Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1]
[gedaagde sub 2],
- [eiser] in persoon;
- [gedaagde sub 1] in persoon, mede namens [gedaagde sub 2] , bijgestaan door mr. M. Bos, kantoorgenoot van mr. Teerling.
1.Samenvatting van het geschil
2.De gronden van de beslissing
opzegging. Hiervoor is in de wet een stappenplan geregeld en wel in artikel 7:271 BW. Als de verhuurder de huur wil beëindigen door opzegging dan moet hij bij een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd:
- bij exploot of aangetekende brief
- in de opzegging
- in de brief vragen of de huurder hem binnen zes weken laat weten of hij instemt met de beëindiging van de huurovereenkomst (lid 4).
opzeggenen op
welke gronden heeft hij evenmin een termijn van 6 weken gesteld om al dan niet in te stemmen. Bovendien wordt de ontvangst van deze brieven door [gedaagde sub 1] betwist. Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter niet toe aan een oordeel over de stellingen met betrekking tot het eigen gebruik.