In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 21 juli 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster afgewezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvragen voor omgevingsvergunningen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld. De afwijzing was gebaseerd op een besluit van 12 mei 2023, waarin verweerder stelde dat er ernstig gevaar bestond dat de vergunningen zouden worden gebruikt voor strafbare feiten, gezien de strafbare feiten gepleegd door een zakelijke partner van verzoekster. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang is, omdat verzoekster onvoldoende heeft aangetoond dat zij in een financiële noodsituatie verkeert. De voorzieningenrechter wijst erop dat een financieel belang op zichzelf niet voldoende is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Bovendien is het bestreden besluit niet evident onrechtmatig, aangezien verweerder rekening heeft gehouden met het tijdsverloop van de gepleegde feiten en de motivering van het besluit voldoende is. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, zonder verdere inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit.