ECLI:NL:RBLIM:2023:5301

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
C/03/319890 / JE RK 23-1242
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met stagnatie in ontwikkeling

In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een 17-jarige jongen, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg (hierna: de GI), toegewezen voor een periode van drie maanden. De ontwikkeling van [minderjarige] is zorgwekkend, aangezien hij geen dagbesteding heeft en alle hulpverlening afhoudt. De kinderrechter oordeelt dat [minderjarige] samen met de GI en zijn ouders een plan moet opstellen voor zijn toekomst, dat op de volgende zitting besproken zal worden. De kinderrechter heeft deze beslissing ook in een brief aan [minderjarige] toegelicht.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 7 juli 2023 bij de rechtbank is ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 25 augustus 2023, waarbij de vader en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De moeder was niet aanwezig. De kinderrechter heeft [minderjarige] naar zijn mening gevraagd, die schriftelijk is gegeven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de ontwikkeling van [minderjarige] zelfstandig te waarborgen, waardoor gedwongen hulpverlening noodzakelijk blijft. De kinderrechter heeft ook een vervolgdatum vastgesteld voor 31 oktober 2023, waarop de voortgang van het opgestelde plan besproken zal worden.

De kinderrechter heeft in haar beoordeling benadrukt dat [minderjarige] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat zijn ouders niet in staat zijn om hem te stimuleren tot actie. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk 24 oktober 2023 te rapporteren over de voortgang van de ondertoezichtstelling en het opgestelde plan. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 1 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Maastricht
Zaaknummer: C/03/319890 / JE RK 23-1242
Datum uitspraak: 25 augustus 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
DE GECERTIFICEERDE INSTELLING, STICHTING BUREAU JEUGDZORG LIMBURG,
hierna te noemen de GI,
wonende in Heerlen,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende op een voor de rechtbank bekend adres,
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 7 juli 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2023. Daarbij waren aanwezig:
 de vader;
 een vertegenwoordiger van de GI.
1.3.
De moeder is niet op de zitting verschenen.
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [minderjarige] heeft zijn mening schriftelijk gegeven.
1.5.
Tijdens de zitting van 25 augustus 2023 heeft de kinderrechter met toepassing van artikel 29a lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mondeling uitspraak gedaan. Daarbij zijn aan de vader en de GI de beslissing en de belangrijkste gronden van de beslissing medegedeeld. Deze beschikking vormt de volledige schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak van de kinderrechter.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het gezag over [minderjarige] .
2.2.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft bepaald dat het hoofdverblijf van [minderjarige] bij zijn moeder is. [minderjarige] woont echter bij zijn vader.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 27 juli 2022 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 2 september 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen tot [minderjarige] meerderjarig wordt ( [geboortedatum] 2024), met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
De GI onderbouwt dit verzoek als volgt. Ondanks dat de GI weinig zicht heeft op [minderjarige] , maakt de GI zich zorgen over het verloop van zijn ontwikkeling. Met name zijn de zorgen en onbekende informatie gelegen in internaliserende problematiek, sociale angsten, stemming en zelfredzaamheid in de maatschappij. Ook is het onduidelijk in hoeverre [minderjarige] nog last heeft van gebeurtenissen uit het verleden en nog hulp hierbij behoeft. [minderjarige] heeft geen structurele dagbesteding. Inzet van leerplicht om hem toe te leiden naar een opleiding of arbeid middels een jobcoach komt niet van de grond doordat [minderjarige] daar geen medewerking aan verleent. Ook de inzet van een buddy van Columbus is niet van de grond gekomen omdat er geen samenwerking tot stand is kunnen komen met [minderjarige] en vader.
3.3.
Vader en [minderjarige] weigeren uitvoering te geven aan de beschikking van het gerechtshof waarin het hoofdverblijf van [minderjarige] bij moeder is bepaald. Met moeder heeft [minderjarige] slechts zeer beperkt telefonisch contact. De GI vindt het beperkte contact van [minderjarige] met moeder zorgelijk en ziet hierin nog steeds een ontwikkelbedreiging voor zijn identiteit gelegen in zijn loyaliteitsproblematiek. In hoeverre vader als opvoeder [minderjarige] stimuleert tot activatie van structurele dagbesteding is onbekend.
3.4.
[minderjarige] en vader zijn minimaal in contact met de GI en komen afspraken geregeld niet na. Afschalen naar het vrijwillig kader is niet mogelijk omdat er onvoldoende zicht op de ontwikkeling van [minderjarige] is. De GI heeft besloten een aankondiging schriftelijke aanwijzing aan [minderjarige] en vader te sturen in het kader van 'onvoldoende medewerking verlenen aan de uitvoering van het plan van aanpak'. De GI verwacht dat [minderjarige] en vader minimaals eens per 3 weken in gesprek gaan om het zicht op de ontwikkeling van [minderjarige] en de opvoedsituatie in kaart te brengen.

4.De standpunten van [minderjarige] en de vader

4.1.
[minderjarige] heeft een brief geschreven. Daarin schrijft hij dat hij niet bij zijn moeder wil wonen omdat hij zichzelf daar niet gelukkig ziet worden. Met school gaat het een beetje moeilijk, maar daar probeert hij langzaam aan te werken.
4.2.
De vader heeft tijdens de zitting aangegeven akkoord te zijn met verlenging van de ondertoezichtstelling. [minderjarige] is deze zomer vijf weken bij zijn moeder geweest. Inmiddels verblijft hij weer bij vader. [minderjarige] communiceert nu beter. Vader wil graag dat [minderjarige] naar school gaat of een andere dagbesteding heeft, maar [minderjarige] is niet gemotiveerd. Vader zal zijn best doen om de contacten met de GI te onderhouden.

5.De beoordeling

5.1.
Wat toetst de kinderrechter?
5.2.
De kinderrechter kan de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengen als zijn ontwikkeling nog ernstig wordt bedreigd en de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor [minderjarige] of voor zijn ouders, door hen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd. Ook moet de verwachting gerechtvaardigd zijn dat de ouders binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van [minderjarige] aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hem in staat zijn te dragen. [1]
Wat oordeelt de kinderrechter?
5.3.
De kinderrechter wijst het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van drie maanden toe en houdt het verzoek voor het overige aan. De kinderrechter legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.4.
Uit de ingediende stukken en de verklaringen tijdens de zitting is gebleken dat aan de gronden voor de verlenging van de ondertoezichtstelling is voldaan. [minderjarige] wordt nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling bedreigd. Zijn ontwikkeling lijkt zelfs volledig te zijn gestagneerd. [minderjarige] heeft al lange tijd geen dagbesteding. Hij gaat niet naar school en heeft geen werk. Hij woont bij zijn vader, waar hij veel alleen thuis is en grotendeels kan doen wat hij zelf wil. Zijn dagen besteedt hij aan gamen. Ook lijkt [minderjarige] weinig sociale contacten te hebben. Ook zijn er nog steeds zorgen over of [minderjarige] goed in zijn vel zit en voldoende energie heeft. [minderjarige] houdt alle contacten met hulpverlening (de GI, de buddy van Colombus, Bureau Voortijdig Schoolverlaten) af. Ook de vader is slecht bereikbaar voor de GI.
5.5.
De contacten tussen de moeder en [minderjarige] verlopen daarnaast grillig. Tot voor kort had [minderjarige] zijn moeder al ruim 1,5 jaar niet gezien, omdat hij ook daarin zijn eigen koers kon varen. Zelfs de beschikking van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch waarin het hoofdverblijf van [minderjarige] bij de moeder is vastgesteld heeft [minderjarige] naast zich neer kunnen leggen. De kinderrechter vindt het positief dat [minderjarige] inmiddels weer (fysiek) contact heeft gehad met zijn moeder. Daarbij is wel opvallend dat [minderjarige] meteen vijf weken bij de moeder is verbleven en vervolgens is teruggegaan naar vader omdat hij het toch niet naar zijn zin had bij moeder.
5.6.
De kinderrechter acht de ouders op dit moment nog niet in staat om de ernstige bedreiging in de ontwikkeling van [minderjarige] zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid weg te nemen. Zij zijn allebei niet in staat gebleken om [minderjarige] tot actie te brengen en lijken geen grip op hem te hebben, waardoor [minderjarige] geheel zelfbepalend kan handelen. Gedwongen hulpverlening in het kader van een ondertoezichtstelling is daarom nog steeds noodzakelijk.
5.7.
De kinderrechter acht het in dit kader van groot belang dat [minderjarige] , samen met zijn beide ouders en onder leiding van de gezinsvoogd een plan opstelt om er voor te zorgen dat hij zich kan ontwikkelen tot een zelfstandige volwassene. In dit plan moet aandacht zijn voor:
  • de dagbesteding van [minderjarige] (bijvoorbeeld studie of werk);
  • het emotionele welzijn van [minderjarige] (heeft hij voldoende energie/zit hij goed in zijn vel);
  • zaken die geregeld moeten worden voor de 18e verjaardag van [minderjarige] ;
  • op welke manier [minderjarige] contact onderhoudt met zijn beide ouders.
5.8.
De kinderrechter vindt het belangrijk om de vinger aan de pols te houden. [minderjarige] is immers als bijna 18 jaar en er is de afgelopen jaren veel tijd verstreken, zonder dat er daadwerkelijk iets bereikt is. De kinderrechter wil daarom op 31 oktober 2023 om 9.00 uur met alle betrokkenen, waaronder dus ook [minderjarige] , in gesprek over welk plan er is opgesteld en welke stappen ondernomen zijn en nog gezet moeten worden. De vader heeft tijdens de zitting expliciet toegezegd dat hij zal meewerken aan het opstellen van het plan, contacten met de GI zal onderhouden en [minderjarige] zal stimuleren om mee te werken en naar de zitting op 31 oktober 2023 te komen. De kinderrechter gaat ervan uit dat de vader zijn toezeggingen in het belang van [minderjarige] nakomt. De kinderrechter vindt het ook belangrijk dat de moeder meewerkt aan het opstellen van het plan en [minderjarige] stimuleert om in actie te komen. [minderjarige] heeft de steun zijn beide ouders nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen naar een zelfstandige volwassene.
5.9.
De kinderrechter verzoekt de GI om haar uiterlijk 24 oktober 2023 te informeren over het verloop van de ondertoezichtstelling, het plan dat is opgesteld en de uitvoering daarvan en om aan te geven of zij het restant van haar verzoek handhaaft.
5.10.
Omdat [minderjarige] zelf niet aanwezig was tijdens de zitting op 25 augustus 2023 en de kinderrechter het belangrijk vond om [minderjarige] zelf uit te leggen welke beslissing zij heeft genomen en waarom zij dit heeft gedaan, heeft zij [minderjarige] onderstaande brief geschreven:
Beste [minderjarige] ,
Je staat onder toezicht van Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg heeft mij gevraagd om deze ondertoezichtstelling te verlengen tot dat je 18 jaar bent. Ik heb daar op 25 augustus met jouw vader en [naam] van Bureau Jeugdzorg over gesproken. Jouw vader heeft mij jouw brief gegeven. In deze brief vertel jij dat je niet bij jouw moeder wil wonen en dat het met school een beetje moeilijk gaat, maar dat je daar langzaam aan probeert te werken.
Ik heb na het gesprek met jouw vader en [naam] verteld dat ik de ondertoezichtstelling van jou verleng voor 3 maanden en dat ik nog een nieuw gesprek met hen én met jou wil. In deze brief wil ik je uitleggen waarom ik deze beslissing heb genomen.
Ik maak me zorgen over jouw toekomst. Je gaat al heel lang niet naar school en je hebt ook geen werk. Ik heb begrepen dat je veel alleen thuis bent en dan vooral gamet. Je hebt weinig vrienden. Ook vraag ik me af of je goed in je vel zit en genoeg energie hebt. Ik heb van jouw vader gehoord dat je deze zomer wel een paar weken bij jouw moeder bent geweest. Dat is heel fijn en hopelijk blijven jullie elkaar zien, want dat is goed voor jullie allebei.
Ik vind het voor jouw toekomst heel belangrijk dat je je dagen anders invult en je stappen zet om straks op eigen benen te kunnen staan. Er zijn veel hulpverleners die jou willen helpen zoals [naam] van Bureau Jeugdzorg en de hulpverleners van Bureau Voortijdig Schoolverlaten. Jij hebt hen verteld dat je met rust gelaten wil worden. Ik kan mij goed voorstellen dat je er niet altijd zin in hebt om met hulpverlening te praten, maar ik zie ook dat het jou alleen niet lukt om de situatie te verbeteren.
Wat verwacht ik van je?
Ik vind dat er een plan moet komen om er voor te zorgen dat je straks een fijne toekomst tegemoet gaat (door bijvoorbeeld weer naar school te gaan of door te gaan werken). Dit heb ik al met jouw vader en [naam] besproken. Zij willen zich hiervoor inzetten. Ik verwacht van jou dat jij samen met jouw ouders en [naam] in gesprek gaat om te bedenken wat jij nodig hebt.
Op31 oktober 2023komen jullie mij om9.00 uurop de rechtbank vertellen wat het plan is en hoe jij er voor gaat zorgen dat dit plan gaat slagen. We gaan dan ook bekijken of de ondertoezichtstelling nog een keer verlengd moet worden.
Ik wens je veel succes de komende maanden!

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor drie maanden, dus tot 2 december 2023;
6.2.
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
houdt het verzoek voor het overige aan tot de zitting op deze rechtbank op
31 oktober 2023om
9.00 uur;
6.4.
verzoekt de GI de kinderrechter uiterlijk 24 oktober 2023 te informeren zoals vermeld onder 5.8.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2023 door mr. S.J. Vogels, kinderrechter, in aanwezigheid van B.J.M. Kockelkorn als griffier, en op schrift gesteld op 1 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Dat staat in artikel 1:260 van het BW.