Op 8 september 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met zijn minderjarige nichtjes. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig bewijs was om tot een veroordeling te komen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 25 augustus 2023, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie achtte de feiten bewezen op basis van de verklaringen van de slachtoffers, maar de rechtbank oordeelde dat deze verklaringen onduidelijk en tegenstrijdig waren. De verklaringen van de slachtoffers, beide jonge meisjes, vertoonden essentiële inconsistenties, waardoor de rechtbank niet buiten redelijke twijfel kon vaststellen dat de verdachte de ontuchtige handelingen had gepleegd.
De rechtbank benadrukte dat in zedenzaken vaak de verklaringen van slachtoffers en verdachten tegenover elkaar staan, en dat er voorzichtigheid geboden is bij de beoordeling van de verklaringen van jonge kinderen. Ondanks dat de verklaringen van de slachtoffers niet volledig en consistent waren, kon de rechtbank niet vaststellen wat er precies was gebeurd. Hierdoor kon de rechtbank niet tot een veroordeling komen en volgde vrijspraak.
De benadeelde partijen, de nichtjes, hadden vorderingen ingediend voor schadevergoeding, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, werden zij niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering. De rechtbank besloot ook dat de benadeelde partijen de proceskosten van de verdachte moesten vergoeden, die tot op heden op nihil waren begroot.