3.3Het oordeel van de rechtbank
03.327120.22
Feit 1 primair
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat zich in het procesdossier onvoldoende bewijs bevindt om te komen tot een bewezenverklaring van het onder 1 primair tenlastegelegde feit omdat niet kan worden vastgesteld dat de kans op overlijden aanmerkelijk was en zal de verdachte daarvan vrijspreken.
Feit 1 subsidiair
In het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer] staat – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
“Het begon gisteravond (de rechtbank begrijpt: 9 november 2022). Omstreeks 20.40 uur belde [medeverdachte 1] mij op of ik nog wilde chillen. Ik liep op de Hernastraat en zag een auto aan komen rijden. Ik zag in de Micra 3 personen zitten. Er zat een meisje op de bijrijdersstoel. De bestuurder was een jongen. En ik zag [medeverdachte 1] achterin zitten. We zijn naar de Roerdomp gereden. De hele tijd heeft de jongen als bestuurder gereden. Bij de Roerdomp aangekomen hebben we op de parkeerplaats gestaan. Toen kwam er ineens een andere auto, een zwarte Golf, aanrijden. Toen de auto stopte zag ik dat de jongen uit onze auto stapte en met de bestuurder van de zwarte Golf ging praten. Ze stonden beiden buiten de auto met elkaar te praten. Uiteindelijk stapte de jongen weer in en ging weer achter het stuur zitten. De man uit de zwarte Golf stapte ook bij ons in. We reden toen naar Asenray. We reden naar een gebied met veel bomen. Tijdens de rit begon de man uit de zwarte Golf te praten. Hij zei zelf dat hij Pools was. Hij sprak in de Engelse taal. De Poolse man zei in het [verbalisant 3] dat ik mijn identiteitskaart moest afgeven en anders sloeg hij me in elkaar. Dit was op een boze toon. Hij sprak met luide stem. Ik vroeg in eerste instantie waarom. Hij wilde niet zeggen waarom. In de auto gebeurde niets fysieks in mijn richting, enkel verbaal. Ik was bang. Hoe hij tegen mij praatte wist ik al dat ze mij moesten hebben. Niemand in de auto zei nog wat. Ik heb hem toen mijn identiteitskaart gegeven. Toen we eenmaal bij het bos waren parkeerden we de auto langs de onverharde weg. Het was daar donker. Toen we naast de auto stonden zei de jongen dat ik op mijn telefoon mijn rekening weer moest openmaken en dat ik 1000 euro over moest maken van de spaar- naar de lopende rekening. Ik deed dat meteen. Ik had namelijk gezien dat de Poolse man iets in zijn hand vasthield toen hij uitstapte. Ik was bang dat er iets zou gaan gebeuren. In eerste instantie zag ik niet wat het was wat hij vasthield. Maar ik was bang dat mij iets zou overkomen en daarom werkte ik maar mee. De Poolse man stond rechts naast mij en ik had op dat moment mijn gsm vast. Ik was bezig de rekening te openen. Ik zag een zwarte flits en voelde een klap op mijn hoofd. Aan de linkerkant van mijn gezicht. Tegen mijn neus en onderkant van mijn oog. Dat deed heel veel pijn. Het was een stekende pijn. Ik had ook meteen een bloedneus. Dus ik wist dat het niet goed was. De pijn hield ook aan. Op dat moment zag ik ook dat het een kleine brandblusser is die de Poolse man in zijn hand vasthad en waarmee hij me had geslagen. Ondanks de pijn en bloedneus heb ik de rekening geopend en het geld overgemaakt. Meteen daarop kreeg ik van de jongen (de bestuurder van de auto) een klap tegen mijn gezicht. Hij deed dit met kracht en met gebalde vuist, recht vooruit. Hij sloeg tegen de linkerkant van mijn gezicht op mijn oog. Ook dat gaf een stekende pijn. Ik stond ook meteen te wankelen. Ik had zoveel pijn dat ik niets kon zeggen op dat moment. Ik kreeg meerdere klappen van de jongen achter elkaar in mijn gezicht met de gebalde vuist. Er was ook meteen bloed in mijn gezicht. We zijn toen allemaal weer in de auto gestapt. Ik heb mijn jas gebruikt om het bloed op te vangen. We reden vanuit Asenray naar de Welkoop in Maasniel. In Maasniel bij de Welkoop staat een geldautomaat. Ik moest samen met de anderen in de auto blijven zitten. De jongen ging naar de geldautomaat met mijn pinpas. Ik moest deze afgeven en mijn pincode zeggen. De jongen vroeg mij hierom. Als ik dit niet zou doen zou hij mijn kop nog erger verbouwen zei hij. Ik was bang en heb hem de pinpas en code gegeven. De jongen heeft toen bij de geldautomaat gepind. Hij zei ook dat hij dit gepind had toen hij terug kwam. Terwijl ik in de auto zat moest ik mijn GSM afgeven aan de Poolse man. Als ik dit niet zou doen zou hij me in mijn nek steken. Ik zag op een gegeven moment dat hij een mes in zijn hand hield. Hij zette dit mes ook meteen op mijn nek. Ik gaf de Poolse man mijn telefoon.”
In het proces-verbaal van verhoor van de medeverdachte [medeverdachte 1] staat het volgende gerelateerd:
“V: Waar zijn jullie heengereden?
A: Vanuit het bos?
V: Ja.
A: Richting de pinautomaat. Daarna onderweg ging iemand pinnen, dus werd er gepind.
V: Wie ging er pinnen?
A: De bestuurder.”
In het proces-verbaal van verhoor van de medeverdachte [medeverdachte 2] staat het volgende gerelateerd:
“V: Vertel eens wat er gebeurd vanaf het moment dat [slachtoffer] in de auto stapte?
A: Eerst was het gewoon heel normaal. Totdat we de bossen in gingen.
V: Wat gebeurd er dan?
A: Toen werd hij toegetakeld. Hij werd geslagen met een brandblusser.
V: Waar heb jij de brandblusser weggegooid?
A: In het bos.
V: Oké, nadat jij de brandblusser had afgepakt, wat gebeurde er toen?
A: Hij werd toen nog een keer toegetakeld. Hij kreeg een paar vuistslagen. Hierna werd er nog eens 1000 euro van hem gepind en werd zijn telefoon afgepakt. Later werd hij afgezet bij de Donderberg.
V: Hoe vaak werd hij nog geslagen?
A: Niet vaak. Maar hij kreeg nog wel een mes tegen zijn hoofd.
V: Jij zegt dat er 1000 euro werd gepind. Hoe is dit gegaan?
A: Dit bedrag werd overgemaakt naar zijn pas en iemand anders heeft het geld vervolgens gepind.
V: Hoe is deze persoon aan de pas gekomen?
A: Van die [slachtoffer] .
V: Hoe ging dit met die pas. Werd de pas gewoon afgegeven, of hoe ging dit?
A: Nee, niet vrijwillig. Onder dwang, vijandig.
V: Wat is onder dwang?
A: Met eens mes op de keel.
V: Hoe werd de telefoon afgepakt?
A: Iemand zei gewoon geef die telefoon en hij deed dat.
V: Was dit vrijwillig?
A: Nee.
V: Wat is de reden dat deze jongen zo toegetakeld moest worden?
A: Geld.
V: Wat is er in de auto gebeurd op het moment de jongen uit de Golf er in zat?
A: Het werd dreigen.
V: Wat werd dreigend?
A: Hoe de jongen uit de Golf tegen [slachtoffer] bezig was.
V: Wat deed hij dan?
A: Schelden, dreigen, intimideren. Dat hij alles moest afgeven wat hij bij had.
V: Wat heeft [slachtoffer] allemaal afgegeven?
A: Zijn telefoon, pinpas en ID.
V: Aan wie heeft hij die in eerste instantie afgegeven?
A: We hebben deze spullen allemaal in onze handen gehad.
V: Maar aan wie heeft [slachtoffer] dit gegeven?
A: De jongen uit de Golf.
V: Hoeveel werd er gepind?
A: 1000 euro. Dit geld heb ik ook gezien.”
