ECLI:NL:RBLIM:2023:5097

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 augustus 2023
Publicatiedatum
29 augustus 2023
Zaaknummer
10058296 CV EXPL 22-3937
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kantonrechter oordeelt over gebrek aan ventilatie in huurwoning en verplicht verhuurder tot aanpassing

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurder, [eiser], en de verhuurder, Stichting Wonen Limburg. De huurder huurt sinds 1992 een nieuwbouwwoning van de verhuurder en heeft sinds 2015 klachten over vochtproblemen in de woning. De huurder heeft deskundigenrapporten overgelegd die wijzen op een ventilatieprobleem, en vordert dat de verhuurder ventilatieschuiven aanbrengt in de woning. De verhuurder betwist dat er sprake is van een gebrek en stelt dat de huurder beter moet luchten.

De kantonrechter heeft in zijn vonnis vastgesteld dat de ventilatie in de woning onvoldoende is en dat dit een gebrek in de zin van artikel 7:204 BW oplevert. De rechter heeft de verhuurder veroordeeld tot het aanbrengen van ten minste één ventilatieschuif in elke ruimte van de woning, met een dwangsom van €250 per dag bij niet-naleving. Daarnaast is de verhuurder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de huurder, die in totaal €3.731,68 bedragen. De rechter heeft benadrukt dat goede ventilatie essentieel is voor de kwaliteit van de woning en dat verhuurders hun woningen moeten aanpassen aan de eisen van de tijd, vooral gezien de toenemende aandacht voor energiezuinigheid en gezondheid.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
rechtbank
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 10058296 \ CV EXPL 22-3937
Vonnis van 30 augustus 2023
in de zaak van
[eiser],
wonend [adres]
[postcode] [woonplaats]
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. Y.E.M. Kleukers (DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V.),
tegen
de stichting
STICHTING WONEN LIMBURG,
gevestigd te Roermond,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Wonen Limburg,
gemachtigde: mr. P.L.T. Roks.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
1. De dagvaarding
2. Conclusie van antwoord
3. Conclusie van repliek tevens akte wijziging eis
4. Conclusie van dupliek
5. Vonnis van 29 maart 2023
6. Proces-verbaal mondelinge behandeling 16 mei 2023 met pleitaantekeningen Wonen Limburg
7. Conclusie na mondelinge behandeling Wonen Limburg
8. Antwoordconclusie na mondelinge behandeling [eiser]
1.2.
verwijzing naar bijlagen vindt plaats door vermelding van het nummer van het processtuk gevolgd door het nummer van de bijlage.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Inleiding

2.1.
In het vonnis van 29 maart 2023 is het geschil weergegeven. Kort gezegd komt dit erop neer dat [eiser] sedert 1992 een toen nieuwbouwwoning huurt van Wonen Limburg. De bij de bouw aangebrachte mechanische luchtafvoerinstallatie is in 2010 in het kader van algemeen onderhoud vervangen. In 2015 heeft [eiser] geklaagd over vochtproblemen. Die leidde ertoe dat er kierstandhouders op de ramen zijn geplaatst, waardoor de kiepramen op verschillende standen kunnen worden gekiept.
2.2.
[eiser] stelt dat er nog steeds vochtproblemen in de woning zijn. Dit heeft hij onderbouwd door rapporten van 18 maart en 28 juni 2022 van [persoon 1] van [bedrijf 1] . Deze is van mening dat er sprake is van een vocht/ventilatieprobleem en dat dit moet worden opgelost door middel van het plaatsen van ventilatieschuiven in de ramen. [eiser] vordert dat Wonen Limburg die schuiven (‘dauerluftung’) aanbrengt. Wonen Limburg stelt dat er geen sprake is van een gebrek en dat [eiser] beter moet luchten.
2.3.
In genoemd vonnis is aangegeven dat het Bouwbesluit 2012 en NEN geen specifieke eisen stellen aan de wijze van luchtverversing; dat kan zowel via draai-/kiepramen als via dauerluftung. Ter nadere bepaling van of hier sprake is van een gebrek of dat de afzuigingsmogelijkheden voldoen, is een mondelinge behandeling bepaald.
2.4.
Die mondelinge behandeling is op 16 mei 2023 gehouden. Op die zitting is [persoon 1] als getuige-deskundige gehoord. Wonen Limburg heeft aangegeven geen behoefte te hebben aan benoeming van nog een deskundige. Daarna hebben partijen schriftelijk geconcludeerd. Thans zal de kantonrechter overgaan tot de finale inhoudelijke beoordeling.

3.Beoordeling

3.1.
Ventilatie van woningen is een ingewikkeld onderwerp. In de brochure van het ministerie van VROM (waar [persoon 1] naar verwijst in zijn bericht achter de pleitnota processtuk 6 en dat te vinden is op: www.ventilatieroosters.nl/downloads/Ventilatieroosters/VROM-Ventileren.pdf). Daarin is er onder andere opgenomen (blz. 7): “
Ventileren we genoeg? Nee, meestal niet. Zo’n tachtig procent van alle woningen bevat dan ook een schadelijke concentratie huisstofmijt en bijna twintig procent heeft last van vochtplekken en/of zichtbare schimmels. Slechts vijf procent van de Nederlanders ziet de lucht in zijn eigen huis als een probleem, terwijl de kwaliteit in veel gevallen dus onder de maat is. Een raam open, dat is toch voldoende? Veel mensen denken dat het voldoende is om een paar uur een raam open te zetten. TNO-onderzoek heeft echter aangetoond dat het effect hiervan op de luchtkwaliteit snel verdwenen is, zelfs al een halfuur na het sluiten van het raam. Verwar het tijdelijk luchten van uw huis dus niet met ventileren. Want ventileren doe je 24 uur per dag. Waarom 24 uur per dag? Als u continu ventileert, krijgen vocht, schimmels en huisstofmijt minder kans. Bovendien bespaart u op die manier op uw stookkosten, hoe vreemd dat misschien op het eerste gezicht ook klinkt. Het verwarmen van een woning met een vochtig binnenklimaat kost meer energie dan het verwarmen van een woning die van binnen droog is. Dus als u continu ventileert, hoeft u uiteindelijk minder te stoken”.
3.2.
Deze tekst interpreteert de kantonrechter als volgt: voor ventilatie is niet voldoende om zo nu en dan een raam open te zetten. Enige vorm van dauerluftung is vereist. Die kan op de meest effectieve en eenvoudigste wijze bereikt worden door ventilatieroosters. Alternatief is om in elke ruimte met klap- of kiepraampjes te werken. Hoewel de brochure beide mogelijkheden noemt, wordt voorkeur gegeven aan ventilatieroosters (hetgeen ook al uit de naamgeving van de website blijkt).
3.3.
Afgemeten aan de percentages die in de brochure genoemd worden, hoort de woning van [eiser] bij de 20% die last heeft van vochtplekken en schimmels. Nu er geen andere oorzaken voor die vochtplekken gevonden zijn (zoals bijvoorbeeld optrekkend vocht), betekent dit hoe dan ook dat in de woning van [eiser] verkeerd geventileerd wordt.
3.4.
Naast de mogelijkheid dat er in de woning van [eiser] te weinig geventileerd wordt, is [persoon 1] van mening dat het bij [eiser] ook een kwestie kan zijn van teveel ventilatie. Hij merkt namelijk in zijn getuigenverklaring op: “
Ik ben van mening dat de kleinste kierstandhouder nog altijd teveel lucht binnen laat, hetgeen bij koude lucht tot extra vocht in het huis leidt”.Daar komt bij dat volgens [persoon 1] het mechanische afzuigsysteem bij [eiser] gebrekkig functioneert in de zin dat bij de normale, lagere standen (1 en 2) er in keuken en woonkamer helemaal niet afgezogen wordt. Als oplossing voor de te grote kiepstanden geeft hij dat de bewoner elke paar uur de kiepramen enkele minuten openzet. Daarbij merkt hij in zijn getuigenverklaring op: “
Dat vergt echter een buitengewone discipline van de bewoner die je niet kunt vragen”.[persoon 1] is daarom van mening dat het aanbrengen van één raam met ventilatieschuif per ruimte het probleem oplost.
3.5.
De kantonrechter onderschrijft de bevindingen van [persoon 1] . Die bevindingen zijn begrijpelijk en goed gemotiveerd en gedocumenteerd.
3.6.
Wonen Limburg heeft ertegen ingebracht dat de buren in zelfde woningen met zelfde kiepramen en afzuigsystemen geen klachten hebben. De kantonrechter acht dit geen relevante weerlegging van de klachten. Ten eerste beschrijft de brochure zelf het probleem dat te weinig mensen aandacht besteden aan goede ventilatie: “
Slechts vijf procent van de Nederlanders ziet de lucht in zijn eigen huis als een probleem, terwijl de kwaliteit in veel gevallen dus onder de maat is”(Ook al in par. 3.1 geciteerd)
.[persoon 1] verkaart als getuige: “
Ik kom bij heel veel woningen waar alles dicht zit in verband met de stookkosten en waar ik achter kasten zwarte vlekken zie van het vocht”.Daaraan voegde hij toe (niet opgenomen in het pv) dat hij voorzag dat over enkele jaren het aantal mensen met luchtweg- en longproblemen sterk zal toenemen. Ten tweede is het aannemelijk dat [eiser] door de bij hem aanwezige gezondheidsklachten extra gevoelig is voor de kwaliteit van de lucht, zodat hij eerder last heeft van een vochtig binnenklimaat dan zijn (op dit moment gezondere) buren.
3.7.
Voor wat betreft de tegenwerping dat de woning nooit dauerluftung heeft gehad en dat dit dus geen onderdeel uitmaakt van de huurovereenkomst, is de kantonrechter van oordeel dat de taak van een verhuurder niet alleen is om de woning in stand te houden, maar ook om hem zo nodig aan te passen aan de eisen van de tijd. Met name de laatste jaren is het belang van effectieve en efficiënte ventilatie dramatisch toegenomen. Door de oorlog in Oekraïne is energie duur geworden. Door de klimaatcrisis is het besef toegenomen dat energie zo zuinig mogelijk aangewend moet worden. De hierboven beschreven zorg van [persoon 1] dat door de neiging om alles dicht te houden uit oogpunt van energiebesparing er grote gezondheidsrisico’s op de loer liggen, vereist dat een verhuurder als Wonen Limburg daarop actief inspeelt door waar mogelijk en nodig ventilatie in woningen te verbeteren. Zoals hierboven is beargumenteerd, woont [eiser] in zo’n woning waar een dergelijke aanpassing nodig en onontkoombaar is.
3.8.
Juridisch bezien is de kantonrechter van oordeel dat een goede ventilatie als een essentieel onderdeel van de kwaliteit van een woning is te beschouwen. Daarmee is het ontbreken van een goede ventilatie als een gebrek te beschouwen (art. 7:204 BW), waarvan herstel kan worden gevorderd (art. 7:206 BW). Dit rechtvaardigt in beginsel toewijzing van de vordering sub 1, waarin dat herstel op straffe van dwangsommen is gevorderd. Daarbij gaat het volgens het petitum (in de aangepaste vordering: processtuk 3) om het in elke ruimte aanbrengen van (tenminste) één raam met een ventilatieschuif. Welke gevolgschade er precies is en hoe het herstel eruit moet zien, is onvoldoende gespecificeerd, zodat daaraan geen dwangsom zal worden verbonden. De termijnen zullen iets worden verruimd en er zal een maximum aan de dwangsommen worden verbonden.
3.9.
De vordering sub 2 wordt afgewezen. Ventilatieproblemen worden vaak onderschat omdat ze doorgaans pas op langere termijn tot ernstige gevolgen kunnen leiden. Ook het inzicht in de ernst van gebrekkige ventilatie is vrij recent (de laatste jaren) gewijzigd. Dit rechtvaardigt om verhuurders een zekere termijn te verstrekken waarbinnen slechte ventilatie opgelost kan worden. Het toepassen van een huurkorting vanaf februari 2022 is daarmee niet in overeenstemming.
3.10.
Wonen Limburg zal als de verliezende partij veroordeeld worden tot een bijdrage in de proceskosten van [eiser] . Naast de kosten voor het betekenen van de dagvaarding ad € 131,18 en het griffierecht ad € 86,00 zal voor de kosten van rechtsbijstand worden aangesloten bij het standaardtarief per proceshandeling dat geldt voor vorderingen tussen de 5.000 en 10.000 euro (zijnde de kosten van verbetering) ad € 330,=, waarbij wordt uitgegaan van 3,5 proceshandelingen (nummers 1,3,6 en 8 (half)), derhalve totaal € 1.372,18. Daar komen nog bij de (taxe) kosten van [persoon 1] voor zijn deskundige getuigenis op de mondelinge behandeling. Daarvoor heeft hij een factuur opgevoerd van € 2.359,50 die kennelijk opgebouwd is uit het inlezen van het dossier en een dagdeel voor de zitting. Hoewel deze kosten hoog voorkomen, zijn er geen afzonderlijke kosten gevorderd voor de eerder door [persoon 1] opgemaakte rapporten, hetgeen de kantonrechter ertoe voert om het bedrag van € 2.359,50 geheel toe te wijzen. Dit brengt de proceskosten op € 3.731,68.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt Wonen Zuid om binnen 2 maanden na betekening van dit vonnis:
een aanvang te maken met het plaatsen van dauerluftung in minimaal één raam per ruimte van de woning, alsmede,
de gevolgschade bestaande uit schimmelaanslag en aangetaste kitnaden en houtwerk van de kozijnen te herstellen c.q. weg te nemen,
en deze werkzaamheden te voltooien binnen 4 maanden na betekening van dit vonnis, waarbij aan de verplichting sub a. een dwangsom van € 250,= wordt verbonden per dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat Wonen Zuid nalatig is daaraan te voldoen, met een maximum van € 5.000,= aan dwangsommen,
4.2.
veroordeelt Wonen Zuid in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 3.731,68, vermeerder met de wettelijke rente hierover vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H. Dethmers en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2023.
Type: HD