In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in een geschil tussen verzoekers en de Burgemeester van de gemeente Echt-Susteren. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de sluiting van hun woning, die op 20 april 2023 door de burgemeester was opgelegd op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De sluiting was voor een periode van zes maanden. Na het bestreden besluit van 26 juli 2023, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard, hebben verzoekers beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld, waarbij hij opmerkt dat de spoed van de zaak vereist dat er snel een beslissing wordt genomen. De burgemeester had aangegeven niet te willen wachten op de uitspraak van de voorzieningenrechter, wat de rechter als problematisch beschouwde. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de sluiting van de woning een zeer ingrijpende beslissing is voor verzoekers en dat er geen zwaarwegende redenen zijn om de sluiting per direct door te voeren. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen en de sluiting van de woning te schorsen tot er een definitieve uitspraak is gedaan over de voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft tevens aangekondigd dat er een zitting zal worden gehouden op 13 september 2023 om te bezien of de voorlopige voorziening moet worden opgeheven of gewijzigd. Over de proceskosten en het griffierecht zal later worden beslist. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.