4.1.[gedaagde] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat [eiseres] jegens [gedaagde] gehouden is om aan [gedaagde] te betalen:
a. de helft van de door [gedaagde] vanaf juli 2017 tot aan maart 2020 betaalde rente op de leningen die zijn aangegaan ter zake de door partijen indertijd bewoonde woning aan de [adres 1] te [plaats] , alsook de helft van de door [gedaagde] vanaf juli 2017 tot aan maart 2020 betaalde rente op de lening die is aangegaan ter zake de door partijen indertijd gebruikte meubels,
b. een bedrag, gelijk aan de helft van het bedrag dat [gedaagde] méér aan de gezamenlijke rekening heeft betaald dan het bedrag dat [eiseres] heeft betaald, daarbij uiteraard steeds uitgaande van de bedragen die partijen hebben betaald als reguliere bijdrage (dus exclusief de door [eiseres] gedane aflossingen op schulden),
alsook om [eiseres] te veroordelen aan [gedaagde] te betalen ten titel van het sub 1. gevorderde een bedrag van € 31.515,- aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2020, althans [eiseres] te veroordelen aan [gedaagde] een zodanig bedrag met een zodanige rentevergoeding te betalen als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren,
2. indien en voor zover de rechtbank oordeelt dat het beroep op vernietiging van de notariële akte van 21 maart 2020, als gedaan door [eiseres] , niet slaagt, op incidentele vordering van [gedaagde] vonnis te wijzen aldus dat de rechtbank aan [gedaagde] toestaat de executie van de bedoelde titel (opnieuw en onmiddellijk) ter hand te nemen, althans (subsidiair) [gedaagde] toe te staan conservatoire maatregelen te nemen,
3. indien en voor zover de rechtbank oordeelt dat het beroep op vernietiging van de notariële akte van 21 maart 2020, als gedaan door [eiseres] , slaagt, [eiseres] te veroordelen om aan [gedaagde] te betalen, ten titel van de tussen partijen gesloten geldleningsovereenkomsten:
a. € 2.500,- te vermeerderen met 6% per jaar, te rekenen vanaf 1 november 2012,
b. € 1.000,- te vermeerderen met 6% per jaar, te rekenen vanaf 1 maart 2013,
c. € 1.500,- te vermeerderen met 6% per jaar, te rekenen vanaf 1 juni 2013,
d. € 5.000,- te vermeerderen met 6% per jaar, te rekenen vanaf 1 juli 2013,
e. € 5.000,- te vermeerderen met 6% per jaar, te rekenen vanaf 1 september 2013,
f. € 10.000,- te vermeerderen met 6% per jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2014,
g. € 10.000,- te vermeerderen met 6% per jaar, te rekenen vanaf 1 april 2014,
h. € 23.125,- te vermeerderen met 8% per jaar, te rekenen vanaf 30 juni 2017,
i. € 23.000,- te vermeerderen met 8% per jaar, te rekenen vanaf 31 januari 2019,
op welke vordering in mindering komt de door [eiseres] betaalde bedragen, een en ander zoals opgenomen in de bij de akte van 24 april 2023 overgelegde productie 9,
4. [eiseres] te bevelen, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, te rekenen vanaf twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, aan [gedaagde] te overleggen op de wijze zoals door de rechtbank te bepalen:
- de volledige jaarstukken 2017, 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 van de [naam maatschap] waarin zij vennoot is geweest,
- de liquidatiebalans 2022, zoals opgemaakt voor het uittreden van [eiseres] ,
- de tussen [eiseres] en haar mede-vennoot ( [naam maat] ) in 2021 en 2022 gevoerde correspondentie, voor zover betrekking hebbende, of gerelateerd aan de ontbinding van de [naam maatschap] en de daaropvolgende financiële afwikkeling,
- een eigen opgave van [eiseres] van het bedrag dat zij uit hoofde van de verkoop van haar maatschapsaandeel aan [naam maat] voormeld heeft ontvangen,
een en ander met veroordeling van [eiseres] – kort gezegd – in de kosten van de procedure.