ECLI:NL:RBLIM:2023:4489

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 juli 2023
Publicatiedatum
28 juli 2023
Zaaknummer
03.254190.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hennepplantage- en diefstalzaak door gebrek aan bewijs

Op 28 juli 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het telen van hennepplanten en het stelen van elektriciteit en water. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 14 juli 2023, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat de verdachte betrokken was bij de hennepplantage op basis van bewijs zoals sleutels en aangiftes van diefstal. De verdediging betwistte dit en voerde aan dat de verdachte niet betrokken was bij de hennepplantage en dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de verdachte tijdens het politieverhoor en de zitting op belangrijke punten verschilden, maar dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank oordeelde dat niet buiten gerede twijfel was komen vast te staan dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, en sprak hem daarom vrij.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.254190.21
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 juli 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.A.C. Beckers, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 14 juli 2023. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De behandeling van de strafzaak heeft gelijktijdig plaatsgehad met de behandeling van de ontnemingsvordering met parketnummer 03.254190.21.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1 primair en subsidiair: al dan niet samen met anderen opzettelijk 1080 hennepplanten heeft geteeld of aanwezig heeft gehad, althans medeplichtig is geweest aan het telen of aanwezig hebben van die hennepplanten door het daarvoor beschikbaar stellen van een loods achter de woning aan de [adres 2] te Echt.
Feit 2 primair en subsidiair: al dan niet samen met anderen elektriciteit heeft gestolen, althans medeplichtig is geweest aan de diefstal van elektriciteit door het daarvoor beschikbaar stellen van een loods achter de woning aan de [adres 2] te Echt.
Feit 3 primair en subsidiair: al dan niet samen met anderen water heeft gestolen, althans medeplichtig is geweest aan de diefstal van water door het daarvoor beschikbaar stellen van een loods achter de woning aan de [adres 2] te Echt.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de aan de verdachte tenlastegelegde feiten in de primaire variant wettig en overtuigend bewezen kunnen worden op grond van het aantreffen van de hennepplantage, het feit dat aan de door de zoon van de verdachte overhandigde sleutelbos zowel sleutels van de ruimte van de hennepplantage zaten als een sleutel van de werkplaats van de verdachte en dat er in de ruimte van de hennepplantage een sleutel hing van een ladekast die stond in de werkplaats van de verdachte. Tevens verwijst de officier naar de aangiftes omtrent de diefstal van elektriciteit en water. De officier van justitie acht niet bewezen dat de verdachte de feiten samen met (een) ander(en) heeft gepleegd.
De officier van justitie heeft voorts aangevoerd dat hij de verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij de ruimte van de hennepplantage heeft verhuurd aan [naam] (fonetisch), ongeloofwaardig acht. De verdachte heeft geen huurovereenkomst, administratie van de betaalde huur of verdere informatie over [naam] kunnen overleggen. Ook heeft de verdachte ter terechtzitting een andere verklaring afgelegd dan bij de politie. Bij de politie gaf hij aan dat de woning - waarachter de loods/werkplaats was en waar in een deel van de loods de plantage is aangetroffen - van hem is, dat hij altijd werkt in de werkplaats en dat hij de overige ruimte heeft verhuurd. Ter terechtzitting verklaarde hij evenwel dat de woning van zijn vrouw is, dat zij de ruimte heeft verhuurd en dat hij al jaren niet meer in de werkplaats komt. Voorts heeft de verdachte verklaard dat de ruimte sinds eind november 2020 is verhuurd, hetgeen niet kan kloppen op grond van een MMA-melding waarin wordt aangegeven dat er in december - twee tot drie weken na aanvang van de door verdachte gestelde verhuurperiode - sprake is van een sterke hennepgeur bij de woning. Een dergelijke geur ontstaat immers pas na zes tot acht weken groei, waardoor de hennepplantage al eerder moet zijn opgebouwd.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak ten aanzien van alle feiten bepleit vanwege gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
Hij heeft met betrekking tot het primair tenlastegelegde onder 1, 2 en 3 aangegeven dat de ruimte van de hennepplantage werd verhuurd aan [naam] uit Maaseik en dat de vrouw van de verdachte de huurovereenkomst heeft afgesloten. Zij - en niet de verdachte - is de eigenaar van de woning en de loods op het adres [adres 2] . Hij is daar ook niet woonachtig. De verklaring van de verdachte wordt verder niet door bewijsmiddelen weerlegd. De zoon van de verdachte heeft meteen bij de politie-inval aangegeven dat zijn vader het tweede gedeelte van de bouwunits verhuurt. Dit gedeelte kan niet bereikt worden via de werkplaats van de verdachte. Uit het dossier volgt verder niet dat de verdachte de beschikking had over een sleutel om toegang te krijgen tot de ruimte waarin de hennepplantage is aangetroffen. De verdachte had zodoende geen beschikkingsmacht over de hennepplanten. Verder verbleef de verdachte van 22 oktober 2020 tot 22 november 2020 in Ghana en kan hij in die periode onmogelijk actief zijn geweest in de hennepplantage. Er is volgens de raadsman ook geen bewijs/aanwijzing dat het om een dusdanige plantage ging dat de planten konden gedijen zonder dat er iemand aanwezig was.
Met betrekking tot het subsidiair tenlastegelegde onder 1, 2 en 3 heeft hij aangevoerd dat de vereiste “dubbele opzet” niet bewezen kan worden. Het is niet de verdachte die de huurovereenkomst met de huurder heeft afgesloten en hij had geen opzet op het strafbare feit. Verder is de huurovereenkomst niet teruggevonden. De diefstal van stroom en water vond plaats in de woning op het adres [adres 2] , alwaar de verdachte niet woonachtig is.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de politie onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de vraag wie hier als dader(s) aangemerkt kan/kunnen worden. Ook het verhoor van de verdachte bij de politie is ondermaats geweest. De vragen die werden gesteld bestonden steeds uit meerdere deelvragen die in één keer werden gesteld en daardoor voor de verdachte onoverzichtelijk waren. Vervolgens werd onvoldoende doorgevraagd op het door de verdachte op die onoverzichtelijke vragen gegeven antwoord.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Aan de verdachte is tenlastegelegde dat hij al dan niet samen met anderen opzettelijk hennepplanten heeft geteeld of aanwezig heeft gehad en illegaal elektriciteit en water heeft weggenomen, althans dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De verdachte heeft ontkend daarbij op enige wijze betrokken te zijn geweest. Hij wist nergens van.
De rechtbank stelt op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat de verdachte tijdens het politieverhoor en tijdens de zitting verklaringen heeft afgelegd die op bepaalde belangrijke punten van elkaar verschillen.
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij de eigenaar is van de woning en de bouwunits/loods met de ruimte waarin de hennepplantage op 12 januari 2021 is aangetroffen en waar ook de elektriciteit en het water illegaal is weggenomen. De verdachte zou het achterste gedeelte van de bouwunits hebben verhuurd aan een persoon met de naam [naam] (fonetisch) uit Maaseik. Ook zou hij de sleutel van een kelder onder de woning op nr. [huisnummer] hebben gegeven aan de huurder. De politie heeft dienaangaande geverbaliseerd dat er in een kelder illegale aansluitingen zijn gemaakt voor het wegnemen van elektriciteit en water.
Naar het oordeel van de rechtbank bevat voornoemde verklaring van de verdachte elementen waarop kan worden gebaseerd dat de verdachte betrokken is geweest bij de hennepplantage dan wel de verhuur van de ruimte ten behoeve van die hennepplantage. Uit hetgeen de verdachte ter terechtzitting heeft verklaard en met stukken heeft onderbouwd, komt echter naar het oordeel van de rechtbank een ander beeld naar voren.
De verdachte heeft ter terechtzitting namelijk verklaard dat niet hij maar zijn vrouw, met wie hij in scheiding ligt en in onmin leeft, de eigenaar is van de woning en de bouwunits op het adres [adres 2] te Echt. Deze verklaring vindt steun in de stukken van het kadaster, de Basisregistratie Personen en het financieel vooronderzoek. De verdachte zelf woont naar eigen zeggen al acht jaar niet meer op het adres. Zijn vrouw heeft de huurovereenkomst met [naam] afgesloten en ondertekend en de vooraf betaalde huursommen van november en december geboekt op haar firma. De verdachte heeft enkel in oktober het gesprek over deze huurovereenkomst gevoerd en de huursommen geïnd. Deze huurovereenkomst is vervolgens niet meer gevonden door de verdachte en zijn vrouw.
De verdachte heeft verder verklaard dat de sleutelbos die de politie heeft gekregen van zijn vrouw en zoon, niet van hem is. Hij heeft een eigen sleutelbos en weet niet van wie deze sleutelbos was. Verder heeft hij verklaard dat hij nauwelijks meer in zijn werkplaats in de bouwunits komt. Hij heeft [naam] gevraagd een scheidingswand te plaatsen tussen zijn werkplaats en de verhuurde ruimte. Dit zou verklaren waarom er (nog) een sleutel van de ladekast in zijn werkplaats, aan de wand in de verhuurde ruimte hing, aangezien het om een ladekast ging die hij niet meer gebruikte.
De verdachte heeft vervolgens verklaard dat hij weliswaar een sleutel van een kelder heeft gegeven aan [naam] , maar dat deze sleutel niet van de kelder is waarin de illegale aansluitingen voor het wegnemen van elektriciteit en water zijn gemaakt. De woning zou negen kelders hebben en de sleutel die de verdachte heeft afgegeven geeft alleen toegang tot één van die kelders. Hij had die sleutel aan [naam] gegeven zodat die de elektriciteit in de bouwunits kon uitschakelen voor het repareren van het licht in de verhuurde ruimte.
Een paar dagen na het afgeven van de keldersleutel, op 22 oktober 2020, is de verdachte naar Ghana gevlogen alwaar hij een maand heeft verbleven. Dit is ter terechtzitting onderbouwd door het overleggen van een kopie van de vliegtickets en het visum.
De rechtbank stelt vast dat de politie slechts een beperkte beschrijving heeft gegeven van de kelder met de illegale aansluitingen waardoor niet is vast te stellen welke keldersleutel de verdachte zou hebben afgegeven. De beperkte foto’s in het dossier weerspreken de verklaring van de verdachte zoals hij die ter terechtzitting heeft afgelegd in elk geval niet.
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank bovendien van oordeel dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte hennepplanten heeft kunnen telen in de periode dat hij in Ghana was. Weliswaar is automatisering in een hennepplantage niet ongebruikelijk, maar het komt de rechtbank onaannemelijk voor dat verdachte vier weken lang helemaal zou wegblijven bij de plantage en deze al die tijd onbeheerd zou achter laten.
De rechtbank is mede op grond van het bovenstaande van oordeel dat de ter terechtzitting afgelegde verklaring van de verdachte niet als ongeloofwaardig ter zijde kan worden geschoven. De officier van justitie heeft terecht opgemerkt dat de verklaring van de verdachte ter terechtzitting afwijkt van die bij de politie, maar dit op zichzelf is onvoldoende voor het ter zijde schuiven van de ter zitting afgelegde verklaring, mede gelet op de onderbouwing van delen van de verklaring van de verdachte met stukken en foto’s. Het procesdossier biedt daarnaast onvoldoende aanknopingspunten om de verklaring ter terechtzitting van de verdachte als ongeloofwaardig te beschouwen. Naar het oordeel van de rechtbank is het politieonderzoek te summier geweest. Zo is door de politie niet nagevraagd waar de sleutelbos vandaan kwam, van wie de sleutelbos was en hoe vaak de verdachte nog in de woning en bouwunits kwam. De bewoners van nr. [huisnummer] zijn ook niet gehoord, als verdachte(n) dan wel als getuige(n). Verder zijn de beschrijving en foto’s van de (toegangsdeuren van de) kelders en de locatie van de elektriciteit- en wateraansluiting onvoldoende om conclusies aan te kunnen verbinden. En ook de vraagstellingen van de politie tijdens het verhoor van de verdachte hebben ervoor gezorgd dat de antwoorden van de verdachte niet ondubbelzinnig kunnen worden uitgelegd.
