Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- een vertegenwoordigster van de raad.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 22 augustus 2023 uitspraak gedaan over het verzoek van de vader om het gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kind te beëindigen. De vader, die in Nederland verblijft, heeft verzocht om alleen het ouderlijk gezag over zijn kind, dat geboren is uit een relatie met de moeder, die momenteel onvindbaar is. De moeder heeft al geruime tijd geen contact meer gehad met het kind en heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de vader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren in Uganda, sinds 2019 bij de vader in Nederland verblijft en dat de moeder geen verantwoordelijkheid meer neemt in het leven van het kind. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de vader alleen met het gezag te belasten, wat de rechtbank in het belang van het kind heeft toegewezen. De rechtbank heeft de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter vastgesteld op basis van het verblijf van de minderjarige in Nederland en heeft het verzoek van de vader toegewezen, waarbij het gezamenlijk gezag is beëindigd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er is een afschrift naar het centraal gezagsregister gestuurd voor aantekening van de gewijzigde gezagssituatie.