In deze zaak vordert de maatschap [eiser] betaling van openstaande declaraties door de besloten vennootschap GLOBAL INNOVATIONS GROUP BV (GIG). De vordering betreft een bedrag van € 4.908,94, bestaande uit onbetaalde facturen en buitengerechtelijke kosten. De partijen zijn in januari 2022 een overeenkomst van opdracht aangegaan, waarbij [eiser] juridische werkzaamheden voor GIG zou verrichten tegen een uurtarief van € 210,00 exclusief btw. GIG heeft echter betwist dat de werkzaamheden die [eiser] heeft verricht binnen de reikwijdte van de opdracht vielen en heeft de betaling van twee facturen van respectievelijk 28 juli 2022 en 30 september 2022 geweigerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] de werkzaamheden heeft uitgevoerd in het belang van GIG en dat er geen bewijs is geleverd dat de opdracht eerder is beëindigd dan de datum waarop de declaraties betrekking hebben. De rechter oordeelt dat GIG de facturen moet betalen, omdat de werkzaamheden die [eiser] heeft verricht, inclusief de communicatie met de wederpartij, onder de gegeven opdracht vallen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat GIG niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen dat de kosten niet in verhouding stonden tot de opbrengst en dat [eiser] verkeerd is voorgelicht over de proceskosten.
De vordering van [eiser] wordt toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten, en GIG wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.