In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedateerd 11 september 2023, wordt de zaak behandeld van eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.G.P. Voragen, tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landgraaf. De rechtbank heeft eerder een tussenuitspraak gedaan op 30 mei 2023, waarin verweerder de gelegenheid kreeg om een gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Eiseres had een Wmo-aanvraag ingediend voor individueel vervoer, omdat zij met niet-objectief vast te stellen overprikkeling kampt als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Verweerder heeft echter geen deskundige kunnen vinden om het benodigde nader onderzoek uit te voeren, wat heeft geleid tot de conclusie dat het bestreden besluit niet zorgvuldig tot stand is gekomen.
De rechtbank oordeelt dat de beperkingen van eiseres niet in geschil zijn, maar dat het onduidelijk is of het collectief vraagafhankelijk vervoer (cvv) voldoende is om haar beperkingen te compenseren. De rechtbank stelt vast dat de GGD-adviezen onvoldoende inzicht bieden in de vraag of eiseres met het cvv adequaat kan worden vervoerd. De rechtbank concludeert dat eiseres, gezien haar NAH, niet voldoende gecompenseerd wordt met het cvv en dat zij recht heeft op individueel vervoer. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het bezwaar van eiseres gegrond wordt verklaard en de vervoersvoorziening cvv individueel wordt toegekend. Tevens moet verweerder het betaalde griffierecht vergoeden en de proceskosten van eiseres vergoeden tot een bedrag van € 2.092,50.