Artikel 9 Weigeringsgronden evenementenvergunning
1. Een vergunning voor het organiseren van een evenement kan door de Burgemeester worden geweigerd indien een of meerdere weigeringsgronden zich voordoen:
de vergunningaanvraag voor het organiseren van een evenement niet tijdig is gedaan;
in de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde jaarprogramma evenementen reeds een plaatsing is opgenomen voor een ander evenement op de gevraagde locatie en datum;
gelet op de aard van het evenement en/of het aantal bezoekers onevenredig veel beslag wordt gelegd op de gemeentelijke en overige (hulp)diensten;
er gevaar bestaat voor ernstige verkeersbelemmeringen;
door het bevoegd gezag is geconstateerd dat de organisator van het evenement de in artikel 9 lid 7 opgenomen voorschriften en/of de eventueel aan de vergunning te verbinden nadere voorschriften één of meerdere keren heeft overtreden.
2. Een vergunning kan voorts worden geweigerd in het belang van:
b. de openbare veiligheid;
d. het beperken en voorkomen van overlast;
e. de bescherming van het milieu;
f. de verkeersveiligheid;
g. de veiligheid van personen of zaken.
3. Een evenementenvergunning kan voorts worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
4. Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt in ieder geval door de burgemeester geweigerd indien:
a. voor dezelfde locatie, datum en tijdstip al een vergunning is verleend;
b. de locatie is gelegen binnen deellocatie A en het evenement niet is geplaatst op het jaarprogramma evenementen;
c. de locatie is gelegen binnen deellocatie A en de dagenorm (zoals vermeld in artikel 7 lid 4) op deze locatie wordt overschreden. De burgemeester is in uitzonderlijke gevallen bevoegd om vergunning te verlenen ondanks dat daarmee de dagennorm wordt overschreden. De burgemeester is daartoe bevoegd indien sprake is van een voor de gemeente Maastricht en/of de regio uniek, eenmalig en beleids- en imagoversterkend evenement.
5. Een evenementenvergunning wordt verleend aan een organisator en bevat ten minste een beschrijving van het gebied waarbinnen het evenement plaatsvindt, het tijdstip en de duur van het evenement, alsmede een beschrijving van de activiteiten en handelingen die in het kader van het evenement mogen plaatsvinden.
6. Een evenementenvergunning kan alleen worden verleend aan de organisator op wiens verzoek het evenement op het jaarprogramma is geplaatst, dan wel een door die organisator aan te wijzen andere partij (lees: organisator).
7. Om de door evenementen veroorzaakte hinder/overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken en de openbare orde en veiligheid te waarborgen, kan de burgemeester aan een vergunning voorschriften verbinden, met betrekking tot -onder meer- de volgende onderdelen: begin- en eindtijden, openbare orde en veiligheid, geluid, parkeervoorzieningen, sanitaire voorzieningen, afval en afvalwater.
Geluidhinderverordening Maastricht 2016
Artikel 2 Regels omtrent geluidhinder in de openlucht, in feesttenten of panden waarop het Activiteitenbesluit milieubeheer van de Wet milieubeheer niet van toepassing is.
Het is verboden in de openlucht danwel in een feesttent of panden waarop het Activiteitenbesluit milieubeheer van de Wet milieubeheer niet van toepassing is een geluidsapparaat of een recreatietoestel in werking te hebben op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving, geluidhinder wordt veroorzaakt.
Het bevoegd gezag kan van het bepaalde in het vorige lid ontheffing verlenen.
3a. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor activiteiten die behoren tot een door het bevoegd gezag aangewezen categorie, waarvoor regels zijn vastgesteld.
3b. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor terreinen, pleinen, straten en wateren die door het bevoegd gezag zijn aangewezen en waarvoor algemene regels zijn vastgesteld.
4. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van activiteiten als bedoeld in artikel 2, lid 3, sub a en ten aanzien van de terreinen, pleinen, straten en wateren als bedoeld in artikel 2, lid 3, sub b.