ECLI:NL:RBLIM:2023:4915
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter wegens vermeende vooringenomenheid en niet verstrekken van dossier
In deze zaak heeft verzoeker op 14 augustus 2023 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, rechter bij de Rechtbank Limburg, in verband met een strafzaak die op 15 augustus 2023 gepland stond. Verzoeker stelde dat de rechter voorafgaand aan de zitting een vrees van vooringenomenheid had laten ontstaan door niet te luisteren naar gegronde redenen, zoals ziekte en de afzegging van een advocaat. Verzoeker was van mening dat de rechter alleen rekening hield met de agenda van het Openbaar Ministerie en dat het dossier niet beschikbaar was gesteld.
De rechter heeft op 14 augustus 2023 schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en aangegeven niet in het verzoek te berusten. Gezien de korte tijd tussen het indienen van het verzoek en de geplande zitting, werd besloten om geen mondelinge behandeling te houden en schriftelijk uitspraak te doen.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. Het verzoek werd als kennelijk ongegrond verklaard, omdat het gericht was tegen een procesbeslissing van de rechter en niet tegen de rechterlijke onpartijdigheid zelf. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond.