Op 30 mei 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een verdachte die medeplichtig was aan hennepteelt. De rechtbank behandelde de ontnemingsvordering gelijktijdig met de strafzaak, waarbij de verdachte eerder was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De officier van justitie vorderde een bedrag van € 20.770,37, dat de verdachte zou hebben verkregen uit eerdere hennepoogsten. De verdediging stelde dat het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 17.870,37 moest worden vastgesteld, rekening houdend met kosten en een boete van het UWV.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte voordeel had verkregen uit de hennepteelt en schatte het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 21.998,-. Dit bedrag was gebaseerd op de verklaring van de verdachte en de omstandigheden van de zaak. De rechtbank legde de verdachte de verplichting op om dit bedrag aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De uitspraak werd openbaar gedaan en is geregistreerd onder parketnummer 03.219326.21 OWV.