[gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] legt hieraan – samengevat – het volgende ten grondslag.
Tijdens de sloopwerkzaamheden die [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] in opdracht van [naam 1] in maart 2021 heeft uitgevoerd aan hun pand op het adres [adres] te [plaats] , is het naburige pand van [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] beschadigd geraakt. [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] heeft voor een gedeelte van de schade aansprakelijkheid erkend, namelijk voor punt 1 en 5 uit de rapportage van Bouwtechnisch Adviesburo [naam 3] B.V. (productie 6 bij de dagvaarding). [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] stelt dat zij tegen finale kwijting een regeling heeft getroffen voor wat betreft punt 1 en 5 uit de rapportage met de toenmalige bouwbegeleider van [naam 1] , [naam 2] . [naam 1] hebben zich met die afspraak akkoord verklaard. [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] stelt dat zij er op mocht vertrouwen dat [naam 2] een toereikende volmacht had om namens [naam 1] deze regeling te treffen. [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] stelt zich op het standpunt dat zij niet meer kan worden aangesproken voor deze herstelwerkzaamheden, omdat zij aan haar verplichtingen op grond van de regeling tegen finale kwijting heeft voldaan.
Volgens [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] dient de overige schade aan het pand van [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] voor rekening en risico van [naam 1] te komen, omdat zij geen (constructieve) maatregelen hebben genomen om er voor te zorgen dat de panden constructief van elkaar gescheiden zouden kunnen worden. Het stabiliseren van de drie bouwdelen van het pand van [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] behoorde tot de verantwoordelijkheid van [naam 1] . Tot slot voert [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] aan dat [naam 1] géén opdracht hebben verstrekt aan [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] tot het nemen van constructieve maatregelen, maar enkel tot het verrichten van sloopwerkzaamheden.
Indien en voor zover de vorderingen van [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] in de hoofdzaak voor toewijzing vatbaar zouden zijn, dient te gelden dat [naam 1] tekort zijn geschoten in hun verplichtingen, zowel jegens [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] alsook jegens [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] en zij derhalve op hun beurt jegens [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] aansprakelijk zijn voor betaling van de vorderingen van [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] , aldus [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident]