ECLI:NL:RBLIM:2023:4422

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
03/010325-23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld door twee of meer verenigde personen op de openbare weg

Op 26 juli 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 7 januari 2023 samen met anderen een diefstal met geweld heeft gepleegd. De verdachte, geboren in 2001, werd bijgestaan door advocaat mr. J.F.C. Eliëns. Tijdens de zitting op 12 juli 2023 zijn de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de diefstal, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte wegens gebrek aan bewijs. Het slachtoffer, vertegenwoordigd door zijn moeder, heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het proces. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten het slachtoffer op de openbare weg heeft beroofd van zijn jas, tas en schoenen, onder bedreiging met een mes. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan diefstal met geweld en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is een deel van de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de rechtbank de schadevergoeding heeft vastgesteld op € 1.019,95, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers : 03/010325-23 en 03/063973-22 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 26 juli 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: de verdachte.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.F.C. Eliëns, advocaat kantoorhoudende te Beek.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 12 juli 2023. De verdachte, bijgestaan door mr. Eliëns, is ter terechtzitting verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Het slachtoffer [slachtoffer] , vertegenwoordigd door zijn moeder en wettelijk vertegenwoordiger [naam moeder] , heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. De benadeelde partij is niet op terechtzitting verschenen. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op 7 januari 2023, tezamen met een of meer anderen, voorwerpen en contant geld, toebehorende aan [slachtoffer] door geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] (primair) heeft gestolen of (subsidiair) [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte daarvan.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair aan de verdachte tenlastegelegde. Ten aanzien daarvan verwijst de officier van justitie naar de aangifte van [slachtoffer] (hierna ook: het slachtoffer), zijn aanvullende verklaring, het proces-verbaal van bevindingen waarin de bewegingen van de telefoon van het slachtoffer zijn vastgelegd, de videobeelden van het plaats delict, het feit dat een deel van de weggenomen voorwerpen bij [medeverdachte] in de auto is aangetroffen en dat [medeverdachte] een deels bekennende verklaring heeft afgelegd, waarin het relaas dat aangever in zijn aangifte schets grotendeels wordt bevestigd.
Ten aanzien van de vraag of verdachte ook de dader is – de [naam 2] uit de aangifte van het slachtoffer – verwijst de officier van justitie naast het voorgaande, naar de herkenning van de verdachte door het slachtoffer, het onderzoek aan de smartphone van [medeverdachte] , de beschrijving gegeven door getuige [naam 3] en de verklaring van de verdachte zelf ten aanzien van zijn bewegingen op de dag van het tenlastegelegde, zijn bekendheid met [medeverdachte] en het feit dat aan smartphone de naam ‘ [naam 2] mobile’ is gekoppeld.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geconcludeerd tot vrijspraak van het primair en van het subsidiair aan de verdachte tenlastegelegde wegens gebrek aan bewijs. Het bewijs is in overwegende mate gebaseerd op de verklaring van de aangever. De verklaring van aangever is echter onvoldoende betrouwbaar, gezien zich daar tegenstrijdigheden in bevinden. De fotoherkenning kan niet worden gebruikt voor het bewijs, omdat het om een enkelvoudige fotoconfrontatie gaat. Ook de verklaring van [naam 3] kan niet bijdragen aan bewijs, omdat deze getuige de dader slechts van achteren gezien heeft.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bewijsmiddelen:
De rechtbank acht het primair aan de verdachte tenlastegelegde bewezen op grond van het volgende:
[slachtoffer]verklaart in zijn aangifte van 7 januari 2023 onder andere – zakelijk weergegeven – het volgende: [2]
Vandaag was ik omstreeks 14.00 uur vanuit huis met de bus naar het centrum van Heerlen gegaan.
[naam 4] kwam daar aan met een auto. In deze auto zaten vier personen. Als bijrijder zat een jongeman; ik weet dat hij [naam 2] genoemd wordt. Hij noemt zichzelf [naam 2] en zo wordt hij ook door mensen[de rechtbank begrijpt:
genoemd]
. [naam 2] had een zwart Gucci petje op en zwart krullend langer haar.
Ik ben toen ingestapt achterin. Enkele minuten later[de rechtbank begrijpt:
zijn wij]
bij een plek gestopt. Dit was bij een brug. Later heb ik kunnen vaststellen dat dit was bij de onderdoorgang bij de N281 bij de Eikendermolenweg.