De officier van justitie heeft nog aangevoerd dat de verklaring van de verdachte bij de politie en ter terechtzitting hoe dan ook niet kan kloppen op grond van de MMA-melding waarin wordt aangegeven dat er in december – twee tot drie weken na aanvang van de verhuurperiode – al sprake zou zijn van een sterke hennepgeur terwijl deze pas ontstaat na zes of acht weken telen. De verdachte heeft echter ter zitting verklaard dat de verhuurperiode al in oktober is gestart, hetgeen wel zou kunnen kloppen met de periode waarin de hennepgeur is waargenomen.
De rechtbank is gelet op al het voorgaande van oordeel dat niet buiten gerede twijfel is komen vast te staan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde onder 1, 2 en 3, nu er onvoldoende wettig bewijs is geleverd dat de verdachte op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de hennepplantage en de diefstal van elektriciteit en water.
De verdachte behoort aldus te worden vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair tenlastegelegde.

4.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte in zijn geheel vrij van al het tenlastegelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Bastiaans, voorzitter, mr. H.E.G. Peters en mr. J.M.E. Kessels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. Klompe, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 28 juli 2023.
Mr. H.E.G. Peters is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2020 tot en met 12 januari 2021 te
Echt, in elk geval in de gemeente Echt-Susteren
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
(in een pand aan de [adres 2] )
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1080 hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende
hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks
de periode van 1 november 2020 tot en met 12 januari 2021 te Echt,
in elk geval in de gemeente Echt-Susteren
met elkaar, althans één van hen, opzettelijk
heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan
de [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1080
hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een
materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks
de periode van 1 november 2020 tot en met 12 januari 2021 te Echt, in elk geval in de
gemeente Echt-Susteren,
in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven
persoon/personen een loods gelegen achter de woning op perceel [adres 2]
ter beschikking te stellen;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2020 tot en met 12 januari 2021 te
Echt, in elk geval in de gemeente Echt-Susteren
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan Enexis Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 1
november 2020 tot en met 12 januari 2021 te Echt, in elk geval in de gemeente
Echt-Susteren
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
Enexis Netbeheer B.V.,
in elk geval aan een ander dan aan die onbekend gebleven perso(o)n(en)
toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl die onbekend gebleven perso(o)n(en) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1
november 2020 tot en met 12 januari 2021 te Echt,
in elk geval in de gemeente Echt-Susteren
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven persoon/personen
een loods gelegen achter de woning op perceel [adres 2] ter beschikking
te stellen;
3
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2020 tot en met 12 januari 2021 te
Echt, in elk geval in de gemeente Echt-Susteren
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid water, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
Waterleiding Maatschappij Limburg, in elk geval aan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen water onder zijn/haar/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 1
november 2020 tot en met 12 januari 2021 te Echt,
in elk geval in de gemeente Echt-Susteren
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid water, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan Waterleiding Maatschappij Limburg,
in elk geval aan een ander dan aan die onbekend gebleven perso(o)n(en)
toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl die onbekend gebleven perso(o)n(en) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1
november 2020 tot en met 12 januari 2021 te Echt,
in elk geval in de gemeente Echt-Susteren
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven persoon/personen
een loods gelegen achter de woning op perceel [adres 2] ter beschikking
te stellen.