ECLI:NL:RBLIM:2023:4961

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
10669829 OV VERZ 23-52
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering gemachtigde in kantonprocedure wegens ernstige onbekwaamheid ex art 81 Rv

Op 23 augustus 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg in Maastricht een beschikking gegeven in de zaak met zaaknummer 10669829 OV VERZ 23-52. De zaak betreft de heer [naam], die zich presenteerde als gemachtigde van de gedaagde partij [gedaagde] in een procedure tegen ONVZ Ziektekostenverzekeraar NV. Tijdens de rolzitting op 16 juli 2023 heeft de kantonrechter aangegeven dat de heer [naam] niet als gemachtigde zal worden toegelaten, ondanks dat hij het woord mocht voeren. Dit werd bevestigd in een brief van de griffie op 31 juli 2023, waarin ook stukken die door de heer [naam] waren ingezonden, werden geweigerd en geretourneerd.

De heer [naam] heeft in een brief van 10 augustus 2023 verzocht om heroverweging van deze beslissing. De kantonrechter heeft echter zijn bezwaren gepasseerd en de weigering gehandhaafd. De rechter heeft vastgesteld dat de heer [naam] geen juridische opleiding heeft en geen relevante ervaring, en dat zijn verweer gebaseerd is op ongefundeerde en warrige argumenten. Dit gedrag is in strijd met de belangen van de gedaagde partij, die door de heer [naam] niet adequaat wordt vertegenwoordigd.

De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de heer [naam] in het verleden in strijd met fatsoensnormen heeft gehandeld door opnames te maken in het gerechtsgebouw en deze openbaar te maken. De beslissing om de heer [naam] als gemachtigde te weigeren is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat een eventueel hoger beroep deze beslissing niet schorst. De gedaagde partij wordt in de gelegenheid gesteld om een andere gemachtigde aan te wijzen. De heer [naam] kan binnen vier weken in beroep gaan bij het hof te ’s Hertogenbosch, vertegenwoordigd door een advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10669829 OV VERZ 23-52
beschikking van de kantonrechter van 23 augustus 2023
betreft
de heer
[naam], handelend onder de naam [handelsnaam] , wonend/ kantoorhoudend te [woonplaats] aan de [adres] ,
optredend als gemachtigde in de zin van art. 80 Rv van [gedaagde] in de procedure van ONVZ Ziektekostenverzekeraar NV (eisende partij) tegen [gedaagde] (gedaagde partij) met het zaaknummer 10561256 CV EXPL 23-2528. De zaak staat voor een reactie door partij [gedaagde] op de rolzitting van 13 september 2023 (conclusie van dupliek).

1.De procedure

1.1.
De heer [naam] presenteerde zich tijdens de rolzitting van 16 juli 2023 in de hiervoor aangehaalde zaak als gemachtigde van gedaagde partij [gedaagde] . De kantonrechter heeft daarop mondeling aangegeven dat de heer [naam] weliswaar het woord mag voeren naast de achterliggende partij, de heer [gedaagde] , doch niet zal worden toegelaten als gemachtigde in de zin van art. 80 Rv.
1.2.
bij brief van de griffie van 31 juli 2023 heeft de kantonrechter dit nogmaals gemotiveerd aangegeven, waarbij de door [naam] ten behoeve van deze procedure doch buiten de rolzitting om ingezonden stukken werden geweigerd en geretourneerd.
1.3.
bij brief van 10 augustus 2023 reageert de heer [naam] . Hij verzoekt de kantonrechter te heroverwegen.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter passeert de bezwaren van de heer [naam] , zoals geformuleerd in diens brief van 10 augustus 2023, en handhaaft de weigering van de heer [naam] als gemachtigde in de zin van art. 81 Rv.
Daartoe gelden de volgende overwegingen:
onbekwaam gedrag
2.2.
Vastgesteld wordt dat de heer [naam] een persoon betreft, niet zijnde een advocaat of deurwaarder (als bedoeld in art. 81 Rv), zich presenteert als ‘jurist’ en daarbij handelt onder de naam van ‘ [handelsnaam] ’. [naam] heeft echter geen enkele juridische opleiding gevolgd, noch enige relevante ervaring op dat gebied.
2.3.
Het door [naam] in de onderhavige procedure als gemachtigde van [gedaagde] gevoerde verweer is enkel en alleen terug te voeren op zijn onder meer via sociale media en ook ter zitting geventileerde gedachtegoed dat (samengevat en onder andere) ‘deurwaarders, officieren van justitie, rechters en ambtenaren in het algemeen ‘onbevoegd’ zijn. Zijn verhaal is ongericht, warrig, moeilijk te volgen, maar bovenal juridisch nonsens.
2.4.
Zo wil hij in de onderhavige zaak (betreffende een relatief eenvoudige incassovordering van een ziektekostenverzekeraar) een stapel aangiftes tegen deurwaarders overleggen. Deze zijn – onder meer – ‘niet bevoegd’, want niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Een juridische gevolg in deze zaak wordt daar echter niet aan gekoppeld, een zinvol inhoudelijk verweer wordt niet gevoerd, een aanzet tot een mogelijke regeling niet gedaan. Een kostenverhogende veroordeling lijkt daarmee, bij gebreke van zinvol verweer, vrijwel onafwendbaar.
2.5.
Binnen deze rechtbank zijn vergelijkbare ervaringen met de heer [naam] .
2.6.
De heer [naam] heeft geen enkele notie van procedureregels en mogelijke (en zinvolle) verweren in het (burgerlijk) recht. Hierdoor maakt hij brokken voor zijn klant. Door deze evidente en ernstige ondeskundigheid handelt hij in strijd met de belangen van zijn eigen klant de heer [gedaagde] , hier de betrokken achterliggende partij.
2.7.
De heer [naam] lijkt deze incassoprocedure als gemachtigde vooral ook te willen gebruiken als platform voor het ventileren van zijn eigen gedachtegoed, waarvan inmiddels algemeen bekend is dat de heer [naam] het bestaan van de overheid ontkent, de geldigheid van de Grondwet aanvecht en het gezag van de rechterlijke macht niet erkent. De heer [naam] heeft dit gedachtegoed niet alleen geventileerd via zijn sociale media kanalen, maar ook in zijn verschillende klachten gericht aan de rechtbank Limburg.
2.8.
Dit zijn elementaire fundamenten van de rechtsstaat. Deze opvattingen van de heer [naam] maken een goede vertegenwoordiging van de achterliggende partij onmogelijk. De rechtspositie van de achterliggende partij wordt immers beheerst door de rechtsregels die hun oorsprong vinden in de hiervoor genoemde en door de heer [naam] niet erkende wetten en instanties.
strijd met fatsoensnormen
2.9.
De heer [naam] heeft in het recente verleden in strijd met de regels opnames gemaakt binnen het gerechtsgebouw te Maastricht en deze opnames openbaar gemaakt via zijn sociale media kanalen. De heer [naam] is ter zake gewaarschuwd door het bestuur van deze rechtbank.
conclusie
2.10.
De heer [naam] wordt geweigerd als gemachtigde. Deze beslissing wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, hetgeen tot gevolg heeft dat een eventueel ingesteld hoger beroep deze beslissing niet schorst en de achterliggende partij, in dit geval de heer [gedaagde] , desgewenst op zoek moet gaan naar een andere gemachtigde

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
weigert bijstand of vertegenwoordiging door de heer [naam] wegens ernstige bezwaren;
3.2.
verklaart het bovenstaande uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
afschrift van deze beschikking wordt eveneens gezonden aan de achterliggende partij, de heer [gedaagde] , welke daarbij in de gelegenheid wordt gesteld om – indien gewenst – een andere gemachtigde aan te wijzen, waartoe uitstel zal worden verleend;
3.4.
de heer [naam] kan, vertegenwoordigd door een advocaat, binnen vier weken na verzending van deze beschikking in beroep gaan bij het hof te ’s Hertogenbosch.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.