De bestuurder en bijrijder stapten uit. Toen trok de bestuurder het portier open waar ik zat. Toen trokken de bestuurder en bijrijder mij uit de auto. De bestuurder sloeg mij vlak voordat ze me eruit trokken meerdere keren in mijn gezicht. Rondom dat moment werden ook mijn schoenen van mijn voeten afgetrokken.
Hierna trokken ze mij zowel aan mijn benen als aan mijn armen me uit de auto. De bestuurder pakte vervolgens mijn tasje van mij af. Op het moment dat de bestuurder mijn tasje afpakte zag ik dat de bijrijder een mes in zijn linkerhand had. Ik zag dat hij dit mes openklapte. Hij wees met dat mes naar mij en zei: "Die jas uitdoen". Ik moest van hen stilstaan en mocht niks doen. Toen heeft de bijrijder de jas bij mij uit gedaan en weggepakt. Toen sloeg een van hen mij op mijn gezicht.
De volgende spullen zijn weggenomen;
Pinpas van de ABN AMRO (In tasje)
ID-kaart (In tasje)
Parajumper jas (waarde 550 euro)
Yeezy's van Adidas (Waarde 381 euro)
Huissleutels van zowel het adres van mijn vader als van mijn moeder,
In de tas zat verder ook nog 200 euro.
De
politierelateert op 10 januari 2023 na telefonisch contact met het slachtoffer onder meer het volgende: [3]
Tevens deelde [slachtoffer] mij mede dat in zijn schoenen, zijn steunzolen zaten en deze dus ook waren weggenomen.
Het
slachtoffer [slachtoffer]verklaart in zijn aanvullende verhoor van 9 januari 2023 onder meer het volgende: [4]
A Aangever
V Verhoorder
V: En dan die andere persoon: [naam 2] . Hoe kan je die mij omschrijven?
A: Jongen, 18 plus. Hij had al een baard. Ik weet niet of hij ook een snor had maar de haren had[de rechtbank begrijpt: hij]
op zijn kaken en zijn kin. De baard was al redelijk volle beharing, geen kerstman baard.
V: En zijn huidskleur?
A: getint.
V: Wat kan je dan zeggen over zijn haren?
A: Hij droeg ook een zwart Gucci Petje. Aan de achterkant zag ik zijn haren onder het petje uitkomen en ik zag dat deze zwart krullend waren. Geen kroeshaar, geen pijp lokken, maar van die grote krullen, zeg maar.
A: Ik wilde uitstappen maar toen werden mijn schoenen uitgetrokken toen ik nog half in de
auto zat.
A: Die andere, [naam 2] , stond op dat moment aan mijn jas te trekken en ik voelde dat toen mijn
schoenen werden uitgetrokken.
V: [medeverdachte][medeverdachte [medeverdachte] ]
slaat mij in het gezicht. [naam 2] ook.
[medeverdachte]verklaart in zijn verhoor van 9 januari 2023 onder meer het volgende: [5]
A Verdachte ( [medeverdachte] )
V Verhoorder
O Opmerking verbalisant
O: [medeverdachte] , ik heb begrepen dat je een verklaring af wil leggen over het strafbare feit waarvan je verdacht wordt.
V: Wat kun je verklaren wat er die dag is gebeurd?
A: Het verhaal klopt wel. De plaats die hij vertelt die klopt. Daar heb ik zijn spullen afgepakt.
V: Wat is er gebeurd op die dag?
A: Hij stapte bij mij in de auto.
V: Waar in de auto zat jij?
A: Bestuurderskant.
A: Ik stapte toen uit en schreeuwde en vertelde tegen die jongen dat hij zijn jas uit moest doen en zijn tasje afgeven. Ik trok hem ook uit de auto.
V. Waar in de auto zat het slachtoffer?
A: Achterin. Ik weet niet meer waar, maar ik denk in het midden.
V: Wat heb je gedaan met de spullen, die je van het slachtoffer gestolen hebt?
A: Het tasje en zo is in de auto aangetroffen. Daar moet alles nog in gezeten hebben. De sleutels die daarin zaten lagen in de auto.