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 november 2022 staat het volgende gerelateerd:
Door aangever [slachtoffer] werd verklaard dat hij zijn pinpas en pincode moest afgeven aan de bestuurder van de Nissan Micra die daarna geld gepind heeft. Door het onderzoeksteam werden de bankgegevens van aangever [slachtoffer] gevorderd en onderzocht. Hieruit is het volgende gebleken:
Transactie op 9 november 2022:
om 22:44 uur, 1000 euro bij de geldautomaat Hoekstraat te Roermond.
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2022 staat het volgende gerelateerd:
Van de pinautomaat op de Hoekstraat te Roermond werden de camerabeelden onderzocht. Uit de bevindingen van deze camerabeelden is gebleken dat op 9 november 2022 om 22:44 uur door een man wordt gepind met een pinpas. Het signalement van de man komt overeen met de door [slachtoffer] omschreven bestuurder van de Nissan Micra.
Op de camerabeelden is te zien dat de man geld uit de automaat pakt en in zijn linker jaszak steekt. Vervolgens is te zien dat de man naar een geparkeerd voertuig loopt en dat hierna een lichtkleurig 3-deurs voertuig wegrijdt. Betreffend voertuig rijdt om 22:45 uur weg.
In het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 17 november 2022 staat het volgende gerelateerd:
“Er werd mij door verbalisant [verbalisant 1] een foto getoond waarbij een man te zien was
die bij een pinautomaat stond.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , herken [verdachte] ambtshalve omdat ik hem enkele weken geleden bij een melding heb gecontroleerd. Hierbij heb ik zijn uiterlijk van dichtbij kunnen zien.
Ik herkende het gezicht direct als [verdachte] aan de vorm van zijn gezicht en
gezichtsbeharing. Aan zijn herkenning droegen de volgende specifieke kenmerken bij:
Ik herken de neus met de streep op de neusbrug. De mond is duidelijk herkenbaar
waarbij de bovenlip over de onderlip hangt. Ik herken [verdachte] aan de gezichtsbeharing
en tevens herken ik zijn ogen.”
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 november 2022 staat het volgende gerelateerd:
“Ik, verbalisant [verbalisant 3] , was op vrijdag 18 november 2022 belast met de noodhulp voor
het werkgebied van Roermond. Bij aanvang van onze dienst werd de briefing behandeld.
Ik zag een dia voorbij komen waar herkenning gevraagd werd van een persoon. Ik zag dat
er drie foto's van de persoon bijgevoegd waren. Ik zag op twee van de foto's dat het
gelaat van de persoon zichtbaar was.
Ik herkende direct de persoon op de foto's. Ik zag dat dit [verdachte] , geboren op
[geboortedatum] 1997 was. Ik ontving op mijn verzoek van collega [verbalisant 4] op 18 november 2022 een e-mail met daarin bijgevoegd de bewegende beelden van de pintransactie. Uit deze bewegende beelden waren de foto's die in de briefing dia stonden gebruikt. Ik zag op deze bewegende beelden [verdachte] die ook op de foto's te zien was. Ik zag [verdachte] pinnen bij een Geldmaat. De bewegende beelden en foto's zijn van goede kwaliteit. [verdachte] is mij ambtshalve bekend. Ik zag op de beschikbare foto's in de briefing dia en op de bewegende beelden aan het gelaat, neus, wenkbrauwen, donkerkleurige ogen, snor/gezichtsbeharing, haarkleur en huidskleur dat dit [verdachte] was. Hier twijfel ik niet over.”
Uit het letselrapport van het slachtoffer [slachtoffer] en het verslag van de spoedeisende hulp blijkt het volgende:
botbreuken: linker oogkasbodem, binnen- en buitenwand bovenkaakholte en neusbeen.
ernst van het letsel: ernstig.
schatting duur verdere genezing letsels: 12 weken.
Verweer verdediging
De rechtbank is van oordeel dat het verweer van de verdediging – dat de verdachte niet de bestuurder was – reeds zijn weerlegging vindt in de bewijsmiddelen. De rechtbank stelt aan de hand van de bewijsmiddelen vast dat de verdachte de bestuurder is geweest van de Nissan Micra waarin onder meer het slachtoffer op 9 november 2022 plaats heeft genomen. De rechtbank stelt verder uit de bewijsmiddelen vast dat de verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de aan hem onder 1 subsidiair, 2 en 3 verweten feiten en overweegt hiertoe nog het volgende.
