diens geestvermogens, aldus [eiseres] . Ze onderbouwt haar stelling verder met:
het medisch dossier van de huisarts, waaruit volgens [eiseres] blijkt dat erflater in 2013 al
last begon te krijgen van toenemende vergeetachtigheid en moeite had met concentreren. Uit het medisch dossier blijkt volgens haar verder dat erflater in 2017 al vergeetachtig en steeds meer hulpbehoevend was.
het zorgplan van Envida van 18 juli 2018, waarin is opgenomen dat erflater zijn
medicatie soms vergat in te nemen, hij een verminderd beoordelingsvermogen had, beperkt korte termijn geheugen en herhaald taalgebruik/gedrag.
de transcriptie van een opname van het gesprek tussen oud-notaris [naam oud-notaris] ,
erflater en [eiseres] , waaruit volgens laatstgenoemde blijkt dat erflater slechts enkele maanden na het opmaken van het testament en het tekenen van de verkoopovereenkomst van de gronden niets begrijpt van wat hem verteld wordt, dat hij warrig en vergeetachtig is en dat hij aan geheugenverlies lijdt.
het schetsen van de gang van zaken rondom de verkoop van de gronden, waarbij erflater
volgens [eiseres] onder druk is gezet door [gedaagde] en haar partner om de gronden te verkopen. Erflater zou zeer beïnvloedbaar zijn geweest naar mening van [eiseres] .
een verklaring van de partner van erflater, [naam partner] , waaruit volgens [eiseres] volgt
hoe het ondertekenen van de verkoopovereenkomst van de gronden door erflater is verlopen. [eiseres] stelt dat op grond van die verklaring de conclusie kan worden getrokken dat de partner van [gedaagde] misbruik heeft gemaakt van de fragiele, spoedeisende medische situatie van erflater.
op 3 april 2019 werden de (toekomstige) goederen van erflater wegens zijn lichamelijke
of geestelijke toestand onder bewind gesteld op verzoek van [eiseres] . Ze stelt dat zij ter bescherming van erflater het verzoekschrift tot aanstelling van een bewindvoerder heeft ingediend omdat erflater zeer ontvankelijk was voor beïnvloeding en misleiding van buiten af.
een verklaring van de kleinzoon van erflater, [naam kleinzoon] , waaruit volgens [eiseres]
onder meer blijkt dat de lichamelijke en geestelijke toestand van erflater vanaf 2017 steeds meer achteruit ging.
Ten slotte heeft [eiseres] tijdens de mondelinge behandeling haar stelling nader
onderbouwd, onder meer aan de hand van randnummer 8 van de spreekaantekeningen.
Volgens [eiseres] is niet één bewijsstuk doorslaggevend, maar dienen alle overgelegde bewijsstukken in onderlinge samenhang te worden bezien. Uit de voornoemde stukken blijkt volgens haar dat erflater al vanaf eind 2017/begin 2018 leed aan een geestelijke stoornis. Ten tijde van het opmaken van het testament op 31 juli 2018 was er volgens [eiseres] geen sprake meer van een man die de daarbij betrokken belangen redelijk kon waarderen en de gevolgen van het opmaken van het testament nog kon overzien.