Op 14 augustus 2023 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van het gezag over een minderjarige. De vader, verzoeker in deze procedure, heeft verzocht om het gezag over zijn kind te wijzigen, zodat hij in plaats van de moeder met het gezag wordt belast. De moeder, wederpartij, heeft geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland en speelt al geruime tijd geen rol meer in het leven van het kind. De rechtbank heeft eerder op 29 maart 2023 aan de vader vervangende toestemming verleend voor de erkenning van het kind. De vader heeft inmiddels de geboorteakte van het kind ingediend, waaruit blijkt dat hij het kind op 3 juli 2023 heeft erkend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder al lange tijd geen contact meer heeft gehad met het kind en dat er een gezagsvacuüm is ontstaan. Dit heeft geleid tot de conclusie dat belangrijke beslissingen over het kind niet kunnen worden genomen en dat noodzakelijke hulpverlening niet kan worden opgestart. Gelet op het advies van de Raad voor de Kinderbescherming en de omstandigheden van de zaak, heeft de rechtbank geoordeeld dat het in het belang van het kind wenselijk is dat de vader alleen met het gezag wordt belast. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de vader zo snel mogelijk het gezag kan uitoefenen en de benodigde hulpverlening kan worden geregeld. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.