Overwegingen met betrekking tot feit 1 subsidiair
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Om die vraag te beantwoorden zal de rechtbank eerst het letsel dat de aangever heeft opgelopen moeten beoordelen. Meer specifiek gaat het dan om de vraag of dat letsel als zwaar lichamelijk letsel dient te worden aangemerkt. De rechtbank overweegt in dit verband als volgt.
Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat als algemene gezichtspunten voor de beantwoording van de vraag of van zwaar lichamelijk letsel sprake is, in elk geval kunnen worden aangemerkt de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel. De beoordeling kan ook op een combinatie van deze gezichtspunten worden gebaseerd. Bij een veelvoud van verwondingen kunnen in voorkomende gevallen de verwondingen in hun totaliteit worden beoordeeld. De vaststelling aan de hand van deze gezichtspunten of sprake is van zwaar lichamelijk letsel, zal vaak worden gegrond op gegevens van medische aard.
De rechtbank stelt vast dat het slachtoffer - als gevolg van het door de verdachte en de onbekend gebleven medeverdachte uitgeoefende geweld - in ieder geval diverse botbreuken in het gezicht (linker oogkasbodem, binnen- en buitenwand bovenkaakholte en neusbeen) heeft opgelopen met aanvankelijk een geschatte genezingsduur van 12 weken. Uit de door het slachtoffer -in het kader van de vordering benadeelde partij- ingediende medische gegevensblijkt dat het slachtoffer op 17 november 2022 een operatie heeft moeten ondergaan aan de neus en kaak met als gevolg dat hij wekenlang vloeibaar voedsel tot zich heeft moeten nemen. Het slachtoffer heeft in elk geval bij het indienen van de vordering op 31 juli 2023 nog immer last van een zichtbeperking (dubbelzien) waaraan hij operatief nog moet worden geholpen. Gelet op het hiervoor geschetste toetsingskader leiden naar het oordeel van de rechtbank de opgelopen letsels, het medisch ingrijpen en de daarbij horende genezingsduur tot de gevolgtrekking dat er sprake is van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank acht derhalve het onder 1 subsidiair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
Overwegingen met betrekking tot feit 2
De rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen van oordeel dat het aan de verdachte onder 2 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Overwegingen met betrekking tot feit 3
De rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen van oordeel dat het aan de verdachte onder 3 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Overweging met betrekking tot het tenlastegelegde medeplegen
Bij alle feiten die aan de verdachte zijn tenlastegelegd onder dit parketnummer, is naast het plegen van die delicten eveneens de variant medeplegen tenlastegelegd. De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat er bij alle tenlastegelegde feiten sprake was van medeplegen. De verdachte en de onbekend gebleven medeverdachte hebben nauw samengewerkt en een substantieel (individueel) aandeel gehad in het toebrengen van het zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer en de afpersing van het slachtoffer; hetgeen tevens geldt voor de diefstal van het geld door gebruikmaking van de pinpas met bijbehorende pincode.
Eendaadse samenloop
De onder 1 subsidiair en onder 2 bewezenverklaarde feiten leveren naar het oordeel van de rechtbank een zodanig samenhangend en op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex op, dat de verdachte daarvan één verwijt kan worden gemaakt. Daarmee is er sprake van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55 Sr.
Feit 1
In het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] d.d. 6 december 2022 staat – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
"Ik doe aangifte van diefstal van mijn fiets. Mijn fiets betreft een Gazelle Balans voorzien van het framenummer [framenummer] . Op 28 november 2022, omstreeks 23:00 uur, heb ik mijn fiets voor het laatst gezien. Mijn fiets stond op dat moment volledig intact en onbeschadigd en afgesloten met een ringslot onder de carport naast mijn woning aan de [adres 1] te Maasbracht.
Op 29 november 2022, omstreeks 08:30 uur, kwam ik terug in mijn woning. Ik ontdekte dat mijn fiets weggenomen was.
Ik nam meteen mijn iPad en logde in op mijn camerabeveiligingssysteem. Ik ben vervolgens de beelden van die nacht terug gaan kijken. Ik kwam er op dit moment achter dat mijn fiets werd weggenomen op 29 november 2022 om 05:10 uur. Ik zag een mannelijk persoon over het gras van de buren naar mijn fietsen lopen. Deze man nam de Gazelle Balans vervolgens weg door deze aan de achterkant op te tillen en ermee weg te lopen.”
In het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 29 november 2022 staat – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
"Op 29 november 2022 liep ik samen met mijn dochter ( [getuige 2] ) naar mijn buurman, die op de [adres 1] te Maasbracht woont, om te vragen of ik en mijn dochter de camerabeelden mochten zien. Op deze camerabeelden zie ik dat een persoon met een groene jas op de oprit van de [adres 1] liep. De man pakte een fiets die op de oprit stond op en liep ermee weg. Na het bekijken van de beelden ben ik terug naar huis gelopen. Later op de middag zag ik dat twee personen te voet aankwamen. Toen zei tegen mijn dochter: "Dat zijn de personen op het camerabeeld!! Ik herken de persoon met
het baardje en de groene jas."
Ik heb ze naar de [adres 2] zien gaan."
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 november 2022 staat – zakelijk weergegeven –het volgende gerelateerd:
“Getuige [getuige 2] (de rechtbank begrijpt: de dochter van getuige [getuige 1] ) zag op 29 november 2022 dat er voor haar woning twee jongens voorbij liepen. Zij herkende een persoon als de persoon welke de elektrische fiets van de bewoners van [adres 1] had weggenomen. Zij had de persoon eerder op de camerabeelden van de benadeelden gezien. Getuige [getuige 2] maakte van deze twee personen met haar mobiele telefoon een video-opname. Vervolgens stapte deze getuige [getuige 2] met haar moeder in de auto en achtervolgde deze twee personen en zagen hen bij het adres [adres 2] Maasbracht voor de voordeur stilstaan.
Deze video-opname werd door mij, [verbalisant 5] , bekeken. Ik zag dat de man een groene jas voorzien van een capuchon droeg. Ik zag dat deze groene jas van horizontale banen was voorzien. Ik zag dat deze man een zwarte joggingbroek droeg voorzien aan beide zijkanten van een witte bies. Ik zag dat deze man lichte opvallende beige sneakers droeg.
Door mij, [verbalisant 5] , en collega’s [verbalisant 6] en [verbalisant 7] werd die woensdag (de rechtbank begrijpt: 30 november 2022) bij het adres [adres 2] te Maasbracht een onderzoek ingesteld. Ik zag dat aan deze woning twee bergingen lagen. Ik voelde aan de klink van de linker gelegen berging. Ik opende deze deur en zag dat in deze berging een grijze elektrische fiets stond van het merk Gazelle, type Balance. De aangetroffen elektrische fiets werd door collega [verbalisant 7] gecontroleerd waarna bleek dat dit de weggenomen elektrische fiets van het adres [adres 1] Maasbracht was.
Terwijl wij voor deze woning en berging stonden zagen wij dat de voordeur van het adres [adres 2] open ging. Er kwamen twee mannen naar buiten ( [naam 1] en [verdachte] ).
Ik keek naar [verdachte] en zag dat hij een groene jas voorzien van een capuchon droeg. Ik zag dat deze jas voorzien was van horizontale banen. Ik zag dat deze [verdachte] een zwarte joggingbroek droeg, aan beide zijden voorzien van een witte bies. Ik zag dat deze joggingbroek van het merk Nike was. Ik zag dat deze [verdachte] lichte beige sneakers van het merk Nike droeg. Ik zag dat deze [verdachte] in zijn linker nek een J had getatoeëerd.”
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 december 2022 staat – zakelijk weergegeven –het volgende gerelateerd:
Ik, verbalisant [verbalisant 5] , startte de camerabeelden van de benadeelde en zag het navolgende:
Ik zag drie elektrische fietsen op de oprit van het adres [adres 1] Maasbracht staan. Omstreeks 05:09:18 uur kwam een bromfiets in beeld met twee personen. Ik zag dat er een persoon van deze bromfiets afstapte. Ik zag dat omstreeks 05:09:45 uur deze persoon in beeld kwam en richting de genoemde gestalde elektrische fietsen liep.