[naam 3]verklaart op 11 januari 2023 onder meer het volgende. Hierbij duidt
Vop een vraag van de verbalisant en
Aop een antwoord van de getuige: [6]
V: Kan jij [naam 2] omschrijven?
A: Licht getint/ light skin. Hij heeft donkerkleurig krullend haar. Ik heb alleen de bovenkant gezien. Zijn haar stond recht naar boven. Het stond overeind met krullen. Zijn haar leek niet gestyled. Het leek een “out of bed look”. Ik denk dat[de rechtbank begrijpt:
hij]
tussen de 18 en 22 jaar oud is.
A: Wij stonden daar te wachten. Toen kwamen zij aanrijden: [medeverdachte] , [naam 4] en [naam 2] . Zij stopten waar wij stonden.
De
verdachteverklaart in zijn eerste verhoor op 11 januari 2023 onder meer het volgende: [7]
V: = vraag verbalisanten
A: = antwoord verdachte
V: Wie is [medeverdachte] ?
A: Hij is een goede bekende van mij.
V: Word jij wel eens [naam 2] genoemd?
A: Ja
V: Heb jij zaterdagavond[de rechtbank begrijpt:
7 januari 2023]
bij [medeverdachte] in de auto gezeten?
A: Dat zou kunnen ja.
A. Ik was wel met [medeverdachte] .
De
verdachteverklaart bij het tweede verhoor op 12 januari 2023 onder meer het volgende: [8]
V: = vraag verbalisanten
A: = antwoord verdachte
V: Welke toestelnaam heb jij ingevoerd in jouw telefoon?
A: [naam 2] MOBILE.
De politie relateert ten aanzien van het
onderzoek aan de telefoon van [medeverdachte]onder meer het volgende: [9]
In de contacten op deze Apple Iphone 13 Pro telefoon stond een contact “ [naam 2] ”. Onder dit account was het Nederlandse mobiele nummer [nummer] vastgelegd.
Dit Nederlandse mobiele nummer werd bevraagd in de digitale politiesystemen. Hieruit bleek het volgende:
Het Nederlandse mobiele nummer was sinds 17 juli 2021 in gebruik bij [verdachte]
, geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] .
De politie relateert in het proces-verbaal betreffende
de herkenning van de verdachte door het slachtofferop 11 januari 2023 onder meer het volgende: [10]
In opdracht van de officier van justitie werden aan de aangever [slachtoffer] de
bovenstaande foto’s getoond van de verdachte [verdachte] .
Na het tonen van deze foto’s verklaarde de aangever, stellig en zonder aarzeling, dat hij de persoon op de foto’s met 100% zekerheid herkende als de persoon die naast de bestuurder in de auto had gezeten en aangesproken werd met [naam 2] ’. De aangever verklaarde verder dat deze persoon het mes vasthield tijdens de straatroof.
Door verbalisant [naam 5] werd de aangever gevraagd aan welke specifieke kenmerken hij de afgebeelde persoon herkende als één van de personen betrokken bij de straatroof. Daarop antwoordde de aangever dat hij de persoon herkende aan zijn baard, zijn gezicht en de krullende, zwarte haren op zijn achterhoofd, die ten tijde van het plegen van het strafbare feit onder de pet uit staken.
Wij, verbalisanten, zagen dat de verdachte [verdachte] tijdens het verdachtenverhoor van woensdag 11 januari 2023, sterk krullend zwart haar had,[…].
Bewijsoverwegingen:
Het aan de verdachte tenlastegelegde
Op 7 januari 2023 is [slachtoffer] op de Eikendermolenweg in Heerlen beroofd van zijn jas, tas en schoenen. In de tas zaten sleutels, een ID-kaart, een pinpas en 200 Euro in contanten. De aangifte van het slachtoffer hieromtrent wordt op belangrijke punten bevestigd door [medeverdachte] . [medeverdachte] heeft namelijk in zijn verhoor aangegeven dat hij [slachtoffer] heeft beroofd, waar dit is gebeurd en wanneer. Voorts noemt hij bepaalde voorwerpen die van [slachtoffer] gestolen zijn, te weten: de jas en de tas met inhoud en specifiek de sleutels. Dit betreffen een aantal voorwerpen van de diefstal waarvan [slachtoffer] aangifte heeft gedaan. De verklaring van [naam 3] bevestigt dat hij en [slachtoffer] hebben gewacht op een auto, waarin op dat moment tenminste [medeverdachte] , [naam 4] en de persoon, die [naam 2] genoemd wordt, zich bevonden. Anders dan de raadsman van de verdachte heeft de rechtbank geen redenen te twijfelen aan het waarheidsgehalte van de verklaring van [slachtoffer]
.
De identiteit van [naam 2]
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte dezelfde persoon is als de persoon die door [slachtoffer] is beschreven en volgens [slachtoffer] ook wel ‘ [naam 2] ’ wordt genoemd. Hoewel de verdachte ontkent de bedoelde ‘ [naam 2] ’ te zijn, geeft hij toe dat de naam [naam 2] mobile aan zijn telefoon gekoppeld is en hij weleens [naam 2] wordt genoemd. Verder geeft hij te kennen dat hij [medeverdachte] goed kent en dat hij op 7 januari 2023 tezamen met [medeverdachte] in een auto heeft gezeten. Uit het onderzoek aan de smartphone van [medeverdachte] blijkt verder dat het telefoonnummer van verdachte daarin gekoppeld is aan het contact, dat is genaamd “ [naam 2] ”.
Hierbij komt dat [slachtoffer] de verdachte heeft herkend heeft bij een fotoconfrontatie en dat hij daar zo zeker van was, dat hij deze herkenning omschreef als twijfelloos (“100%”). In het samenstel met al het andere bewijs, hierboven genoemd, dat onderbouwt dat de verdachte bekend staat onder de naam ‘ [naam 2] ’, acht de rechtbank de herkenning in deze enkelvoudige fotoconfrontatie betrouwbaar. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat [slachtoffer] de specifieke kenmerken waaraan hij de verdachte herkent benoemt, namelijk de baard, de krullende haren die uitstaken en zijn gezicht, hetgeen overeenkomt met de beschrijving van de dader door [slachtoffer] in de aangifte en ook met de beschrijving door [naam 3] van de dader: de opvallende opstaande krullende haren.
De rechtbank concludeert op grond van bovenstaande dat de verdachte de door de aangever genoemde ‘ [naam 2] ’ is.
Medeplegen
Uit de uiterlijke verschijningsvorm van hetgeen is gebeurd blijkt, gezien de gezamenlijke uitvoering, duidelijk dat de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met een of meer anderen. De verdachte en een ander stapten uit de auto. De verdachte trok aan de jas van [slachtoffer] , terwijl die ander aan zijn schoenen trok. Zowel de verdachte als die ander hebben [slachtoffer] geslagen. De verdachte heeft [slachtoffer] met een mes bedreigd. Die ander heeft [slachtoffer] zijn tas afgenomen en de verdachte heeft hem zijn jas uitgetrokken. De rechtbank concludeert uit dit gezamenlijk en gecoördineerd optrekken dat er sprake is van een gezamenlijk opzet en dat de rol van verdachte moet worden gekwalificeerd als het plegen van een diefstal met geweld door twee of meer verenigde personen.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tezamen en in vereniging plegen van diefstal met geweld.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
primair
op 7 januari 2023 te Heerlen op de openbare weg, de Eikendermolenweg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een jas (merk Parajumpers) en een paar schoenen (merk Adidas Yeezy) en een tasje (merk Louis Vuitton, inhoudende een of meerdere sleutels en een ID-kaart en een pinpas en een contant geldbedrag van EUR 200, die aan [slachtoffer] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, door
- die [slachtoffer] uit een auto te trekken en
- die [slachtoffer] meermalen te slaan en
- de schoenen van die [slachtoffer] van diens voeten te trekken en
- het tasje van die [slachtoffer] af te pakken/trekken en
- die [slachtoffer] (daarbij) een mes te tonen en
- de jas van die [slachtoffer] uit te trekken;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen primair meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen op de openbare weg
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Voor wat betreft de strafmodaliteit en strafmaat heeft de raadsman bepleit bij een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf, te bepalen dat een gedeelte daarvan onder voorwaarden vooralsnog niet zal worden tenuitvoergelegd en dat gedeelte zo te kiezen dat het onvoorwaardelijk gedeelte de duur van het voorarrest niet te boven gaat. Voorts heeft de raadsman bepleit om deze gevangenisstraf te matigen door daarbij een combinatie met een werkstraf te overwegen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het tezamen en in vereniging plegen van een diefstal met geweld op een openbare weg. Hij heeft [slachtoffer] , die toen pas zestien jaren oud was, tezamen met ten minste één mededader op een gewelddadige en berekende wijze beroofd. Met de dan nog nietsvermoedende [slachtoffer] in de auto, zijn de verdachte en de mededader(s) in een afgelegen tunneltje gestopt alwaar zij zijn uitgestapt en hebben zij [slachtoffer] uit de auto getrokken. Onder bedreiging met een mes hebben de verdachte en zijn mededader(s) de spullen van [slachtoffer] afhandig gemaakt.
Het betreft een ernstig strafbaar feit. Het spreekt voor zich dat deze gebeurtenissen beangstigend moeten zijn geweest voor [slachtoffer] . De ervaring leert dat slachtoffers van een beroving nog lange tijd nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. De verdachte heeft kennelijk alleen oog gehad voor zijn eigen voordeel en zich geen enkele rekenschap gegeven van de gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer. Daarbij leidt een dergelijk strafbaar feit ook in de maatschappij tot gevoelens van angst en onveiligheid bij burgers, die van het begaan daarvan kennisnemen.
Het uitgangspunt in de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht voor een straatroof met licht geweld of bedreiging met geweld is een gevangenisstraf van 6 maanden.
Gelet op de ernst van het feit kan naar het oordeel van de rechtbank slechts worden volstaan met een vrijheidsbenemende straf van aanzienlijke duur. In het nadeel van de verdachte zal worden meegewogen dat het minderjarige slachtoffer moet gelden als een kwetsbaar slachtoffer en dat het feit is gepleegd op een afgelegen en donkere plek op de openbare weg door meerdere personen. Daarnaast is het slachtoffer bedreigd met een mes. Uit berichten in de media blijkt dat steeds meer jongeren messen bij zich dragen. Dit komt deels voort uit eerdere geweldsincidenten, waardoor sommige jongeren zich niet meer veilig voelen en een wapen meenemen uit een gevoelde noodzaak zich te kunnen verdedigen; deze ontwikkeling heeft echter een geweldsspiraal ten gevolge, met alle vreselijke gevolgen die men dagelijks verneemt. Ook deze beroving kan uiteindelijk bijdragen aan dat effect. Deze ontwikkeling vormt een groot maatschappelijk probleem. Ook in deze zaak is gebleken dat met een verbazingwekkend gemak een mes wordt getrokken. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
Alles afwegende acht de rechtbank met het oog op vergelding en generale preventie, de eis van de officier van justitie passend en de gevorderde gevangenisstraf geboden. De rechtbank zal aan de verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 12 maanden. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, dient hierop in mindering te worden gebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde [slachtoffer] , vertegenwoordigd door zijn moeder en wettelijk vertegenwoordiger [naam moeder] , heeft zich door het indienen van een vordering tot vergoeding van zijn schade tot een bedrag van € 1.523,95 te vermeerderen met de wettelijke rente, partij gesteld in het geding. De opgegeven schade bestaat uit de navolgende posten:
Jas parajumpers: € 399,-;
Schoenen, merk Adidas Yeezy; € 455,-;
Apple Airpods (nieuw): € 179,-;
Contant geld: € 200,-;
Kosten vervanging ID-kaart: € 37,95;
Pinpas – ABN: € 7,50;
Pinpas – ING: € 4,50;
Steunzolen (vervanging): € 195,-;
Sleutel-slot vervangen: € 46,-.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van een gedeelte van de vordering. Een vergoeding voor de schade wegens het verlies van de jas, contant geld, de ID-kaart, pinpassen en het slot acht zij volledig voor toewijzing vatbaar. Omdat ten aanzien van de schoenen een onderbouwing voor de omvang van die schade ontbreekt, concludeert de officier van justitie dat daarvoor de rechtbank gebruik zal maken van haar schattingsbevoegdheid en de schade door het verlies daarvan zal schatten op € 200,-. Ten aanzien van de Apple Airpods stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering, omdat niet blijkt dat het verlies daarvan een rechtstreeks gevolg is van het door de verdachte begane strafbare feit. Tot slot heeft de officier van justitie zich ten aanzien van de steunzolen op het standpunt gesteld dat alleen de steunzolen toewijsbaar zijn, maar niet de voetbehandeling. Dat deel moet worden afgewezen.
Gelet op de ingediende vordering en de daarbij gevoegde producties concludeert de officier van justitie tot de toewijzing van een vergoeding van de schade tot € 1.019,95 te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde dient voor het overige in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard. Tot slot verzoekt de officier van justitie in het vonnis op te nemen de vermelding dat de verdachte hoofdelijk, dat wil zeggen: voor het geheel aansprakelijk is voor de vergoeding van deze schade.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geconcludeerd tot een algehele niet-ontvankelijkheidsverklaring van de vordering van de benadeelde indien de verdachte, zoals hij bepleit, van het primair en van het subsidiair aan hem tenlastegelegde wordt vrijgesproken. Voorts heeft de raadsman ten verwere tegen de vordering aangevoerd, dat de omvang van de schade onvoldoende is onderbouwd: uit de producties blijkt onvoldoende van de dagwaarde van de vermiste voorwerpen en tevens blijkt niet van de noodzaak van een bezoek aan een podotherapeut en het voorschrift van steunzolen. De raadsman heeft tot slot verzocht de verdachte niet hoofdelijk aansprakelijk te verklaren, maar de schadevergoedingsverplichting te verdelen over de verdachte en zijn medeverdachten.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is voldoende gebleken dat [slachtoffer] als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte en zijn mededader(s) rechtstreeks materiële schade heeft geleden tot een bedrag van € 1.019,95. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De rechtbank volgt de officier van justitie en wijst de schade toe, ten gevolge van het verlies van de jas, van het contante geld, van de ID-kaart, van de pinpassen en door de noodzaak tot de vervanging van slot en bijbehorende sleutels. Ten aanzien van de gevorderde vergoeding wegens het verlies van de schoenen komt de rechtbank tot een gedeeltelijke toewijzing. De waarde van die schoenen op het moment van het verlies is niet onderbouwd. De rechtbank zal daarom gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en ziet aanleiding de schade naar redelijkheid te begroten op € 200,-.
Ten aanzien van de schade door het verlies van de Apple Airpods zal de rechtbank de benadeelde niet-ontvankelijk moeten verklaren, omdat niet is gebleken dat dit verlies het rechtstreeks gevolg is van het strafbaar handelen door de verdachte en de mededader(s).
Ten aanzien van de schade door het verlies van de steunzolen (vervanging) overweegt de rechtbank het volgende. Het is aannemelijk dat als schoenen met daarin steunzolen worden gestolen, die steunzolen ook worden meegenomen en dus vervangen zullen moeten worden door de benadeelde. De rechtbank ziet echter in de door de benadeelde aan de vordering toegevoegde productie (factuur) een splitsing: € 125,- voor podotherapeutische zolen en € 70,- voor een voetbehandeling. De rechtbank neemt aan dat de voetbandeling is voorafgegaan aan het aanmeten van de steunzolen, zodat bij het bepalen van de omvang van de schade daarmee geen rekening behoeft te worden gehouden. Voor de schade door het verlies van de podotherapeutische zolen ad € 125,- zal de rechtbank eveneens een vergoeding toewijzen. Het gevorderde bedrag van € 70,- voor de voetbehandeling zal worden afgewezen.
De rechtbank komt aldus tot het toewijzen van de vordering van de benadeelde van € 1.019,95.
Wettelijke rente, schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke veroordeling
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente over het toegewezen bedrag toewijzen vanaf 7 januari 2023.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte aan de benadeelde wordt vergoed, zal de rechtbank aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte het strafbare feit tezamen met een ander/anderen heeft gepleegd; de verdachte en elk van deze andere daders zijn van rechtswege hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele schade.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft een vordering tot de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf aanhangig gemaakt. De vordering met parketnummer 03/063973-22 betreft een veroordeling van de politierechter van de rechtbank Limburg van 26 september 2022, waarbij de verdachte onder meer werd veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 70 uren, subsidiair 45 dagen hechtenis en een rijontzegging voor de duur van 6 maanden. Van beide straffen werd bepaald, dat deze voorwaardelijk niet ten uitvoer worden gelegd.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd de vordering voor wat betreft de taakstraf toe te wijzen en voor wat betreft de rijontzegging af te wijzen. De raadsman heeft eveneens verzocht om deze vordering alleen voor dat deel toe te wijzen.
