Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De verdere procedure
- een vertegenwoordigster van de GI;
- de minderjarige [minderjarige] en de bijzondere curator;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- de pleegmoeder, als informant.
Rechtbank Limburg
Op 28 juli 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de minderjarige [minderjarige], geboren in 2006. De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg om een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige bij de vader afgewezen. De bijzondere curator, mr. A.J. Crombag, heeft in haar verslag aangegeven dat er geen noodzaak is om de minderjarige uit het netwerkpleeggezin van haar oma te halen, gezien de ondertoezichtstelling die nog loopt en de verstoorde relatie met de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel goed functioneert in het pleeggezin en dat er geen zorgen zijn over haar veiligheid of welzijn. De moeder en vader zijn betrokken bij de procedure, waarbij de moeder zich niet gehoord voelt en de vader zich in een lastige positie bevindt tussen de ouders en de minderjarige. De kinderrechter heeft de communicatie tussen de betrokken partijen als problematisch ervaren, maar concludeert dat het in het belang van de minderjarige is om haar in het pleeggezin te laten, waar zij stabiliteit en rust ervaart. De kinderrechter heeft de mogelijkheid van een 50/50 regeling besproken, maar de GI handhaaft het verzoek tot volledige uithuisplaatsing bij de vader, wat door de kinderrechter is afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 7 augustus 2023.