Ik zag dat deze persoon omstreeks 05:10:00 uur de grijze elektrische fiets van het merk Gazelle, oppakte en met deze fiets wegliep.
Gelet op het signalement van deze bovengenoemde persoon en het zien van deze
camerabeelden kan ik met zekerheid zeggen dat de hierboven omschreven persoon,
dezelfde persoon is die ik op 30 november 2022 voor de woning gelegen aan de [adres 2] te Maasbracht samen met collega’s [verbalisant 7] en [verbalisant 6] heb gecontroleerd en gefotografeerd. Deze gecontroleerde persoon betrof [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1997. De persoon die op 29 november 2022 omstreeks 05:00 uur vanaf de oprit van de [adres 1] te Maasbracht, de elektrische fiets heeft weggenomen is [verdachte] .
Overwegingen met betrekking tot feit 1
De rechtbank acht op grond van genoemde bewijsmiddelen - in onderlinge samenhang beschouwd - bewezen dat de verdachte de E-bike (Gazelle Balans) heeft gestolen.
In het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] d.d. 22 november 2022 staat – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
"Ik ben eigenaar van het bedrijf Procuras B.V., gevestigd te Roermond. Dit bedrijf is eigenaar van de personenauto, van het merk Mercedes-Benz, type G 500, kleur: grijs en deze is voorzien van het kenteken [kenteken 1] . Op 22 november 2022, omstreeks 08.50 uur, heb ik de auto geparkeerd zien staan aan de Oeveren, ter hoogte van perceelnummer 32, te Linne, op de openbare weg. Ik heb de auto afgesloten. Toen ik op 22 november 2022, omstreeks 10.00 uur, terugkwam zag ik dat de auto was weggenomen.”
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2023 staat – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 14 december 2022 werd [verdachte] aangehouden en zijn telefoon voor verder onderzoek inbeslaggenomen. Ik, verbalisant [verbalisant 8] , heb de beschikbare data tussen 1 november 2022 en 15 december 2022 bekeken op de mobiele telefoon van [verdachte] , en zag dat [verdachte] meerdere foto's en video's op zijn telefoon had staan van een Mercedes G klasse. Ik, verbalisant, bekeek de video's en kon hieruit het kenteken achterhalen.
Ik zag dat het kenteken [kenteken 1] betrof. Ik controleerde vervolgens dit kenteken via het politiesysteem BVI-IB en zag dat bedoeld kenteken was afgegeven voor het volgende voertuig:
Merk: Mercedes
Type: G 500
Kleur: Grijs
Web History (van de telefoon van de verdachte):
Datum:
22-11-2022 19:58:38 - Mercedes Benz W464 G-class G500
Video:
Ik zag dat [verdachte] een video op zijn telefoon had staan, gedateerd 23 november 2022 02:01:05 uur. Ik zag dat hij een video maakte van een chat met ene HH. Ik las de volgende tekst
Foto 1:
IK: Kan je wat met shafer waggie
HH: Welke heb je?
IK: Merrie. G klasse
HH: Stuur foto
IK: Dernk ik jeep kost 80 k ofz
HH: Stuur foto misschien kan ik we
IK: Oke
HH: Jaa heb een garage ze kopen wel gestolen auto's.
Ik zag in de telefoon van [verdachte] een video waarop hij samen met een NN vrouw in een rijdende auto zit. [verdachte] en de binnenkant van het voertuig werden gefilmd door de NN -vrouw. lk herkende het embleem op het stuurkolom als dat van Mercedes. Tevens zag ik dat op de zogenaamde achterklep een (reserve) wiel was gemonteerd. Dit kwam overeen met de weggenomen Mercedes voorzien van het kenteken [kenteken 1] .
