ECLI:NL:RBLIM:2023:5239

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 september 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
ROE 21/1187
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van terrasvergunningen door de burgemeester van Maastricht in het kader van de Terrasverordening

In deze zaak hebben de eiseressen, Carolus Magnus B.V. en een andere eiseres, aanvragen ingediend voor terrasvergunningen op een specifiek adres in Maastricht. De burgemeester heeft de primaire aanvragen voor terrasvergunningen geweigerd, terwijl de secundaire aanvragen zijn verleend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester de primaire aanvragen terecht heeft afgewezen, omdat deze niet in overeenstemming waren met het indelingsplan dat door het college was vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen weigeringsgronden waren voor de secundaire aanvragen, waardoor deze konden worden verleend. De eiseressen hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van de burgemeester, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank benadrukt dat de burgemeester gebonden is aan het indelingsplan en geen bevoegdheid heeft om dit zelf aan te passen. De rechtbank heeft de bestreden besluiten in stand gelaten, wat betekent dat de aanvragen voor de primaire terrasvergunningen niet kunnen worden verleend. De uitspraak is gedaan op 5 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 21/1187

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 05 september 2023

in de zaak tussen
1)
Carolus Magnus B.V. handelend onder de naam Café Charlemagne, uit Maastricht, eiseres,
2)
[eiseres sub 2] handelend onder de naam [handelsnaam], uit [vestigingsplaats] , eiseres,
hierna tezamen ook aangeduid als eiseressen,
(gemachtigde: mr. A.J.J. Kreutzkamp),
en

De burgemeester van de gemeente Maastricht

(gemachtigden: mr. M.E.J.M. Vorstermans en J.M. van den Bergh).

Inleiding

Bij besluiten van 2 december 2020 (de primaire besluiten 1) heeft de burgemeester de aanvragen van eiseressen voor een terrasvergunning voor café Charlemagne respectievelijk [handelsnaam] verleend. De aanvragen van eiseressen hebben betrekking op terrassen die gesitueerd zijn binnen het vlak dat aan hen was toegekend in het indelingsplan van het pleinterras [adres] .
Bij besluiten van 4 december 2020 (de primaire besluiten 2) heeft de burgemeester twee andere aanvragen van eiseressen voor een terrasvergunning op het [adres] afgewezen, omdat deze aanvragen voor een terras niet overeenstemmen met het aantal m2 dat voor de horecalokaliteiten van eiseressen is voorzien in het hiervoor genoemde indelingsplan.
Bij besluiten van 8 maart 2021 (de bestreden besluiten) - verzonden 9 maart 2021 - heeft de burgemeester de bezwaren van eiseressen tegen de primaire besluiten ongegrond verklaard onder aanvulling van de motivering.
Eiseressen hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
De burgemeester heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 15 juni 2023 op zitting gevoegd behandeld met de beroepszaak van eiseressen met nummer ROE 21/1138. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseressen, [naam 1] (vertegenwoordiger van eiseres sub 1), [naam 2] (vertegenwoordiger van eiseres sub 2) en de gemachtigden van de burgemeester. Daarna zijn de beroepszaken gesplitst en wordt in iedere zaak afzonderlijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

Relevante feiten en omstandigheden
1. De gemeenteraad van de gemeente Maastricht heeft op 29 februari 2020 een Terrasverordening vastgesteld. De Terrasverordening bevat een uitgebreide procedurebeschrijving voor verdeling en verlening van pleinterrasvergunningen. In deze verordening is bepaald dat het [adres] een plein is waar sprake is van een pleinterras. Bij besluit van 19 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht (het college) besloten dat eiseressen en vier andere horecaondernemers in aanmerking komen voor plaatsing op het indelingsplan. Zij zijn vervolgens - overeenkomstig de procedure in de Terrassenverordening - in de gelegenheid gesteld om gezamenlijk tot een voorstel te komen voor een verdeling van de beschikbare m2 aan terras. Dit is niet gelukt. Hierop heeft het college bij besluit van 29 september 2020 zelf het indelingsplan voor het [adres] vastgesteld. Het college heeft daarbij de totale beschikbare terrasruimte op het [adres] (709 m2) in gelijke delen verdeeld over de zes tot het plein toegelaten horecaondernemers, waaronder eiseressen, hetgeen neerkomt op 118 m2 aan terrasruimte voor elke ondernemer. Eiseressen zijn het niet eens met het door het college vastgestelde indelingsplan van het pleinterras en hebben hiertegen bezwaar gemaakt en vervolgens beroep ingesteld bij deze rechtbank (bekend onder zaaknummer ROE 21/1138). Dit beroep is gevoegd ter zitting behandeld met het onderhavige beroep.
1.1.
Eiseressen hebben ieder twee aanvragen voor een terrasvergunning op het [adres] aangevraagd: een primaire aanvraag en een secundaire aanvraag.
1.2.
De primaire vergunningaanvraag van eiseressen ziet op het terras zoals zij dit voor ogen hebben, waarbij de ligging van het terras meer voor hun eigen voorgevel ligt. Deze aanvragen zijn gebaseerd op het door henzelf ingediende indelingsplan. De secundaire vergunningaanvraag is conform de door het college toegewezen terrasruimte aan eiseressen in het indelingsplan van het [adres] .
1.3.
De burgemeester heeft bij de primaire besluiten 1 de secundaire vergunningaanvragen van eiseressen verleend, terwijl de primaire vergunningaanvragen van eiseressen bij primaire besluiten 2 zijn afgewezen. De burgemeester heeft de primaire en secundaire vergunningaanvragen van eiseressen getoetst aan de criteria in de artikelen 5 en 14 van de Terrassenverordening.
1.4.
Bij de bestreden besluiten heeft de burgemeester de primaire besluiten gehandhaafd.
1.5.
Eiseressen hebben zich met deze besluiten niet kunnen verenigen en hebben hiertegen beroep ingesteld bij deze rechtbank. De rechtbank zal hierna aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden de bestreden besluiten beoordelen.
Juridisch kader
2. Voor de toepasselijke regelgeving verwijst de rechtbank naar de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
Inhoudelijk oordeel
De secundaire aanvragen voor een terrasvergunning
3. Deze aanvragen zien op een terras dat zich bevindt binnen de terrasruimte dat aan eiseressen is toegekend in het indelingsplan. Vaststaat - en door eiseressen wordt dit ook niet betwist - dat zich ten aanzien van de secundaire aanvragen voor een terrasvergunning geen weigeringsgronden voordoen, zoals bedoeld in de artikelen 5 en 14 van de Terrasverordening, zodat deze terrasvergunningen door de burgemeester verleend konden worden. Eiseressen hebben voorts geen beroepsgronden aangevoerd, die specifiek zien op de onderhavige vergunningverlening, en evenmin bijzondere omstandigheden aangevoerd om de terrasvergunningen alsnog te weigeren. Alleen al om deze redenen kan het beroep gericht tegen de verleende terrasvergunningen niet slagen.
De primaire aanvragen voor een terrasvergunning
4. Wat betreft het beroep gericht tegen de geweigerde terrasvergunningen overweegt de rechtbank als volgt. De burgemeester heeft de bestreden besluiten gebaseerd op het vastgestelde indelingsplan van het college. Eiseressen hebben (kort gezegd) verwezen naar hetgeen zij in bezwaar en beroep naar voren hebben gebracht in de beroepszaak die ziet op de vaststelling van het indelingsplan van het pleinterras aan het [adres] . Deze gronden moeten volgens eiseressen als hier herhaald en ingelast worden beschouwd. Zo is de Terrasverordening volgens eiseressen ten aanzien van de gevolgde procedure over de verdeling en verlening van een pleinterrasvergunning en het indelen van het pleinterras in gelijke delen, onverbindend en in strijd met vaste rechtspraak en de wet. Verder hebben eiseressen zich op het standpunt gesteld dat het oude Terrassenbeleid Maastricht 2015 nog geldend is.
4.1.
De rechtbank stelt vast dat de door eiseressen aangevoerde beroepsgronden niet zien op de geweigerde terrasvergunningen, maar op het door het college vastgestelde indelingsplan van het pleinterras Onze Lieve Vouweplein.
4.2.
De rechtbank heeft bij uitspraak van heden in de (gevoegde) zaak ROE 21/1138 het beroep ongegrond verklaard en geoordeeld dat het indelingsplan in stand kan blijven. De rechtbank verwijst in dit verband naar de overwegingen van die uitspraak.
4.3.
De rechtbank overweegt verder dat het college gaat over het vaststellen van het indelingsplan, zoals bedoeld in artikel 13 van de Terrassenverordening, en de burgemeester hierin geen bevoegdheid heeft. Het indelingsplan is voor de burgemeester een gegeven waar hij van uit moet gaan en hij kan het indelingsplan zelf niet aanpassen. De burgemeester kan de terrasvergunningen slechts weigeren of verlenen op grond van de artikelen 5 en 14 van de Terrasverordening. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester de primaire terrasvergunningaanvragen in redelijkheid heeft kunnen weigeren, omdat (i) er gedeeltelijk voor dezelfde locatie, datum en tijdstip al een andere terrasvergunning is verleend [1] en (ii) de aanvragen voor een terras niet overeenstemmen met het aantal m2 dat voor de betreffende horecalokaliteiten is voorzien in het indelingsplan [2] . Niet is gebleken van bijzondere omstandigheden om alsnog tot vergunningverlening over te gaan. Het beroep tegen de geweigerde terrasvergunningen kan daarom niet slagen.

