Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.De procedure
- de dagvaarding in kort geding van 23 maart 2023 met de producties 1 t/m 4,
- de brief van 29 maart 2023 van [eiser] en [eiseres] met pagina 2 van productie 1,
- de brief van 3 april 2023 van [eiser] en [eiseres] met de productie 5,
- de brief van [gedaagde] van 6 april 2023,
- de brief van 3 mei 2023 van [eiser] en [eiseres] met de productie 6,
- de brief van 8 mei 2023 van [gedaagde] met (aangekondigde) eis in (voorwaardelijke)
- de conclusie van antwoord in conventie,
- de mondelinge behandeling van 11 mei 2022, waarvan een proces-verbaal is
- de spreekaantekeningen van de advocaat van [eiser] en [eiseres] ,
- de pleitnota van de advocaat van [gedaagde] ,
- het verzoek van partijen aan de voorzieningenrechter om de beslissing vier weken
- de e-mailberichten van partijen van 2 juni 2023,
- de brief van de rechtbank van 2 juni 2023, waarbij de griffier van de rechtbank
2.De feiten
3.Het geschil
- het veroorzaken van geluidsoverlast door het hard afspelen van muziek en het via een geluidsbox afspelen van braakgeluiden dan wel andere geluiden (scheldwoorden daaronder begrepen), claxonneren en het gooien van vuurwerk,
- het filmen van [eiser] en hun gezinsleden
Daarnaast maakt [gedaagde] zich volgens [eiser] en [eiseres] structureel schuldig aan ernstige hinder veroorzakende, intimiderende, bedreigende en beledigende gedragingen, waarmee [gedaagde] onrechtmatig handelt jegens [eiser] en [eiseres] ((art. 5:37 juncto) art. 6:162 BW). Ook na de sommatie van 24 november 2022 (rov. 2.3) volhardt zij daarin, reden waarom een verbod ter zake wordt gevorderd.
[eiser] en [eiseres] stellen dat zij een spoedeisend belang hebben bij toewijzing van het door hen gevorderde.
voorwaardelijk, voor het geval en onder de voorwaarde dat de door [eiser] en [eiseres] tegen [gedaagde] in conventie ingestelde primaire of subsidiaire vordering met betrekking tot de camera van [gedaagde] mocht worden toegewezen(cursivering rechtbank) - [eiser] en [eiseres] veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, de camera die zich bij de oprit van hun woning aan de [adres 2]
[adres 2] te [plaats 2] bevindt,
primair:te verwijderen en verwijderd te houden, en
subsidiair:zodanig te verplaatsen en verplaatst te houden dat deze niet meer de openbare weg en de garagepoort en looppoort van de door [gedaagde] gehuurde woning aan de [adres 1] te [plaats 1] filmt, alles op straffe van een door [eiser] en [eiseres] hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 250,- voor elke dag of deel van een dag dat [eiser] en [eiseres] niet tijdig aan deze veroordeling voldoen, en met hoofdelijke veroordeling van [eiser] en [eiseres] in de kosten van het geding in voorwaardelijke reconventie.
Aanvullend stelt [gedaagde] dat als [eiser] en [eiseres] wordt toegestaan om hun camera te gebruiken om bewijs te verzamelen ter zake de (door hen onrechtmatig geachte) gedragingen van [gedaagde] , dit vanuit een oogpunt van
equality of armsook aan [gedaagde] moet worden toegestaan waar het betreft haar camera en de (door haar onrechtmatig geachte) gedragingen van [eiser] en [eiseres] .
[gedaagde] stelt dat (ook) zij een spoedeisend belang heeft bij toewijzing van het door haar gevorderde.
4.De beoordeling
In conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het partijen in beginsel is toegestaan om een dergelijke camera te hebben en te gebruiken, met name als dat dient ter beveiliging van het eigen perceel en de personen en zaken die zich daarop bevinden.
De voorzieningenrechter is gebleken dat de beide camera’s (nagenoeg) uitsluitend worden gebruikt: (a) om de gedragingen van de wederpartij waar te nemen, om daar de eigen gedragingen jegens die wederpartij op af te stemmen, en (b) om het gedrag van de wederpartij vast te leggen, om daarmee ‘bewijs’ te verzamelen van het onrechtmatig geachte gedrag van de wederpartij. Als zodanig worden de camera’s dus gebruikt voor een ander doel dan waar voor ze, op de plek waar ze hangen, mogen worden gebruikt en kan ook worden vastgesteld dat de aanwezigheid en het daadwerkelijk gebruik van de camera’s duidelijk escalerend werken.
De voorzieningenrechter zal in conventie en, nu daarmee de desbetreffende voorwaarde wordt vervuld, ook in reconventie de primaire vordering tot het verwijderen en het verwijderd houden van de camera van de wederpartij toewijzen. Aan deze veroordeling zal ook, in conventie en in reconventie, op na te melden wijze een dwangsomveroordeling worden verbonden.
(“niet uitsluitend beperkt tot”). De vordering onder II is in zoverre te onbepaald en zal daarom, in zoverre, worden afgewezen.
Uit de stellingen van [eiser] en [eiseres] volgt dat zij ervan uitgaan dat de (gestelde) geluidsoverlast in het verleden opzettelijk is veroorzaakt en dat gelet daarop, en gelet op de slechte verhoudingen tussen partijen, mag worden verwacht dat [gedaagde] haar gedrag niet vrijwillig zal staken.
Het gevorderde verbod inzake de gedragingen onder 1) zal dan ook worden toegewezen, versterkt door een dwangsomveroordeling als na te melden.
[gedaagde] heeft in de conclusie van antwoord niet weersproken dat eind december 2021 en eind december 2022 incidenteel (knal)vuurwerk door haar en/of haar gezinsleden is afgestoken (randnummer 6 cva en prod. 2). [gedaagde] heeft aldaar toegelicht dat het legaal vuurwerk betrof, dat telkens rond de jaarwisseling is afgestoken. Ook het claxonneren zou volgens [gedaagde] slechts incidenteel hebben plaatsgevonden.
Gelet op dit verweer, maar ook gelet op hun eigen logboek, hebben [eiser] en [eiseres] niet aannemelijk hebben gemaakt dat waar het betreft het gooien van vuurwerk en het claxonneren sprake is van een serieuze dreiging van het veroorzaken van onrechtmatige overlast door [gedaagde] , die dient te leiden tot toewijzing van de (deel)vordering
onder 2).
Het onder 2) gevorderde verbod zal dan ook worden afgewezen.
De stellingen van [eiser] en [eiseres] volgend, is sprake geweest van door [gedaagde] veroorzaakte structurele en onrechtmatig te achten overlast in de vorm van intimidaties, beledigingen en scheldpartijen, en moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat deze overlast niet zal stoppen.
Het gevorderde verbod inzake de gedragingen onder 3) zal dan ook worden toegewezen, versterkt door een dwangsomveroordeling als na te melden.
op het werk
Volgens [eiser] en [eiseres] heeft [gedaagde] toen haar middelvinger opgestoken naar [eiseres] en heeft de bouwmarkt in het gebeurde aanleiding gezien om [gedaagde] een winkelverbod op te leggen.
[gedaagde] heeft de beschuldiging in haar conclusie van antwoord ontkend. Volgens haar hield haar aanwezigheid in de bouwmarkt verband met een incident tussen een van haar vriendinnen en [eiseres] en heeft zij, [gedaagde] , toen en daar niets onbehoorlijks gedaan in de richting van [eiseres] . Van een winkelverbod is geen sprake, aldus [gedaagde] .
Het onder 5) gevorderde verbod zal daarom worden afgewezen voor zover het betrekking heeft op het lastigvallen op het werk van [eiser] en [eiseres] .
bij de bushalte
Het onder 5) gevorderde verbod zal daarom ook worden afgewezen voor zover het lastigvallen bij de bushalte voor de woning van [gedaagde] betreft.
in enige andere openbare ruimte
“in enige andere openbare ruimte”beroepen op een in hun logboek genoemd incident op 29 september 2022, waarbij [gedaagde] [eiseres] bijna zou hebben overreden. [gedaagde] heeft deze (gestelde) gang van zaken betwist. Bij gebreke aan vaststaande feiten, en van een deugdelijke onderbouwing van de dreiging van soortgelijk gedrag in de toekomst, kan (ook) op dit punt van een toewijzing van de (deel) vordering onder 5) geen sprake zijn.
De (deel)vordering onder 5) zal, al met al, volledig worden afgewezen.
De (deel)vorderingen onder 6) en 7) zullen worden toegewezen, versterkt door een dwangsomveroordeling als na te melden.
Het onder 8) gevorderde verbod zal daarom worden afgewezen.
5.De beslissing
(1) door het veroorzaken van geluidsoverlast door het hard afspelen van muziek en het via een geluidsbox afspelen van braakgeluiden dan wel andere geluiden (scheldwoorden daaronder begrepen),
(2) door hen te intimideren en te beledigingen (in woord en geschrift en door gebaren, het opsteken van de middelvinger en andere obscene gebaren daaronder begrepen) en door naar hen te schreeuwen en hen uit te schelden, en
(3) door hen met de gsm te filmen,