ECLI:NL:RBLIM:2023:4888

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 augustus 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
C/03/307783 / FA RK 22-2862
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van gezag over minderjarige in het belang van het kind

Op 14 augustus 2023 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van het gezag over een minderjarige. De vader, verzoeker in deze procedure, heeft verzocht om het gezag over zijn kind te wijzigen, zodat hij in plaats van de moeder met het gezag wordt belast. De moeder, wederpartij, heeft geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland en speelt al geruime tijd geen rol meer in het leven van het kind. De rechtbank heeft eerder op 29 maart 2023 aan de vader vervangende toestemming verleend voor de erkenning van het kind. De vader heeft inmiddels de geboorteakte van het kind ingediend, waaruit blijkt dat hij het kind op 3 juli 2023 heeft erkend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder al lange tijd geen contact meer heeft gehad met het kind en dat er een gezagsvacuüm is ontstaan. Dit heeft geleid tot de conclusie dat belangrijke beslissingen over het kind niet kunnen worden genomen en dat noodzakelijke hulpverlening niet kan worden opgestart. Gelet op het advies van de Raad voor de Kinderbescherming en de omstandigheden van de zaak, heeft de rechtbank geoordeeld dat het in het belang van het kind wenselijk is dat de vader alleen met het gezag wordt belast. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de vader zo snel mogelijk het gezag kan uitoefenen en de benodigde hulpverlening kan worden geregeld. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 14 augustus 2023
Zaaknummer: C/03/307783 / FA RK 22-2862
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven in de zaak van:
[de vader] ,
verzoeker, verder te noemen: de vader,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. B.C.J. Berden, kantoorhoudend in Reuver, gemeente Beesel.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de moeder] ,
wederpartij, verder te noemen: de moeder,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.
In zijn hoedanigheid als bedoeld in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt in de procedure betrokken:
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Limburg, locatie Maastricht, hierna te noemen: de raad.
Weer gezien de stukken, waaronder de beschikking van deze rechtbank van 29 maart 2023.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere procesverloop blijkt uit:
  • de aanvullende stukken van de vader, ontvangen op 25 april 2023;
  • de aanvullende stukken van de vader, ontvangen op 25 juli 2023.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij voormelde beschikking is aan de vader vervangende toestemming voor de erkenning van [kind] verleend. De beslissing op het verzoek van de vader tot wijziging van het gezag is aangehouden in afwachting van het door de vader in te dienen afschrift van de geboorteakte van [kind] met de daaraan toegevoegde latere vermelding betreffende de erkenning door de vader.
2.2.
De vader heeft een afschrift van de geboorteakte ingediend met daaraan toegevoegd een latere vermelding betreffende de erkenning. Uit die latere vermelding blijkt dat de vader [kind] op 3 juli 2023 met toestemming van de rechtbank Limburg heeft erkend. Gelet hierop kan de vader nu wordt aangemerkt als de juridische ouder van [kind] .
2.3.
Zoals al in voormelde beschikking van 29 maart 2023 is overwogen, kan de rechter op grond van artikel 1:253c lid 1 van het Burgerlijk Wetboek de tot het gezag bevoegde ouder van het kind, die nooit het gezag heeft uitgeoefend, alleen met het gezag over het kind belasten. Een verzoek hiertoe wordt alleen toegewezen als dit in het belang van het kind wenselijk is.
2.4.
De rechtbank acht zich voldoende geïnformeerd om een weloverwogen beslissing te nemen over het verzoek van de vader tot wijziging van het gezag. Uit de ingediende stukken en het verhandelde ter zitting van 24 maart 2023 is gebleken dat de moeder al lange tijd geen rol meer speelt in het leven van [kind] . [kind] is, nadat de moeder haar in mei 2019 na afloop van een contactmoment niet meer is komen ophalen, bij de vader gaan wonen. Sindsdien hebben de vader en [kind] geen contact meer gehad met de moeder. De moeder is op geen enkele wijze betrokken in het leven van [kind] , informeert niet naar [kind] en is niet slechts onbereikbaar voor de vader en [kind] , maar ook voor de betrokken hulpverlening. [kind] kampt met persoonlijke problematiek, waardoor zij behoefte heeft aan hulpverlening. Nu de moeder haar verantwoordelijkheid over [kind] al geruime tijd niet meer draagt, is er feitelijk sprake van een gezagsvacuüm. Dat leidt ertoe dat belangrijke beslissingen over [kind] niet kunnen worden genomen en de voor [kind] noodzakelijke hulpverlening niet kan worden opgestart. De houding van de moeder schaadt de belangen van [kind] .
2.5.
De rechtbank is van oordeel, mede gelet op het advies van de raad, dat het primaire verzoek van de vader toegewezen dient te worden. Het is in het belang van [kind] wenselijk dat het gezag gewijzigd wordt en dat de vader alleen wordt belast met het gezag over [kind] . De vader is in staat om het gezag adequaat en in het belang van [kind] uit te oefenen.
Nu het primaire verzoek wordt toegewezen, komt de rechtbank niet toe aan beoordeling van het subsidiaire verzoek.
2.6.
De rechtbank ziet aanleiding de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Het is belangrijk voor [kind] dat de vader zo spoedig mogelijk het gezag kan uitoefenen, nu zaken voor [kind] geregeld moeten worden, waaronder de nodige hulpverlening. Het is niet in het belang van [kind] als de vader daarbij gehinderd wordt door de schorsende werking van een eventueel hoger beroep.
2.7.
De vader heeft ook nog ‘kosten rechtens’ verzocht, hetgeen moet worden opgevat als een referte ten aanzien van het al dan niet opnemen van een proceskosten-veroordeling. Nu de moeder en de vader ex-partners zijn, zal de rechtbank de proceskosten compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt het gezag over de minderjarige [kind] , geboren in [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2011, en belast de vader, [de vader] , geboren op [geboortedatum 2] 1989 in [geboorteplaats 2] , met het gezag in plaats van de moeder;
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat elk van hen de eigen kosten draagt;
3.4.
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het centrale gezagsregister, om daarin aantekening te doen van de gewijzigde gezagssituatie.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 14 augustus 2023.
JV
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.