De rechtbank wijst de vordering tot tenuitvoerlegging geheel af. Hiertoe overweegt zij als volgt. De rechtbank acht de toewijzing van deze vordering nu niet opportuun. De tenuitvoerlegging van een taakstraf van 70 uren zou, bij toewijzing, pas plaatsvinden nadat de gevangenisstraf van 12 maanden, waartoe de rechtbank hem door dit vonnis veroordeeld, is tenuitvoergelegd. De rechtbank weegt mee dat de proeftijd, die verbonden is aan deze voorwaardelijke straffen, door de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf wordt opgeschort.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het primair aan de verdachte tenlastegelegde bewezen, zoals dat hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat primair meer of anders aan hem is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert, zoals dat hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte daardoor strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis werd doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde [slachtoffer] en schadevergoedingsmaatregel
  • verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, voor zover deze vordering de schade betreft voor het verlies van de Apple Airpods;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer] te betalen een bedrag van € 1.019,95 wegens materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 7 januari 2023 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • verstaat dat de verdachte jegens de benadeelde aansprakelijk is voor het geheel van het wegens de schade te betalen bedrag;
  • wijst de vordering ten aanzien van het meergevorderde af;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten van de procedure, die ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, aan de zijde van de benadeelde tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] van € 1.019,95, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 7 januari 2023 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt de duur volgens welke met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering gijzeling kan worden toegepast op ten hoogste 20 dagen; verstaat dat de toepassing van gijzeling deze betalingsverplichting niet opheft;
  • verstaat dat, indien de verdachte of zijn mededader(s) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde, in zoverre de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;

De vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 03/063973-22

- wijst af de vordering tot de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Limburg van 26 september 2022 aan de verdachte opgelegde taakstraf voor de duur van 70 uren en de aan de verdachte opgelegde rijontzegging voor de duur van 6 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.A. van de Ven, voorzitter, mr. F.M. van Maanen Winters en mr. L.E.M. Hendriks, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.P. Huntjens, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 juli 2023.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 7 januari 2023 te Heerlen
op de openbare weg, de Eikendermolenweg, in ieder geval op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een jas (merk Parajumpers) en/of een paar schoenen (merk Adidas Yeezy) en/of een tasje (merk Louis Vuitton, inhoudende een of meerdere sleutels en/of een ID kaart en/of een pinpas en/of een contant geldbedrag van EUR 200, in elk geval enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer] uit een auto te trekken en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of
- de schoenen van die [slachtoffer] van diens voeten te trekken en/of
- het tasje van die [slachtoffer] af te pakken/trekken en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen en/of
- de jas van die [slachtoffer] uit te trekken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 januari 2023 te Heerlen op de openbare weg, de Eikendermolenweg, in ieder geval op de openbare weg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een jas (merk Parajumpers) en/of een paar schoenen (merk Adidas Yeezy) en/of een tasje (merk Louis Vuitton, inhoudende een of meerdere sleutels en/of een ID kaart en/of een pinpas en/of een contant geldbedrag van EUR 200, in elk geval enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer] en/of een derde toebehoorde(n) door
- die [slachtoffer] uit een auto te trekken en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of
- de schoenen van die [slachtoffer] van diens voeten te trekken en/of
- het tasje van die [slachtoffer] af te pakken/trekken en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen en/of
- ( daarbij) te zeggen: "Die jas uitdoen" en/of (vervolgens) de jas van die [slachtoffer] uit te trekken.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Districtsrecherche Parkstad, onderzoeksnummer LB2R023003/BULGARI, gesloten d.d. 16 maart 2023, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 219.
2.Proces-verbaal van aangifte, d.d. 7 januari 2023, p. 21-23.
3.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 10 januari 2023, p. 45.
4.Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 9 januari 2023, p. 29 t/m 43.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 9 januari 2023, p. 177 t/m 180.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige, d.d. 11 januari 2023, p. 74 t/m 78.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 11 januari 2023, p. 192 t/m 200.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 12 januari 2023, p. 201 t/m 206.
9.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 13 januari 2023, p. 81.
10.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 11 januari 2023, p. 109 t/m 114.