Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De vordering van de officier van justitie
3.Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
4.De beslissing
niet-ontvankelijkin de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 30 mei 2023 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een verdachte die eerder was vrijgesproken van hennepteelt. De vordering van het Openbaar Ministerie was gericht op het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel en het opleggen van een betalingsverplichting aan de staat. De officier van justitie schatte het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 102.634,-. Tijdens de zitting op 16 mei 2023 zijn de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die bijgestaan werd door haar advocaat mr. Th. Boumans, vrijgesproken was van het feit dat aan de ontnemingsvordering ten grondslag lag. Dit leidde tot de conclusie dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vordering. De rechtbank heeft derhalve de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen, en de uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij mr. J.M.E. Kessels niet in de gelegenheid was om de uitspraak mede te ondertekenen.