Conclusie en gevolgen

Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de bestreden besluiten in stand kunnen blijven. Eiseressen krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.J.J. Derks-Voncken, rechter, in aanwezigheid van mr. D.H.J. Laeven, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 05 september 2023.
Griffier
Rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: 05 september 2023

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

De Terrasverordening Maastricht
Artikel 5 Weigeren van de vergunning
De burgemeester kan een vergunning als bedoeld in artikel 2 weigeren:
1. indien de vestiging of de exploitatie van het terras in strijd is met het geldende bestemmingsplan;
2. de aanvrager geen vergunning op grond van art. 2.3.1.2 lid 1 APV of art. 3 Drank- en horecawet heeft;
3. indien moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de horecalokaliteit en/of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het terras;
4. indien het vestigen of exploiteren van het terras schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;
5. indien het vestigen of exploiteren van het terras hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;
6. indien het vestigen of exploiteren van het terras afbreuk doet aan het stedenbouwkundige beeld of aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;
7. indien de openbare ruimte anderszins in gebruik is;
8. indien er meerdere belanghebbenden conflicterende aanspraak maken op de publieke ruimte ten behoeve van een redelijke verdeling;
9. ingeval van strijd met de op grond van artikel 6 lid 5 vastgestelde nadere regels;
10. indien de doorgang voor hulpdiensten niet is gewaarborgd;
11. indien een ongehinderde doorgang voor weggebruikers niet is gewaarborgd;
12. indien er vanuit de horecalokaliteit geen direct zicht is op het terras.
Artikel 14 Aanvraag pleinterrasvergunning en bijzondere weigeringsgronden
1. Nadat het indelingsplan voor een pleinterras is vastgesteld, dienen er binnen 4 weken na vaststelling aanvragen te worden gedaan voor een terrasvergunning voor een pleinterras.
2. Naast de overige in deze verordening opgenomen weigeringsgronden, kan een pleinterrasvergunning worden geweigerd in de volgende gevallen:
a. Wanneer er voor dezelfde locatie, datum en tijdstip al een terrasvergunning is verleend;
b. Het terras niet is gelegen binnen het gebied dat in bijlage 1 als Pleinterras is aangewezen;
c. De horecalokaliteit van de aanvraag niet is opgenomen op het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde indelingsplan.
d. De aanvraag voor een terras niet overeenstemt met het aantal m2 dat voor de horecalokaliteit is voorzien in het indelingsplan.

Voetnoten

1.Artikel 14, tweede lid, aanhef en onder a, van de Terrassenverordening.
2.Artikel 14, tweede lid, aanhef en onder d, van de Terrassenverordening.