Ik zag dat er meerdere chatgesprekken waren tussen [verdachte] en verschillende anderen over de Mercedes. Ik zag dat [verdachte] verschillende usernames gebruikte tijdens deze chats. Daar waar [naam 2] en [naam 3] gelezen werd, dan betrof dit een account van [verdachte] . [naam account 1] is een bekend account van [verdachte] . Onderstaand zijn deze gesprekken benoemd:
Chat [nummer chat 1] [naam 3] (owner) en [nummer chat 2] [naam 4]
Tussen 18 november 2022 15:49:02 en 13 december 2022, 18:55:31, vond er een gesprek plaats tussen [naam 3] en [naam 4] . [naam 3] zei tegen [naam 4] : "Vraag goeie prijs" en "2 is weinig probeer.” Op 23 november 2022, 02:39:51, stuurde [naam 3] een video en foto door. Hierop is een grijze Mercedes te zien. Het gesprek tussen beiden ging hierover door. Over wat men voor de auto wil hebben. [naam 3] zei dat 3 wel minimaal is en dat hij niet lager zou gaan. Hij ging zelfs proberen om 3,5 te fixen. [naam 3] zei dat hij dan ook [naam 4] iets zou geven voor het fiksen. [naam 4] zei dat [naam 3] het zelf moet weten en dat [naam 3] moet kijken wat ze morgen willen geven. En dan de auto weg doen. [naam 4] zei: ledere dag dat die langer staat is heter en heter toch".
Tussen 23 november 2022 en 11 december 2022 vond er een gesprek plaats tussen [naam 2] (owner/ [naam account 1] ) en [naam 5] ( [naam 5] ). [naam 2] zei dat hij er een gepalt heeft. Hij zei: "Twee dagen koud al".
Web History:
Datum:
23-11-2022 21:39:58 - Kenteken: [kenteken 1] Mercedes-benz G500
https:// [website 1]
23-11-2022 21:43:23 - Kenteken Check [kenteken 1] MERCEDES BENZ G500
https:// [website 2]
Chat [naam account 1] [naam 2] (owner) en [naam 6] (snapchat)
Op 24 november 2022 08:04:17 zei [naam 2] "Kom hierheen we pakken die waggie (auto) en "we pakken veel doekoe (geld)".
Op 24 november 2022 omstreeks 16:52:25 uur stuurde [naam 3] het volgende bericht: "Fiks met branders voor 15", "Fackit" en "Hoe die is weg".
[naam 4] antwoordde met: "Krij net met pat daarlangs voor te late zien welke en "Gone".
[naam 3] reageerde met: "Wejoo". En met: "Moest ergens heen kkr", "kkr" en "kkr".
Ik, verbalisant [verbalisant 8] , zag dat op 24 november 2022 de Mercedes werd aangetroffen op de parkeerplaats bij het voetbalveld van Montfort. De Mercedes was voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Die kentekenplaten zouden zijn weggenomen in de nacht van 23 op 24 november 2022.
Overwegingen met betrekking tot feit 2 primair
Op 22 november 2022 wordt de Mercedes met kenteken [kenteken 1] gestolen. Op dezelfde dag wordt er op de telefoon van de verdachte gezocht naar een Mercedes Benz W464 G-class G500. Op 23 november 2022 vindt er een kentekencheck op de telefoon van de verdachte plaats. Het kenteken betreft het kenteken van de gestolen Mercedes. Tussen 23 en 24 november 2022 vindt er contact plaats tussen de accounts van de verdachte en anderen. De gesprekken gaan over de meergenoemde Mercedes, getuige de foto’s die met de berichten worden meegezonden. De verdachte zegt dat ‘hij er een gepalt heeft’, die ‘twee dagen koud’ is en iemand anders zegt tegen hem: ‘iedere dag dat hij langer staat is heter en heter toch’. Verder heeft verbalisant [verbalisant 8] een video op de telefoon van verdachte gezien en gerelateerd dat de verdachte samen met een vrouw in een rijdende auto zit met kenmerken van de weggenomen Mercedes voorzien van het kenteken [kenteken 1] .
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is overwogen - in onderlinge samenhang beschouwd - bewezen dat de verdachte de Mercedes-Benz G 500 met kenteken [kenteken 1] heeft gestolen. De rechtbank heeft geen enkele aanleiding om de rol van de verdachte anders te zien dan uit de bewijsmiddelen blijkt, te meer de verdachte geen enkele openheid heeft gegeven over deze zaak door enkel te zwijgen.