In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg op 24 augustus 2023, in de zaak ROE 22/887, is het beroep van eiseres tegen een besluit van het UWV ongegrond verklaard. Eiseres, die voorheen als Generalist Tactische Opsporing werkte, had zich op 8 januari 2018 ziekgemeld en ontving een WIA-uitkering. Na een herbeoordeling door het UWV werd vastgesteld dat haar arbeidsongeschiktheid per 1 oktober 2020 op 70,06% was vastgesteld, wat geen wijziging in haar uitkering met zich meebracht. Eiseres was het niet eens met deze herbeoordeling en stelde dat haar beperkingen onjuist waren vastgesteld, en dat zij meer ondersteuning nodig had dan het UWV had erkend.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 15 augustus 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV. De rechtbank oordeelde dat het UWV zorgvuldig had gehandeld en voldoende medische en arbeidskundige informatie had verzameld om tot de conclusie te komen dat eiseres inderdaad 70,06% arbeidsongeschikt was. De rechtbank volgde de redenering van het UWV dat de medische informatie van na de datum in geding niet relevant was voor de beoordeling van de situatie op 1 oktober 2020.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat het UWV terecht had geoordeeld dat eiseres in staat was om arbeid te verrichten, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg en dat haar proceskosten niet vergoed werden. De uitspraak werd op 24 augustus 2023 verzonden en zal openbaar worden gemaakt op rechtspraak.nl.